39 research outputs found

    Preventing Violence in Seven Countries: Global Convergence in Policies

    Get PDF
    Do governments take the measures that are supported by the best scientific evidence available? We present a brief review of the situation in: Australia, Canada, Germany, the Netherlands, Spain, the United Kingdom, and the United States. Our findings show surprisingly similar developments across countries. While all seven countries are moving towards evidence-based decision making regarding policies and programs to prevent violence, there remain a number of difficulties before this end can be achieved. For example, there continue to be few randomized controlled trials or rigorous quasi-experimental studies on aggression and violence. Results from experimental research are essential to both policy makers and researchers to determine the effectiveness of programs as well as increase our knowledge of the problem. Additionally, all noted that media attention for violence is high in their country, often leading to management by crisis with the result that policies are not based on evidence, but instead seek to appease public outrage. And perhaps because of attendant organizational problems (i.e., in many countries violence prevention was not under the guise of one particular agency or ministry), most have not developed a coordinated policy focusing on the prevention of violence and physical aggression. It is hypothesized that leaders in democratic countries, who must run for election every 4 to 6 years, may feel a need to focus on short-term planning rather than long-term preventive policies since the costs, but not the benefits for the latter would be incurred while they still served in office. We also noted a general absence of expertise beyond those within scientific circles. The need for these ideas to be more widely accepted will be an essential ingredient to real and sustaining change. This means that there must be better communication and increased understanding between researchers and policy makers. Toward those ends, the recent establishment of the Campbell Collaboration, formed to provide international systematic reviews of program effectiveness, will make these results more available and accessible to politicians, administrators and those charged with making key policy decision

    HBO-Monitor 2016

    No full text
    Onder auspiciĂ«n van de Vereniging Hogescholen voert het ROA jaarlijks de HBO-Monitor uit. De HBO-Monitor is een instrument waarmee hogescholen ieder jaar de arbeidsmarktpositie van hun afgestudeerden kunnen vaststellen en waarmee zij kunnen zien in hoeverre hun opleidingen aansluiten op de eisen in de beroepspraktijk. In het afgelopen decennium heeft de HBO-Monitor zich ontwikkeld tot een zeer gezaghebbend instrument dat ook model heeft gestaan voor de ontwikkeling van vergelijkbare instrumenten in andere onderwijssectoren (bijvoorbeeld de WO-Monitor). Uit het feit dat meer dan 85% van de hogescholen op vrijwillige basis participeren, kan worden afgeleid dat het gezien wordt als een instrument van de sector zelf. De HBO-Monitor bestaat uit een enquĂȘte via internet, die ter verhoging van de respons wordt aangevuld met een benadering via een schriftelijke vragenlijst. Deze enquĂȘte wordt ieder najaar gehouden onder afgestudeerden van het daaraan voorafgaande studiejaar. Dit betekent dat de enquĂȘte ongeveer anderhalf jaar na het afstuderen plaatsvindt. Alle opleidingssectoren van het hbo zijn in de monitor vertegenwoordigd. Voor de opleidingssector kunst is een specifiek op deze sector gerichte Kunsten-Monitor ontwikkeld. De informatie uit dit sectorspecifieke deelinstrument is op kernpunten vergelijkbaar met de informatie uit de overige opleidingssectoren van het hbo. De HBO-Monitor levert zowel uitkomsten per hogeschool, als representatieve landelijke resultaten op. Databestand n.a.v. schoolverlatersenquĂȘte onder de gediplomeerde uitstroom van het HBO (meetjaar 2016)

    BKDATA 1946-2007

    No full text
    Sinds begin jaren negentig heeft IVA Tilburg namens het ministerie van OCW grootschalige administratieve databestanden verzameld met informatie over individuele subsidies aan en gesubsidieerde opdrachten aan en gesubsidieerde kunstaankopen van beeldende kunstenaars in Nederland. De verzamelde data werden in een aantal stappen samengevoegd (geaggregeerd) tot een groot analysebestand dat ‘BKDATA’ is gaan heten. In eerste aanleg is BKDATA opgebouwd met data na de inwerkingtreding van het nieuwe subsidiestelsel in 1984. Jaarlijks werden nieuwe gegevens geleverd en aan BKDATA gekoppeld. Steeds werd over de aanvullingen gerapporteerd. De laatste update is een aanvulling met gegevens uit 2007. Mettertijd zijn ook de gegevens over de Beeldende-Kunstenaarsregeling (BKR) toegevoegd zodat BKDATA de periode 1946-2007 beslaat. Er is een groot aantal publicaties over het bestand verschenen, niet alleen updates maar ook speciale rapportages bijvoorbeeld over fotografen in het stelsel, startende kunstenaars (met startstipendia) of kunstenaars die wel en die niet in de BKR hebben gezeten

