247 research outputs found

    Ecologische ontwikkeling in een voor menselijke activiteiten gesloten gebied in de Nederlandse Waddenzee: Tussenrapportage drie jaar na sluiting (najaar 2008)

    Get PDF
    De Nederlandse overheid heeft in november 2005 een referentiegebied ingesteld om te voldoen aan de internationale verplichting dat voldoende grote gebieden in de Waddenzee worden aangewezen waarbinnen geen exploitaties en verstorende activiteiten mogen plaatsvinden. In dit project wordt de nadruk gelegd op het volgen van de ontwikkeling van het ecosysteem in een voor de garnalen- en schelpdiervisserij gesloten gebied (Schild en Boschwad) en dit te vergelijken met een gebied waar garnalenvisserij zal blijven (Zuidoost Lauwers en Spruit). Om de ontwikkeling van dit ongestoorde gebied te volgen zijn er vóór de instelling van dit gebied bemonsteringen uitgevoerd door IMARES (2002, 2003 en 2005). Na de instelling van het referentiegebied (november 2005) worden jaarlijks bemonsteringen uitgevoerd. In dit rapport wordt een weergave gegeven van de ontwikkelingen in het referentiegebied drie jaar na sluiting. Prioriteit gaat hierbij uit naar benthische mariene fauna (jaarlijks), maar ook de litorale mosselbanken (jaarlijks), de visfauna (elke 5 jaar), de zeehondenpopulatie (elke 5 jaar) en de vogelvoorkomens (elke 5 jaar) worden in dit project meegenomen

    Ontwikkeling van enkele mosselbanken in de Nederlandse Waddenzee; situatie 2010

    Get PDF
    In dit project wordt de lange termijnontwikkeling van mosselbanken, en de factoren die het al dan niet overleven van mosselbanken bepalen, onderzocht. Hiervoor worden door IMARES enkele individuele mosselbanken in detail bestudeerd. Drie mosselbanken worden sinds 1997 gevolgd, één sinds 1998, twee sinds 2002, één sinds 2003 en zeven mosselbanken worden sinds 2006 gevolgd. In deze rapportage wordt de ontwikkeling van deze veertien mosselbanken tot en met 2010 beschreven. De meeste mosselbanken uit het project bestaan inmiddels uit mosselen van meerdere jaarklassen. Uit de gegevens die gedurende de jaren zijn verzameld blijkt dat naarmate een mosselbank ouder wordt het percentage levende mosselen langzaam afneemt tot ongeveer 40%. De rest van het oppervlak van de mosselbank bestaat dan uit lege mosselschelpen, ingevangen schelpen van andere soorten, slakken, andere schelpdieren, pokken en macro-algen. De afname in levende mosselen op een mosselbank wordt voornamelijk veroorzaakt door stormen en predatie. Lokale, matige mosselbroedvallen op individuele mosselbanken kunnen de afnemende mosselpopulatie op de korte termijn in stand houden, maar af en toe optredende goede broedvallen zijn nodig voor lange termijnoverleving van een mosselbank. De laatste jaren zijn veel van de onderzochte mosselbanken bedekt geraakt met Japanse oesters. Toch zijn er tussen de oesters nog veel mosselen te vinden en kan gesproken worden van gemengde mosselbanken. De oesters in de mosselbanken lijken in sommige gevallen voor extra stevigheid te zorgen, hoewel er ook delen met oesters verdwijnen tijdens winterstormen

    Norse-Icelandic Skaldic Poetry of the Scandinavian Middle Ages - an electronic edition

    Get PDF
    This presentation aims to describe an international project to edit the corpus of Old Norse-Icelandic skaldic poetry and to outline some issues related to electronic aspects of the project, both in its organisation and in its publication. Prof. Clunies Ross will outline the nature of the project and the place of the electronic edition. Tarrin Wills will present information relating to the electronic encoding of the corpus. This will include explanation and discussion of issues related to the collation of electronic facsimiles of the manuscripts and the encoding of skaldic verse, in particular, the encoding of the native poetic devices known as 'kenningar' and 'heiti'.Hosted by the Scholarly Text and Imaging Service (SETIS), the University of Sydney Library, and the Research Institute for Humanities and Social Sciences (RIHSS), the University of Sydney

    Cancer-related Fatigue in Relation to Chronotype and Sleep Quality in (Non-)Hodgkin Lymphoma Survivors

    Get PDF
    Cancer-related fatigue has been related to circadian disruptions and lower levels of sleep quality. However, it is unknown whether the circadian phase, which is associated with chronotype and timing of sleep, is related to fatigue after cancer. The aims of this study were to investigate the associations between (1) chronotype and cancer-related fatigue and (2) sleep quality and cancer-related fatigue. In this cross-sectional questionnaire study, 458 (non-)Hodgkin lymphoma survivors (n = 231 female, mean age 49.7 years) completed a Visual Analogue Scale for fatigue (VAS-fatigue) from 0 (no fatigue) to 10 (worst imaginable fatigue), the Munich Chronotype Questionnaire (MCTQ), and the Pittsburgh Sleep Quality Index (PSQI) between October 2018 and July 2019. A hierarchical linear regression analysis was used to evaluate the associations between the dependent variable fatigue and chronotype (based on early, intermediate, or late average midsleep) in Model 1, and fatigue and sleep quality in Model 2. The results showed no indications for an association between chronotype and fatigue (all p values >= 0.50). There were associations between two (out of seven) aspects of sleep quality and fatigue: subjective sleep quality (p < 0.001) and daily dysfunctioning (p < 0.001). Therefore, it is more likely that fatigue is associated with self-reported sleep quality rather than with chronotype. However, experimental studies with objective, physiological data on circadian phase and sleep quality are necessary to confirm the conclusions of this cross-sectional study.Hereditary cancer genetic

    Relation of alleles of the collagen type Ialpha1 gene to bone density and the risk of osteoporotic fractures in postmenopausal women

    Get PDF
    BACKGROUND: Osteoporosis is a common disorder with a strong genetic component. One way in which the genetic component could be expressed is through polymorphism of COLIA1, the gene for collagen type Ialpha1, a bone-matrix protein. METHODS: We determined the COLIA1 genotypes SS, Ss, and ss in a population-based sample of 177
    corecore