69 research outputs found

    Urothelial Cell Carcinoma:Patterns of care and contemporary urography

    Get PDF
    Dit proefschrift is gericht op de resultaten van diagnose en behandeling van urotheelcelcarcinoom (UCC). Afhankelijk van de locatie wordt urotheelcelcarcinoom blaaskanker respectievelijk hoge urineweg tumor (UUTT) genoemd. Het eerste deel is gewijd aan de blaaskankerzorg binnen verschillende regio's in Nederland in een tijd dat er alleen Europese en Amerikaanse richtlijnen beschikbaar waren. De zorgpatronen van zowel patiënten met een zogenaamd hoog risico niet-spierinvasief blaascarcinoom (NMIBC) als van patiënten met spierinvasief blaascarcinoom (MIBC) zijn geëvalueerd teneinde te kunnen bepalen welke invloed patiënt, tumor en arts gerelateerde factoren hebben gehad op de behandelkeuzes en de behandeluitkomsten. Hogere leeftijd en meer comorbiditeit bleken voorname factoren voor het niet ondergaan van de aanbevolen behandeling. In het tweede deel van het proefschrift wordt de toepassing van urografie met betrekking tot het opsporen en behandelen van UCC van de hoge urinewegen behandeld. De geschiedenis en achtergrond van de verschillende urografische technieken worden in detail besproken. Tegenwoordig wordt de computertomografie scan met urografische fase (CTU), het meest frequent gebruikt. Alhoewel niet routinematig in de meeste urologische praktijken gebruikt, speelt het retrograde ureteropyelogram (RUP) een belangrijke rol. Dat heeft vooral te maken met de uitstekende toegang tot röntgen faciliteiten gedurende de afgelopen vier decennia. In één studie wordt de uitvoerbaarheid en de efficiëntie van de RUP bij het stellen van de diagnose UCC van de UUT nagegaan. In de andere wordt de mate van opacificatie van RUP met die van de CTU vergeleken en in de tweede de nauwkeurigheid van RUP bij het vroegtijdig opsporen van UUTTs geëvalueerd

    Sex differences in treatment patterns for non-advanced muscle-invasive bladder cancer: a descriptive analysis of 3484 patients of the Netherlands Cancer Registry.

    Get PDF
    PURPOSE Bladder cancer (BC) is a common malignancy with well-established differences in incidence, clinical manifestation and outcomes between men and women. It is unknown to what extent disparities in outcomes are influenced by differences in treatment approaches. This paper describes treatment patterns among men and women with muscle-invasive BC focusing on curative treatment (radical cystectomy or trimodal therapy). METHODS A retrospective population-based cohort study was performed with data from the Netherlands Cancer Registry. All patients newly diagnosed with muscle-invasive, non-advanced BC (MIBC, cT2-4a, N0/X, M0/X) in the years 2018, 2019 and 2020 were identified. Patient and tumor characteristics and initial treatment were compared between men and women with descriptive statistics and multivariable logistic regression analyses. RESULTS A total of 3484 patients were diagnosed with non-advanced MIBC in 2018-2020 in the Netherlands, of whom 28% were women. Women had higher T-stage and more often non-urothelial histology. Among all strata of clinical T-stage, women less often received treatment with curative intent (radical cystectomy [RC] or trimodality treatment). Among RC-treated patients, women more often received neoadjuvant treatment (except for cT4a disease). After adjustment for pre-treatment factors, odds ratios were indicative of women having lower probability of receiving curative treatment and RC specifically, and higher probability to receive NAC when treated with RC then men, although not statistically significant. CONCLUSIONS Considerable differences in treatment patterns between men and women with MIBC exist. A more considerate role of the patient's sex in treatment decisions could help decrease these differences and might mitigate disparities in outcomes

    Golden standard for radical cystectomy:open or robot assisted?

    Get PDF
    De open radicale cystectomie wordt beschouwd als de standaardbehandeling van het spierinvasief blaascarcinoom en bij recidiverend hoogrisico niet-spierinvasief blaascarcinoom. Sinds 2000 wordt de cystectomie steeds meer laparoscopisch en met assistentie van de robot uitgevoerd, al dan niet met een intracorporeel aangelegde urinedeviatie. De resultaten uit de literatuur komen vooral uit retrospectieve studies, waarin de resultaten worden vergeleken met historische open cystectomieseries. In combinatie met de resultaten van enkele kleinere prospectieve series is er aanzienlijk bewijs dat de robotgeassisteerde radicale cystectomie (RARC) een veilige techniek is waarbij minder bloedverlies en bloedtransfusiebehoefte optreedt en patiënten minder lang opgenomen zijn ten opzichte van de open radicale cystectomie (ORC). Ten aanzien van de functionele en oncologische resultaten lijkt de RARC niet onder te doen voor de ORC. Daarbij heeft de RARC een groot ergonomisch voordeel. Een nadeel is dat de aanschaf en het gebruik van een daVinci™-systeem gepaard gaan met hogere kosten. Zowel internationaal als nationaal wordt momenteel gewerkt aan prospectieve multicentrische vergelijkende studies om het mogelijke verschil aan te tonen ten opzichte van de ORC op het oncologische en/of functionele vlak, maar daarnaast meer duidelijkheid te verkrijgen ten aanzien van de kosteneffectiviteit van de RARC
    corecore