    SchoolverlatersenquĂȘte onder de gediplomeerde uitstroom van het HBO (meetjaar 2017)

    No full text
    Onder auspiciĂ«n van de Vereniging Hogescholen voert het ROA jaarlijks de HBO-Monitor uit. De HBO-Monitor is een instrument waarmee hogescholen ieder jaar de arbeidsmarktpositie van hun afgestudeerden kunnen vaststellen en waarmee zij kunnen zien in hoeverre hun opleidingen aansluiten op de eisen in de beroepspraktijk. In het afgelopen decennium heeft de HBO-Monitor zich ontwikkeld tot een zeer gezaghebbend instrument dat ook model heeft gestaan voor de ontwikkeling van vergelijkbare instrumenten in andere onderwijssectoren (bijvoorbeeld de WO-Monitor). Uit het feit dat meer dan 85% van de hogescholen op vrijwillige basis participeren, kan worden afgeleid dat het gezien wordt als een instrument van de sector zelf. De HBO-Monitor bestaat uit een enquĂȘte via internet, die ter verhoging van de respons wordt aangevuld met een benadering via een schriftelijke vragenlijst. Deze enquĂȘte wordt ieder najaar gehouden onder afgestudeerden van het daaraan voorafgaande studiejaar. Dit betekent dat de enquĂȘte ongeveer anderhalf jaar na het afstuderen plaatsvindt. Alle opleidingssectoren van het hbo zijn in de monitor vertegenwoordigd. Voor de opleidingssector kunst is een specifiek op deze sector gerichte Kunsten-Monitor ontwikkeld. De informatie uit dit sectorspecifieke deelinstrument is op kernpunten vergelijkbaar met de informatie uit de overige opleidingssectoren van het hbo. De HBO-Monitor levert zowel uitkomsten per hogeschool, als representatieve landelijke resultaten op

    Registratie, uitstroom en bestemming schoolverlaters BVE-Monitor 2015

    No full text
    De BVE-Monitor is gericht op schoolverlaters van de beroepsopleidende leerweg (BOL) en de beroepsbegeleidende leerweg (BBL). Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. De financiering ligt thans bij OCW, SZW, LNV en de deelnemende onderwijsinstellingen. Met het onderzoek wordt de overgang van school naar werk dan wel het vervolgtraject in het onderwijs in kaart gebracht. De schoolverlaters worden ongeveer anderhalf jaar na het verlaten van de opleiding ondervraagd door middel van een schriftelijke/internet vragenlijst. Deze vragenlijst bestaat uit een gedeelte dat voor elke onderwijssoort identiek is en uit een variabel gedeelte waarbij de inhoud afhankelijk is van de onderwijssoort en/of de opleidingssector. Bij de BVE-Monitor ligt de nadruk met name op het vervolgonderwijs en de intrede op de arbeidsmarkt. Databestand n.a.v. schoolverlatersenquĂȘte onder de gediplomeerde uitstroom van het BVE (meetjaar 2015)

    Registratie, uitstroom en bestemming schoolverlaters VO-Monitor 2015

    No full text
    De VO-Monitor is gericht op schoolverlaters van het algemeen voortgezet onderwijs (HAVO, VWO) en het voorbereidend beroepsonderwijs (VMBO). Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. Met het onderzoek wordt de overgang van school naar werk dan wel het vervolgtraject in het onderwijs in kaart gebracht. De schoolverlaters worden ongeveer anderhalf jaar na het verlaten van de opleiding ondervraagd door middel van een schriftelijke/internet vragenlijst. Deze vragenlijst bestaat uit een gedeelte dat voor elke onderwijssoort identiek is en uit een variabel gedeelte waarbij de inhoud afhankelijk is van de onderwijssoort en/of de opleidingssector. Voor schoolverlaters van HAVO en VWO ligt het accent op de doorstroom naar vervolgonderwijs, waarbij vooral de aansluiting met het hoger onderwijs aan bod komt. Bij VMBO wordt vooral het bereiken van een startkwalificatie belicht alsmede de doorstroom naar de arbeidsmarkt. Databestand n.a.v. schoolverlatersenquĂȘte onder de gediplomeerde uitstroom van het AVO/VMBO (meetjaar 2015)

