114 research outputs found

    Regional transitions of low educated schoolleavers in the Netherlands

    Get PDF
    This paper deals with the question of regional variation in two transitions that low educated can make. The first transition is the choice between learning through versus not learning and entering the labour market. Second, if they enter the labour market, the question is whether there is a regional difference in outcomes in terms of earned wages. Several explanatory regional circumstances are considered like urbanization and regional economic growth. The questions are analyzed using data of a schoolleaverssurvey in the period of 1996-2008 in the Netherlands.

    Children and young adults born small for gestational age (SGA) : GH-IGF-IGFBP axis, insulin sensitivity, adipocytokines and body composition during and after growth hormone treatment

    Get PDF
    This doctoral thesis gives a detailed account of various studies, performed in short children born small for gestational age (SGA) participating in the third Dutch GH trial (IUGR-3 study), and in young SGA adults previously treated with GH in the first Dutch GH trial (SGA follow-up study). This chapter describes defi nitions of SGA, preval

    Transitions of low educated graduates

    Full text link
    This paper deals with the question of regional variation in two transitions that low educated can make. The first transition is the choice between learning through versus not learning and entering the labour market. Second, if they enter the labour market, the question is whether there is a regional difference in outcomes in terms of earned wages. Several explanatory regional circumstances are considered like urbanization and regional economic growth. The questions are analyzed using data of a schoolleaverssurvey in the period of 1996-2008 in the Netherlands

    Labour Market Performance and School Careers of Low Educated Graduates

    Get PDF
    It is well-known that those with lower levels of education and school drop-outs are less successful in the labour market. The aim of this paper is to shed light on the determinants to continue in education to at least the minimum level defined by the Lisbon Treaty 2000, the so-called starting qualification. We focus especially on the impact of the regional labour market situation and possible spill-over effects due to the presence of higher educated. In addition to that we analyze the differences in successfully finding a job between those who do and those who do not have obtained a starting qualification. We find that regional factors have a significant impact on the decision to (not) continue education and on the chance to get a job. The most striking result we found is that a prosperous regional labor market situation stimulates individuals to accept a job and dropout of school before they reach the level of the start-qualification. They seem to prefer the short term goal of earning money above an investment in schooling of which the benefits will occur in the future. We find evidence for positive spillovers between higher and lower educated, but no evidence for negative crowding out effects. Nevertheless, personal aspects and school/education satisfaction are found to be at least as relevant in school continuation decisions and labour market outcomes of low educated school-leavers

