160 research outputs found
Doorzicht in de kosten van KRW-maatregelen
In de periode 2008-2009 zijn de waterbeheerders in Nederland druk bezig geweest de waterkwaliteitsdoelen en bijbehorende maatregelen voor de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) te formuleren. Het is niet eenvoudig gebleken om op landelijk niveau een afgewogen bestuurlijke besluitvorming over kosteneffectieve maatregelpakketten te laten plaatsvinden. LEI en ARCADIS hebben een analyse uitgevoerd zodat waterbeheerders in de toekomst over kosteneffectieve en doelmatige maatregelpakketten kunnen beschikke
Landbouwkosten van KRW-maatregelen
LNV heeft het LEI opdracht gegeven voor 3 analyses van de effecten van KRW-maatregelen op de landbouw. Ten eerste is de landelijke KRW-maatregelendatabase (versie november 2008) geanalyseerd met het SMART-raamwerk. SMART staat voor de mate, waarin maatregelen Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden zijn. Daarnaast is er een inschatting gemaakt van de gevolgen van de maatregelen voor de landbouw. Tot slot is er ook gekeken hoe groot de gevolgen van KRW-maatregelen zijn op bedrijfsniveau met als voorbeeld de mogelijke invoering van bufferstroke
Disproportionele maatregelen : argumentatielijn en stappenplan
In 2015 moet Nederland beschikken over grond- en oppervlaktewater van voldoende kwaliteit. De KRW biedt de ruimte om in specifieke gevallen de doelen later dan in 2015 te bereiken of om lagere doelstellingen te hanteren (of een combinatie van beide). Dat is het geval wanneer de inspanningen op het gebied van waterbeheer zo groot zijn dat economische en maatschappelijke belangen ernstig in het gedrang komen. Dat kunnen ook belangen zijn van voor LNV relevante sectoren als landbouw, natuur en beroepsvisserij. Maatregelen die onevenredig grote economische of maatschappelijke kosten met zich meebrengen heten in de KRW disproportioneel. In dit rapport is een stappenplan gemaakt waarin technische, economische en financiële onderbouwing wordt onderscheiden. De werkbaarheid van dit stappenplan is nu getoets
Combineren van regionale opgaven bespaart overheden tijd en geld
Bestuurders staan voor verschillende beleidsopgaven in gebieden, zoals de Kaderrichtlijn Water (KRW), het Deltaprogramma, Natura 2000 en beleid op het gebied van infrastructuur en ruimte. De beleidscycli van deze regionale opgaven verlopen vaak niet parallel en de verantwoordelijke overheden (Rijk, provincie, gemeente of waterschap) verschillen per beleidsopgave. Afstemming van regionale opgaven van verschillende overheden, in verschillende fasen van het gebiedsproces, biedt voordelen. Deze resultaten zijn gebaseerd op de cases Sarsven en de Banen (nabij Nederweert) en de Vierde Bergboezem (nabij Breda)
Verkenning van aanvullende maatregelen in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof : een verkenning van de gevolgen voor milieu en economie
Dit rapport is een verkenning van de gevolgen van mogelijke aanvullende stikstofmaatregelen die in het kader van de PAS kunnen worden genomen, om op die wijze ruimte te creëren voor economische ontwikkeling. Hierbij zijn de effectiviteit, kosten en de sociaaleconomische gevolgen van verschillende maatregelen geanalyseerd. De verkenning van de gevolgen van maatregelen voor de stikstofdepositie is uitgevoerd voor een selectie van 48 stikstofbelaste Natura 2000-gebieden. De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) beoogt een bijdrage te leveren aan het stoppen van de achteruitgang van de biodiversiteit. Tegelijkertijd wil de PAS de impasse rond vergunningverlening in het kader van de Natuurbeschermingswet doorbreken
Cultivation of shear stress sensitive and tolerant microalgal species in a tubular photobioreactor equipped with a centrifugal pump
The tolerance to shear stress of Tetraselmis suecica, Isochrysis galbana, Skeletonema costatum, and Chaetoceros muelleri was determined in shear cylinders. The shear tolerance of the microalgae species strongly depends on the strain. I. galbana, S. costatum, and C. muelleri exposed to shear stress between 1.2 and 5.4 Pa resulted in severe cell damage. T. suecica is not sensitive to stresses up to 80 Pa. The possibility to grow these algae in a tubular photobioreactor (PBR) using a centrifugal pump for recirculation of the algae suspension was studied. The shear stresses imposed on the algae in the circulation tubes and at the pressure side of the pump were 0.57 and 1.82 Pa, respectively. The shear stress tolerant T. suecica was successfully cultivated in the PBR. Growth of I. galbana, S. costatum, and C. muelleri in the tubular PBR was not observed, not even at the lowest pumping speed. For the latter shear sensitive strains, the encountered shear stress levels were in the order of magnitude of the determined maximum shear tolerance of the algae. An equation was used to simulate the effect of possible damage of microalgae caused by passages through local high shear zones in centrifugal pumps on the total algae culture in the PBR. This simulation shows that a culture of shear stress sensitive species is bound to collapse after only limited number of passages, confirming the importance of considering shear stress as a process parameter in future design of closed PBRs for microalgal cultivation
Economisch perspectief van de PAS. Baten en kosten van de Programmatische Aanpak Stikstof in Natura 2000-gebieden
