322 research outputs found
Adverse Selection and Consumer Inertia:Empirical Evidence from the Dutch Health Insurance Market
This paper examines to what extent consumer inertia can reduce adverse selection in health insurance markets. To this end, we investigate consumer choice of deductible in the Dutch health insurance market over the period 2013-2018, using panel data based on a large random sample of all insured individuals in the Netherlands. The Dutch health insurance market offers a unique setting for studying adverse selection, because during annual open enrollment periods all adults are free to choose an extra deductible up to 500 euro per year. By focusing on deductible choices of those who do not switch health plans, we are able to examine the adverse selection effect in absence of distortions caused by other health plan attributes. Our dynamic logit model reveals clear evidence of adverse selection, but we also find that it is counteracted by a high level of consumer inertia
Steering them softly with a quality label? A case study analysis of a patient channelling strategy without financial incentives
Steering patients to lower priced and/or higher quality providers can increase the value of a healthcare system. In a managed care setting, health insurers may use financial incentives for this purpose. However, introducing cost-sharing differences among providers may cause enrolee discontent, which may result in disenrollment. Simply informing and guiding enrolees to preferred providers without financial incentives may therefore be an attractive alternative for insurers. But the effectiveness of such a soft channelling strategy is unclear. This paper investigates whether a Dutch health insurer's strategy of designating preferred hospitals for breast cancer surgery and for inguinal hernia repair affected its enrolees' hospital choices. In October 2008, preferred hospitals received a quality label (‘TopCare’) because of their high-quality performances in previous years. The insurer recommended these hospitals to enrolees without a financial incentive. Individual patient-level claims data from the insurer over a 5-year period (2006–2010) and a conditional logit choice model was used. Our study samples for breast cancer surgery and inguinal hernia repair included 7985 and 17,292 patients, respectively. It is found that for both procedures, patients ex ante already had a certain preference for the hospitals designated by the insurer as top-quality providers, even when considering possible additional travel time. Also, for both procedures, patient choice did not differ significantly before and after the launch of the TopCare label. The quality label did not increase patient demand for preferred hospitals. Thus, the insurer's strategy to steer patients to preferred hospital alternatives without a financial incentive was not effective
Hand in hand : op zoek naar de juiste balans tussen marktwerking en overheidsingrijpen in de gezondheidszorg
In Nederland en tal van andere landen wordt bij de organisatie van gezondheidszorg in toenemende mate gebruik gemaakt van marktprikkels. Dit betekent dat voor de afstemming van vraag en aanbod van zorg niet langer wordt vertrouwd op gedetailleerde aanbod- en prijsregulering door de overheid. In plaats daarvan speelt onderlinge concurrentie een steeds belangrijkere rol. Deze marktwerking vormt natuurlijk geen doel op zich, maar is een middel om te komen tot betere zorg tegen de juiste prijs. Dit is echter geen vanzelfsprekendheid, want de zorg is geen gewone markt. Marktordening in de gezondheidszorg is dan ook verre van eenvoudig. Er is sprake van een complexe zoektocht naar de juiste balans tussen marktwerking en overheidsingrijpen. Deze sluiten elkaar niet uit, maar dienen hand in hand te gaan.
In het Nederlandse zorgstelsel is daarom gekozen voor gereguleerde marktwerking. Gerelateerd hieraan staan in deze oratie drie onderwerpen centraal. Ten eerste wordt ingegaan op het belang van effectief toezicht op eerlijke concurrentie. Helaas heeft de mededingingsautoriteit gedurende de afgelopen vijftien jaar bij een flink aantal ziekenhuisfusies het licht te gemakkelijk op groen gezet. Misbruik van regionale machtsposities ligt hierdoor op de loer. Ten tweede wordt benadrukt dat zorgverzekeraars het keuzegedrag van hun verzekerden moeten kunnen beïnvloeden. Verzekeraars staan in de contractonderhandelingen met zorgaanbieders namelijk sterker wanneer zij hen in ruil voor gunstige contractvoorwaarden meer patiënten kunnen toezeggen. Ten derde wordt besproken dat zorgaanbieders in het geval van tekortschietende prestaties, verkeerde investeringen en/of mismanagement failliet moeten kunnen gaan. Om onnodige financiële problemen te voorkomen, is het verstandig om het huidige verbod op winstuitkering voor ziekenhuizen onder de juiste voorwaarden los te laten
Patient choice, competition and antitrust enforcement in Dutch hospital markets
De NMa moet de mededingingseffecten van ziekenhuisfusies strenger toetsen. Zo luidt een van de beleidsaanbevelingen die volgt uit het promotie-onderzoek van Marco Varkevisser.
In het huidige Nederlandse zorgstelsel moet onderlinge concurrentie ziekenhuizen motiveren om de zorgverlening doelmatig te organiseren en goede zorg te leveren. Dit vereist tenminste dat zorgverzekeraars en patiënten uit voldoende ziekenhuizen kunnen kiezen. Iedere ziekenhuisfusie doet het aantal keuzemogelijkheden echter afnemen. De mededingingseffecten van fusies worden daarom vooraf getoetst door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). Een fusie die de concurrentie tussen ziekenhuizen te sterk verzwakt, dient in beginsel te worden verboden.
