Jurisprudentie internationaal en Europees socialezekerheidsrecht

Dit is de eerste keer dat de jaarkroniek ‘Jurisprudentie internationaal en Europees socialezekerheidsrecht’ verschijnt in dit tijdschrift, maar desalniettemin de achtste op rij.Met het oog op het profiel van TRA is de opzet gewijzigd. Na een bespreking van de meest in het oog springende uitspraken van het jaar, is de kroniek ingedeeld langs assen van de sociale risico’s, waarbij, in verband met de raakvlakken met het arbeidsrecht, de nadruk is komen te liggen op werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid. Met deze benadering konden heel wat interessante uitspraken op de wal worden getrokken. Als eerste van de ‘toppers’ gaan we in op een arrest van Hof van Justitie EG (HvJ EG) waarin wordt bezien of de uitsluiting van werkzoekenden van het recht op bijstand door de beugel kan van het Europese discriminatieverbod (paragraaf 1).Vervolgens besteden we aandacht aan een Poolse zaak waarin het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) de stopzetting van een onterecht toegekende uitkering zeer streng toetst (paragraaf 2). Als derde topper bespreken we de langverwachte uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) waarin deze zijn visie geeft op de verhouding tussen de tewerkstellingsplicht in de bijstand en het verbod op dwangarbeid, een onderwerp dat we inmiddels aanduiden als de “schoffelaarsproblematiek” (paragraaf 3). En ten slotte gaan we kort in op een oordeel van het Europese Comité voor Sociale Rechten over het recht op huisvesting voor illegalen, een uitspraak die ook voor de sociale zekerheid gevolgen heeft (paragraaf 4). Na deze toppers bespreken we uitspraken op het terrein van vijf sociale risico’s. In het kader van de Werkloosheidswet (WW) wordt onder meer aandacht besteed aan de verkorting van de maximale uitkeringsduur (paragraaf 5). Is dit te beschouwen als een ongerechtvaardigde ontneming van een eigendomsrecht? Bij ziekte en arbeidsongeschiktheid bezien we onder meer of het gewijzigde Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten naar het oordeel van de CRvB een verboden onderscheid naar leeftijd teweegbrengt (paragraaf 6). Bij het ouderdomsrisico komen we twee uitspraken over een wooneis tegen (paragraaf 7). Wat betreft de overige risico’s zijn met name de ziektekosten relevant. Pensionado’s klagen dat zij premies Zorgverzekeringswet (Zvw) moeten betalen voor de zorg die zij in hun woonland ontvangen. De CRvB heeft daarover prejudiciële vragen gesteld (paragraaf 8). Ten slotte hebben we nog aandacht voor enkele perikelen aan het front van de bijstand (paragraaf 9)

Kiri Heinrich Karl Abraham Eichstädtile

Rettig, Georg Ferdinand von, 1803-1897, saksa keeleteadlaneEichstädt, Heinrich Karl Abraham, 1771(2)-1848, saksa klassikaline filoloog, professor ja ajalehe Allgemeine Literaturzeitung redaktor JenasTeatab, et talle arvustamiseks saadetud K. W. Göttlingi tööst puudub osa, mida palub endale saat

Clinical outcomes of treatment with idebenone in Leber's hereditary optic neuropathy in the Netherlands:A national cohort study