    Vinkhuizen op je gezondheid!: een procesevaluatie

    Get PDF
    Vinkhuizen is een wijk waar veel mensen wonen met een lage SES (Sociaaleconomische Status) en er bovengemiddeld sprake is van overgewicht. Door op een impliciete manier bewoners bewust te maken van het thema Gezondheid, is getracht het percentage te verminderen. Deze rapportage is een procesevaluatie van het project ‘Vinkhuizen op je Gezondheid!’ over de periode mei 2011 tot en met juni 2014. De procesevaluatie bestond uit 2 fases, waarbij deze rapportage zich voornamelijk richt op fase 2. De naam van het project is tijdens het onderzoek veranderd, waar eerder werd gesproken over ‘Dik doun in Grunn’ is het project omgedoopt tot “Vinkhuizen op je Gezondheid!” en in de rest van deze rapportage wordt deze titel gebruikt. Voor fase 2 is door middel van 10 diepte-interviews met alle professionals van de projectgroep, 5 telefonische interviews met professionals van de zogenaamde flexibele schil en het afnemen van 60 enquĂȘtes onder de bewoners van de wijk Vinkhuizen getracht een antwoord te geven op elf deelvragen en de hoofdvraag. De flexibele schil bestaat uit professionals die wel meewerken aan enkele activiteiten van het project, maar niet in de projectgroep zitten. In dit project is een projectgroep gevormd met professionals die in de wijk werkzaam zijn. De vorming van deze projectgroep bleek een positieve werking te hebben op de samenwerking tussen de verschillende professionals in de wijk. Ze wisten elkaar sneller en vaker te vinden en verwezen vaker naar elkaar door. De professionals adviseerden voor vergelijkbare projecten om zo vroeg mogelijk te beginnen met de samenwerking tussen professionals, omdat uit dit project blijkt dat dit de samenwerking ten goede komt. Dit lijkt ook van belang voor de samenwerking met scholen (onderwijs) en huisartsen (gezondheidszorg). Hoewel verscheidene inspanningen geleverd werden (benaderen scholen met betrekking tot het project, maken van een sociale kaart organisaties in de wijk voor huisartsen), bleken scholen en huisartsen moeilijk te mobiliseren door verscheidene redenen. Uit een interview met een praktijkondersteuner van het gezondheidscentrum kwam naar voren dat de huisartsen zich goed geĂŻnformeerd voelden over het project, maar graag vanaf de zijlijn betrokken wilden zijn. Door middel van het betrekken van huisartsen en scholen bij de projectontwikkelingsfase en bij beslissingsproces over het project, is de kans groot dat zij zich ‘eigenaar’ gaan voelen van het project. Op deze manier wordt getracht om de scholen en huisartsen meer te committeren aan het project. Met als gevolg dat de inbreng van en samenwerking met scholen en huisartsen verbetert. Een belangrijk punt is hoe structureel het thema Gezondheid ingebed is bij organisaties. De leden van de projectgroep zijn het er over eens dat dit voldoende gebeurd is. Toch zien de professionals ook het belang van een aanjager om te voorkomen dat het thema Gezondheid langzaam van de agenda verdwijnt. De professionals van de projectgroep blijven elkaar in andere gremia zien. Echter weten ze niet of dit nog zo is over enkele jaren wanneer er geen geld en tijd meer beschikbaar is. Het is daarom belangrijk dat het thema Gezondheid ook borging krijgt op beleidsniveau voor langere termijn, zodat de continuĂŻteit beter gewaarborgd blijft. Tijdens dit project is dat gebeurd bij bijvoorbeeld het Centrum voor Jeugd en Gezin en buurtcentrum ‘de Wende’. 2 Door aan te sluiten bij bestaande structuren en voorzieningen was het eenvoudiger om het thema gezondheid in organisaties in te bedden. Dit bleek ook een kwestie van de lange adem en het voortdurend weer op de agenda zetten van het onderwerp bij de organisaties. Op den duur raakt het ingebed in het denkkader van de professionals en is een belangrijke doelstelling behaald. De meeste projectgroep leden hebben het gevoel en geven aan dat dit gelukt is. Zowel bij publieke als private partijen bleek het principe voor wat, hoort wat op te gaan. De wederkerigheid heeft hierbij een samenbindend karakter. Professionals en organisaties zijn vaak bereid om geld en uren in een project te steken, maar willen hier wel wat voor terug zien. Dit kan zijn de uitbreiding van de klantenkring. De samenwerking tussen publiek en private partijen verliep wisselend. Er waren succesvolle activiteiten (open dag van Vinkhuizen), maar onder de professionals heerste ook het gevoel dat er meer uitgehaald kon worden. Aansluiting bij de grotere activiteiten lijkt goed te werken omdat deze activiteiten ook een groter bereik hebben onder de bewoners. Het bereik van het project onder bewoners in Vinkhuizen bleek 25%. Onder bereik wordt verstaan of bewoners een activiteit kennen. Er moet opgemerkt worden dat het project duidelijk als doelstelling had om impliciet het thema Gezondheid bewust te laten worden onder professionals en bewoners en dat bereik van het project daarom moeilijk meetbaar was. Wanneer een soortgelijk en of vervolg project als doelstelling heeft om het bereik onder bewoners te verhogen, zou de projectnaam als merknaam weggezet kunnen worden. In ‘Vinkhuizen op je Gezondheid!’ is hier bewust niet voor gekozen, omdat het een impliciete benadering had. Ook moet dan wel de geschikte middelen en mankracht beschikbaar zijn om dit te bewerkstelligen