    Bewegingsonderwijs PO, 0-meting 2013

    No full text
    Het doel van deze nulmeting is om meer inzicht te krijgen in de lestijd en de bevoegdheid van de leraar voor bewegingsonderwijs in het primair onderwijs. Aspecten die aan bod komen, zijn de ingeroosterde lestijd per groep, de effectieve lestijd, de mate waarin scholen vakleerkrachten bewegingsonderwijs inzetten en de manier waarop de inzet van groepsleerkrachten bij het bewegingsonderwijs is georganiseerd. Daarnaast beoogt het onderzoek meer zicht te geven op de kwaliteit van het gerealiseerde bewegingsonderwijs

    Roze Vragenlijst 2010 - RV2010

    No full text
    Let op: dit is niet de meest recente versie van de data. Zie het veld 'Relation' voor een link naar de nieuwe versie. In het kader van het onderzoek naar acceptatie van homoseksualiteit in Nederland dat het SCP uitvoert voor de coördinerend minister voor het lesbisch- en homo-emancipatiebeleid, is in 2010 een grootschalige enquĂȘte gehouden onder homoseksuele vrouwen en mannen. Hierin is onder meer uitgebreid ingegaan op negatieve ervaringen en reacties die te maken hebben met de seksuele voorkeur. De data van de Roze Vragenlijst 2010 zijn verzameld via een online-enquĂȘte in periode 17 oktober 2010 tot en met 31 december 2010. De doelgroep was seksuele minderheden: lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen en transgenders. Om de doelgroep op te roepen tot deelname is via online- en offlinemethoden gewerkt. Zo zijn er oproepen geplaatst op tal van websites die gericht zijn op de doelgroep, en is geworven via Facebook, Hyves, Twitter, mailinglijsten en nieuwsbrieven. Ook hebben er oproepen gestaan op een aantal algemene websites (zoals www.telegraaf.nl) en was er aandacht voor het onderzoek op het Radio 1-Journaal. Daarnaast is een wervingsteam op pad geweest om bij feesten en evenementen voor de doelgroep respondenten te werven en zijn er flyers gestuurd naar diverse homonetwerken en uitgaansgelegenheden. In totaal hebben ruim 5660 respondenten de vragenlijst helemaal afgemaakt. Na opschoning van de data bleven er 5420 respondenten over, van wie iets meer vrouwen (2852) dan mannen (2568)

    Registratie, uitstroom en bestemming schoolverlaters VO-Monitor 2014

    No full text
    De VO-Monitor is gericht op schoolverlaters van het algemeen voortgezet onderwijs (HAVO, VWO) en het voorbereidend beroepsonderwijs (VMBO). Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. Met het onderzoek wordt de overgang van school naar werk dan wel het vervolgtraject in het onderwijs in kaart gebracht. De schoolverlaters worden ongeveer anderhalf jaar na het verlaten van de opleiding ondervraagd door middel van een schriftelijke/internet vragenlijst. Deze vragenlijst bestaat uit een gedeelte dat voor elke onderwijssoort identiek is en uit een variabel gedeelte waarbij de inhoud afhankelijk is van de onderwijssoort en/of de opleidingssector. Voor schoolverlaters van HAVO en VWO ligt het accent op de doorstroom naar vervolgonderwijs, waarbij vooral de aansluiting met het hoger onderwijs aan bod komt. Bij VMBO wordt vooral het bereiken van een startkwalificatie belicht alsmede de doorstroom naar de arbeidsmarkt. Databestand n.a.v. schoolverlatersenquĂȘte onder de gediplomeerde uitstroom van het AVO/VMBO (meetjaar 2014)

    Registratie, uitstroom en bestemming schoolverlaters BVE-Monitor 2014

    No full text
    De BVE-Monitor is gericht op schoolverlaters van de beroepsopleidende leerweg (BOL) en de beroepsbegeleidende leerweg (BBL). Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. De financiering ligt thans bij OCW, SZW, LNV en de deelnemende onderwijsinstellingen. Met het onderzoek wordt de overgang van school naar werk dan wel het vervolgtraject in het onderwijs in kaart gebracht. De schoolverlaters worden ongeveer anderhalf jaar na het verlaten van de opleiding ondervraagd door middel van een schriftelijke/internet vragenlijst. Deze vragenlijst bestaat uit een gedeelte dat voor elke onderwijssoort identiek is en uit een variabel gedeelte waarbij de inhoud afhankelijk is van de onderwijssoort en/of de opleidingssector. Bij de BVE-Monitor ligt de nadruk met name op het vervolgonderwijs en de intrede op de arbeidsmarkt. Databestand n.a.v. schoolverlatersenquĂȘte onder de gediplomeerde uitstroom van het BVE (meetjaar 2014)
    corecore