Purpose The purpose of the study was to present results from a national Dutch cohort of patients with Leber's Hereditary Optic Neuropathy (LHON) treated with idebenone. Methods The multicentre, open-label, retrospective evaluation of the long-term outcome of idebenone treatment of Dutch LHON patients on visual function and on thickness of the retinal ganglion cell layer. Patients included in the analysis had a confirmed mutation in their mitochondrial DNA encoding either of the seven subunits of complex I, had a reported loss of vision in at least one eye and had a follow-up of more than 6 months after their treatment was started. Control visits involved routine clinical examinations of visual function and retinal structure at (1) the start of treatment, (2) nadir (time of lowest visual acuity), (3) the time of recovery (if any), (4) the time of termination of treatment and (5) more than 6 months after termination of the treatment. Results Data from 72 patients were analysed. Treatment duration was 23.8 +/- 14.4 (mean +/- SD) months. A positive response, that is either a clinically relevant recovery (CRR) or a clinically relevant stabilization (CRS), occurred in 53% and 11% of the patients, respectively. The magnitude of CRR was 0.41 +/- 1.54 logMAR. CRR of visual acuity is associated with recovery of colour discrimination. The thickness of both the ganglion cell complex (GCC) and the retinal nerve fibre layer (RNFL) is irreversibly reduced. Conclusion Our results confirm that idebenone may help to restore or maintain visual function. Whether this effect will persist is still unknown. Thinning of retinal neural tissue appears to be permanent

Left ventricular deformation and myocardial fibrosis in pediatric patients with Duchenne muscular dystrophy

Background: Left ventricular (LV) strain and rotation are emerging functional markers for early detection of LV dysfunction and have been associated with the burden of myocardial fibrosis in several disease states. This study examined the association between LV deformation (i.e., LV strain and rotation) and extent and location of LV myocardial fibrosis in pediatric patients with Duchenne muscular dystrophy (DMD). Methods and results: 34 pediatric patients with DMD underwent cardiovascular magnetic resonance (CMR) with late gadolinium enhancement (LGE) to assess LV myocardial fibrosis. Offline CMR feature-tracking analysis was used to assess global and segmental longitudinal and circumferential LV strain, and LV rotation. Patients with fibrosis (n = 18, 52.9%) were older than those without fibrosis (14 ± 3 years (yrs) vs 11 ± 2 yrs., p = 0.01). There was no significant difference in LV ejection fraction (LVEF) between subjects with and without fibrosis (54 ± 6% vs 56 ± 4%, p = 0.18). However, lower endocardial global circumferential strain (GCS), but not LV rotation, was associated with presence of fibrosis (adjusted Odds Ratio 1.25 [95% CI 1.01–1.56], p = 0.04). Both GCS and global longitudinal strain correlated with the extent of fibrosis (r =.52, p = 0.03 and r =.75, p &lt; 0.01, respectively). Importantly, segmental strain did not seem to correspond to location of fibrosis. Conclusion: A lower global, but not segmental, strain is associated with presence and extent of LV myocardial fibrosis in pediatric DMD patients. Therefore, strain parameters might detect structural myocardial alterations, however currently more research is needed to evaluate its value (e.g., prognostic) in clinical practice.</p

Intravenous ATP infusions can be safely administered in the home setting: a study in pre-terminal cancer patients

The aim of the study was to investigate the safety of adenosine 5′-triphosphate (ATP) administration at home in pre-terminal cancer patients. Included were patients with cancer for whom medical treatment options were restricted to supportive care, who had a life expectancy of less than 6 months, a World Health Organization performance status 1 or 2, and suffered from at least one of the following complaints: fatigue, anorexia or weight loss >5% over the previous 6 months. Side effects were registered systematically on a standard form according to the National Cancer Institute (NCI) Common Toxicity Criteria. Fifty-one patients received a total of 266 intravenous ATP infusions. Of these, 11 infusions (4%) were given at the lowest dose of 20 μg kg−1 min−1, 85 infusions (32%) at 25–40 μg kg−1 min−1, and 170 (64%) at the highest dose of 45–50 μg kg−1 min−1 ATP. The majority of ATP infusions (63%) were without side effects. Dyspnea was the most common side effect (14% of infusions), followed by chest discomfort (12%) and the urge to take a deep breath (11%). No symptoms of cardiac ischemia occurred in any of the infusions. All side effects were transient and resolved within minutes after lowering the ATP infusion rate. Side effects were most frequent in the presence of cardiac disorders. We conclude that ATP at a maximum dose of 50 μg kg−1 min−1 can be safely administered in the home setting in patients with pre-terminal cancer