    Person-oriented citizenship education in public secondary education

    Get PDF
    The generation of young people growing up in this challenging and ever-changing 21st-century society needs a solid foundation, and meaningful framework to participate in Dutch society as a resilient, responsible and conscious person. Young people need time and space to develop their own identity through thinking about values, norms and motives. They also need this to reflect on what gives meaning and direction to life. This is exactly what worldview education is all about. A worldview is a coherent set of ideas, experiences, values and images that a person develops about themselves, about living together with others, and about the world. Everyone has a perspective on life and this perspective is influenced by cultures, religion, or other (more secular) worldviews such as humanism. When we talk about worldview education, we distinguish two components. The first component is knowledge about and from different religions and worldviews. The second component is the development of a personal worldview and the unfolding of ones own identity. Worldview education is important because it helps young people to develop a moral compass that gives direction and meaning to life. Furthermore, it gives them roots which empower them in today's challenging society. All schools should recognise the relevance of worldview education and should give structural attention to this subject in their vision and curriculum. In the Netherlands, confessional secondary education offers worldview education as school subject "levensbeschouwing" (worldview education) or "godsdienst" (religious education). Most public secondary schools, however, do not offer any worldview education. Two reasons explain why most public secondary schools do not offer worldview education. First, Dutch public schools are established and managed by the government. The Dutch government has a neutral attitude towards certain topics such as religion, identity and worldview. Public education adopted this neutral attitude and substantiated this by arguing that all forms of confessional worldview education should take place outside of public education. This is called the active neutral attitude of public education. Second, worldview education is associated with (confessional) religious education and this association consists out of two parts: the religious identity of confessional schools (which is where confessional worldview education is taught) and the teaching of one specific religion in these schools (instead of learning about and from different religions and worldviews). However, we want to argue that public education still does justice to its identity and assignment when offering worldview education in an active pluralistic way. Public schools claim to be a meeting place for children with different backgrounds because every student, regardless of belief culture, or other background, is welcome at a public school. This diversity is a distinctive aspect of the identity of a public school. Worldview education pays attention to this diversity and teaches about different religions and worldviews that play a role in society. Giving equal attention to different cultures, religions and worldviews is more "neutral" than giving preference to a secular vision where none of these subjects are taught. Apart from the above, the government has given public education the obligatory task that is called "active pluralism", which means that public schools have to pay attention to diversity in society, that students have to reflect critically on their own worldview, and that they should discuss different religions and worldviews with respect and without prejudice. One could say that, because of its identity and assignment, public education in particular is the place where worldview education should have a structural place. We argue that worldview education could have this structural place in public education by connecting worldview education to citizenship education. Citizenship education consists of three different domains: democracy, participation and identity. Worldview education is interwoven with all of these three domains, but especially with the domain "identity" and is, therefore, an essential part of citizenship education. Based on these three domains of citizenship education, two substantive aspects of citizenship education can be distinguished: society-oriented citizenship education (based on the democracy domain) and person-oriented citizenship education (based on the identity domain). Participation is an important part of both domains and an overall purpose of citizenship education and can, therefore, be seen as the overarching domain. Person-oriented citizenship education is about identity development and consists of five different elements: worldview and religious literacy, meaning-giving, personhood formation, active encounter and critical thinking. This means that person-oriented citizenship education overlaps with worldview education. Therefore, person-oriented citizenship education is the solution for public secondary schools to offer worldview education. Person-oriented citizenship education offers important elements of worldview education, and has no association with learning in a specific religion or with confessional schools. Furthermore, this education is in line with the identity and task of public secondary schools. In conclusion: it is important that public secondary schools give structural attention to person-oriented citizenship education. This can be done in two ways. First of all, it should be part of the school policy and, therefore, in public secondary schools person-oriented citizenship education ought to be accommodated in the vision, mission and goals of the school. Secondly, person-oriented citizenship education should get a structural place in the curriculum of the school as an independent subject, or as part of other already existing related subjects
    • 

    corecore