Varkevisser laat in zijn proefschrift echter zien dat, in vergelijking met de Verenigde Staten en Duitsland, de mededingingseffecten van ziekenhuisfusies in Nederland minder streng worden getoetst. De NMa lijkt vooral te willen voorkomen dat een ziekenhuisfusie onterecht wordt verboden. Volgens Varkevisser kan deze toegeeflijke houding negatieve gevolgen hebben voor de kwaliteit en betaalbaarheid van ziekenhuiszorg in Nederland. Het zou daarom beter zijn als de NMa zich sterker richt op het voorkomen dat een ziekenhuisfusie onterecht wordt goedgekeurd.
Om ziekenhuisfusies streng te toetsen is een goede afbakening van de relevante markt cruciaal. Varkevisser stelt in zijn proefschrift dat het noodzakelijk is dat de NMa meer gedetailleerd in kaart brengt welke Nederlandse ziekenhuizen in de ogen van patiënten onderling uitwisselbaar zijn en dus met elkaar concurreren. Hij betoogt dat het berekenen van zogeheten reistijdelasticiteiten hiervoor momenteel de meest geschikte methode is.
De basisverzekering zorgt ervoor dat reistijd feitelijk de enige prijs is die patiënten betalen voor ziekenhuiszorg. De reisbereidheid van patiënten is daardoor bepalend voor de concurrentie tussen ziekenhuizen. De NMa zou deze nieuwe methode dan ook moeten gaan toepassen bij het toetsen van ziekenhuisfusies.
Voor effectieve concurrentie tussen ziekenhuizen is het eveneens noodzakelijk dat meer en betere kwaliteitsinformatie beschikbaar komt. Uit het promotieonderzoek van Varkevisser blijkt dat patiënten naast reistijd ook de beschikbare kwaliteitsinformatie laten meewegen in hun ziekenhuiskeuze. De kwaliteitsinformatie die momenteel voor patiënten beschikbaar is, is echter incompleet, inconsistent en bovendien niet gecorrigeerd voor verschillen in zorgzwaarte.
Ziekenhuizen die veel ernstig zieke patiënten behandelen scoren daardoor automatisch slechter dan ziekenhuizen die vooral minder ernstig zieke patiënten behandelen. Deze tekortkoming kan ziekenhuizen aanzetten tot maatschappelijk ongewenst gedrag, zoals het selecteren van gunstige risico’s. De voordelen van concurrentie tussen ziekenhuizen worden dan niet gerealiseerd
Kwaliteitsinformatie en de marktaandelen van IVF-centra
Sinds 1997 zijn de prestaties van IVF-centra op internet onderling vergelijkbaar. Zorggebruikers lijken de beschikbare kwaliteitsinformatie te gebruiken. IVF-centra in de Randstad
met een hoger percentage doorgaande zwangerschappen hebben een groter marktaandeel
Hand in hand: op zoek naar de juiste balans tussen marktwerking en overheidsingrijpen in de gezondheidszorg
Marktordening in de gezondheidszorg is verre van eenvoudig. Er is sprake van een complexe zoek-tocht naar de juiste balans tussen marktwerking en overheidsingrijpen. Deze sluiten elkaar niet uit, maar dienen hand in hand te gaan. In het Nederlandse zorgstelsel is daarom gekozen voor ge-reguleerde marktwerking. Gerelateerd hieraan staan in deze oratie drie onderwerpen centraal, te weten mededingingstoezicht, keuzegedrag van patiënten en faillissementen & winstuitkerin
Industrie- en dienstenbeleid: een nadere verdieping
In dit onderzoek wordt een overzicht gegeven van de wetenschappelijke stand van zaken op het gebied van het industrie- en dienstenbeleid. In dat kader komt een drietal verschillende invalshoeken aan de orde, namelijk een internationale vergelijking van de beleidspraktijk, het debat over 'competitiveness' en het onderscheidende karakter van industrie- en dienstenbeleid. Om te beginnen wordt de beleidspraktijk van een aantal OESO-landen nader bekeken. Uit deze vergelijking komt naar voren dat in de ge?ndustrialiseerde wereld grofweg drie typen industriebeleid onderscheiden kunnen worden: het Angelsaksische, Rijnlandse en Mediterrane model. Traditioneel verschillen deze prototypen sterk van elkaar wat betreft doelstellingen, instrumenten, institutionele vormgeving en aandachtspunten in het beleid. Toch lijkt er momenteel sprake te zijn van een zekere mate van beleidsconvergentie. Zo is het industrie- en dienstenbeleid van veel landen tegenwoordig gericht op het versterken van de 'competitiveness' van de nationale economie. Van dit begrip bestaat echter geen eenduidige definitie. Sommige auteurs brengen het concurrentievermogen van een land in verband met exogene comparatieve voordelen, terwijl anderen wijzen op het belang van endogeen bepaalde competitieve voordelen. Binnen de laatste stroming verschilt men bovendien van mening of het landen of juist bedrijven zijn die met elkaar concurreren. Deze verschillende stromingen komen ieder tot een andere invulling van het begrip industriebeleid. Tenslotte wordt in het voorliggende onderzoeksrapport aandacht geschonken aan het specifieke karakter van industrie- en dienstenbeleid ten opzichte van andere vormen van overheidsbeleid. Een belangrijk aspect hierbij is dat veelal getracht wordt met behulp van industriebeleid bepaalde vormen van marktfalen te corrigeren. Gezien het feit dat het niet mogelijk is een pasklaar antwoord te geven op de vraag wat industrie- en dienstenbeleid nu feitelijk inhoudt, worden verschillende kennislacunes gesignaleerd. Het onderzoek wordt afgesloten met een aantal vragen die in vervolgonderzoek beantwoord zouden moeten worden
- …