De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), onderdeel van Natura 2000, is economisch voordelig voor ons land. Van 2013 tot 2020 zijn de economische baten zo'n 100-200 mln. euro/jaar hoger dan de kosten. De baten van de PAS voor de sectoren landbouw, industrie en verkeer en vervoer bedragen in die periode naar schatting 200 tot 300 mln. euro/jaar, terwijl de economische kosten op een kleine 100 mln. euro/jaar worden geschat. De PAS leidt tot duidelijkheid voor ondernemers. Die duidelijkheid levert economisch voordeel op. De veehouderij bij de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden kan zich blijven ontwikkelen, wat met name gunstig is voor de rundveehouderij. De PAS is daarnaast voor ondernemers gunstig, omdat ze minder on-derzoekskosten voor het verkrijgen van een Natuurbeschermingswetvergunning hoeven te maken. Andere baten van de PAS, die ontstaan bij de aanleg van wegen en in de industrie, blijken moeilijk te kwantificeren vanwege het ontbreken van voldoende gegevens
Sociaaleconomisch perspectief van de PAS : effecten van de Programmatische Aanpak Stikstof
De sociaaleconomische effecten van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) zijn tot 2030 op landelijke schaal overwegend neutraal tot positief. De PAS heeft een positief effect op de werkgelegenheid. De verdeling van de lusten en lasten geeft een divers beeld. Het energieverbruik op intensieve veebedrijven neemt als gevolg van de PAS toe. De PAS pakt neutraal uit voor de omvang van lokale en regionale voorzieningen . De PAS heeft geen invloed op de schadelijke effecten van stikstof voor de volksgezondheid; wel neemt de geurhinder af . De effecten van de PAS op het landschap en op ruimtelijke ontwikkelingen zijn tegengesteld en verschillend van aard
Long-term follow-up including extensive complement analysis of a pediatric C3 glomerulopathy cohort
BACKGROUND: C3 glomerulopathy (C3G) is a rare kidney disorder characterized by predominant glomerular depositions of complement C3. C3G can be subdivided into dense deposit disease (DDD) and C3 glomerulonephritis (C3GN). This study describes the long-term follow-up with extensive complement analysis of 29 Dutch children with C3G. METHODS: Twenty-nine C3G patients (19 DDD, 10 C3GN) diagnosed between 1992 and 2014 were included. Clinical and laboratory findings were collected at presentation and during follow-up. Specialized assays were used to detect rare variants in complement genes and measure complement-directed autoantibodies and biomarkers in blood. RESULTS: DDD patients presented with lower estimated glomerular filtration rate (eGFR). C3 nephritic factors (C3NeFs) were detected in 20 patients and remained detectable over time despite immunosuppressive treatment. At presentation, low serum C3 levels were detected in 84% of all patients. During follow-up, in about 50% of patients, all of them C3NeF-positive, C3 levels remained low. Linear mixed model analysis showed that C3GN patients had higher soluble C5b-9 (sC5b-9) and lower properdin levels compared to DDD patients. With a median follow-up of 52Â months, an overall benign outcome was observed with only six patients with eGFR below 90Â ml/min/1.73 m(2) at last follow-up. CONCLUSIONS: We extensively described clinical and laboratory findings including complement features of an exclusively pediatric C3G cohort. Outcome was relatively benign, persistent low C3 correlated with C3NeF presence, and C3GN was associated with higher sC5b-9 and lower properdin levels. Prospective studies are needed to further elucidate the pathogenic mechanisms underlying C3G and guide personalized medicine with complement therapeutics. GRAPHICAL ABSTRACT: [Image: see text] SUPPLEMENTARY INFORMATION: The online version contains supplementary material available at 10.1007/s00467-021-05221-6
Theory of the first-order isostructural valence phase transitions in mixed valence compounds YbIn_{x}Ag_{1-x}Cu_{4}
For describing the first-order isostructural valence phase transition in
mixed valence compounds we develop a new approach based on the lattice Anderson
model. We take into account the Coulomb interaction between localized f and
conduction band electrons and two mechanisms of electron-lattice coupling. One
is related to the volume dependence of the hybridization. The other is related
to local deformations produced by f- shell size fluctuations accompanying
valence fluctuations. The large f -state degeneracy allows us to use the 1/N
expansion method. Within the model we develop a mean-field theory for the
first-order valence phase transition in YbInCu_{4}. It is shown that the
Coulomb interaction enhances the exchange interaction between f and conduction
band electron spins and is the driving force of the phase transition. A
comparison between the theoretical calculations and experimental measurements
of the valence change, susceptibility, specific heat, entropy, elastic
constants and volume change in YbInCu_{4} and YbAgCu_{4} are presented, and a
good quantitative agreement is found. On the basis of the model we describe the
evolution from the first-order valence phase transition to the continuous
transition into the heavy-fermion ground state in the series of compounds
YbIn_{1-x}Ag_{x}Cu_{4}. The effect of pressure on physical properties of
YbInCu_{4} is studied and the H-T phase diagram is found.Comment: 17 pages RevTeX, 9 Postscript figures, to be submitted to Phys.Rev.
- …