13 research outputs found

    Emissions of transboundary air pollutants in the Netherlands 1990-2012 : Informative Inventory Report 2014

    Get PDF
    Emissies Nederland blijven in 2012 onder nationale plafonds De uitstoot van stikstofoxiden (NOx), ammoniak, zwaveldioxide en niet-methaan vluchtige organische stoffen (NMVOS) is in 2012 in Nederland licht gedaald. Daarmee bleef de uitstoot onder de maxima die de Europese Unie daaraan sinds 2010 stelt. Nederland voldoet daardoor, net als in 2011, aan de vier 'nationale emissieplafonds' (NEC) voor deze stoffen. Dit blijkt uit de Nederlandse emissiecijfers van grootschalige luchtverontreinigende stoffen. Het RIVM verzamelt en analyseert deze cijfers. Behalve bovengenoemde stoffen gaat het om de uitstoot van koolmonoxide, fijn stof (PM10), zware metalen en persistente organische stoffen (POP's). De uitstoot van al deze stoffen is tussen 1990 en 2012 gedaald. Dit komt vooral door schonere auto's en brandstoffen en door emissiebeperkende maatregelen van industriële sectoren. Meer kilometers door bromfietsen Door de jaren heen zijn de methoden om de emissies te berekenen verbeterd, wat nu resulteert in nauwkeurigere cijfers. De emissies van bromfietsen en motorfietsen zijn afhankelijk van het aantal gereden kilometers per jaar en daar is nu beter inzicht in. Het totale aantal gereden kilometers door bromfietsen blijkt in de afgelopen jaren bijna twee keer zo hoog is als werd gedacht. Daarmee is de uitstoot van schadelijke stoffen navenant hoger. Ten opzichte van andere typ voertuigen blijven bromfietsen echter een relatief kleine emissiebron en dragen ze beperkt bij aan de totale nationale emissies. In steden zijn ze wel een relevante bron. Het aantal gereden kilometers door motorfietsen, en daarmee de uitstoot, blijft in lijn met eerdere inzichten. Vrachtauto's zwaarder beladen De uitstoot van schadelijke stoffen door vrachtauto's is voor het eerst berekend op basis van recente inzichten in het gewicht van vrachtauto's. Trekker-opleggers blijken zwaarder beladen dan tot nu toe werd verondersteld. Ook rijden vrachtauto's vaker met een aanhanger dan tot nu toe werd aangenomen, waardoor ze zwaarder zijn. Een hoger gewicht betekent een hoger brandstofverbruik, en veelal ook een hogere uitstoot per gereden kilometer. De uitstoot van PM10 door vrachtauto's is hierdoor circa 5 procent hoger dan in de vorige IIR-rapportage. Hogere emissies ammoniak De uitstoot van ammoniak blijkt hoger dan eerder werd verondersteld vanwege enkele nieuwe inzichten; de cijfers zijn hierdoor vanaf 1997 bijgesteld. Zo worden luchtwassers, die voornamelijk op varkensstallen zitten, niet altijd gebruikt. Ook is vanaf 2002 in melkveestallen het leefoppervlak per dier toegenomen. Door het grotere contactoppervlak van mest met lucht wordt meer ammoniak uitgestoten. Door de aangepaste aannames is het nationale totaal met 6,6 kiloton verhoogd ten opzichte van 2011.Emissions the Netherlands in 2012 remain under national ceilings Emissions of nitrogen oxides (NOx), ammonia, sulphur dioxide and non-methane volatile organic compounds (NMVOC) in the Netherlands have slightly decreased in 2012. Consequently, the emissions stayed below the caps the European Union has set from 2010. Herewith, the Netherlands comply with all four so-called emission ceilings (NEC). This has become apparent from the emission data on air pollutants from the Netherlands. RIVM collects and reports these data. Besides above-mentioned substances, emissions of carbon monoxide, particulate matter (PM10), heavy metals and persistent organic pollutants (POPs) have been reported. The emissions of all substances have decreased in the 1990 - 2012 period. The downward trend may in particular be attributed to cleaner fuels, cleaner car engines and to emission reductions in the industrial sectors. More kilometres by mopeds Over the years emission calculation methods have been improved, resulting in higher data accuracy. In 2012, the emissions from mopeds and motorcycles have been calculated, based on improved knowledge of the mileages. The total number of kilometres driven by mopeds appears to have been nearly twice as high in recent years. As a result, the emissions of pollutants are proportionally higher. In relation to the total number of vehicles, the number of mopeds however remains relatively low and their contribution to the total national emissions is limited. In cities, they are a relevant source. The mileages by motorcycles, and consequently their emissions remain in line with previous insights. Heavy-duty vehicles carry heavier loads Emissions of pollutants by heavy-duty trucks have for the first time been calculated on the basis of recent insights in truck loads. Tractor-trailer combinations appear to carry heavier loads and the fraction of trailers behind rigid trucks is larger than previously assumed. A heavier load means a higher fuel use and for most substances a higher emission per kilometre driven. PM10 emissions by heavy-duty trucks are about 5 percent higher than in the previous IIR report. Higher agricultural ammonia emissions Agricultural ammonia emissions appear to be higher than previously assumed because of new insights. Air scrubbers on animal housing (predominantly pigs) were not always in use or even employed. Since 2002, the living space per animal has increased for dairy cattle housing. This resulted in a higher contact surface manure-air and thus more ammonia emitted. The new insights have raised the national total of ammonia emissions by about 6 percent compared to 2011

    Emissies van luchtverontreinigende stoffen in Nederland, 1990-2009 : Toelichting op jaarlijkse reeks emissiecijfers

    No full text
    Tussen 1990 en 2009 is in Nederland de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen gedaald. Het betreft zwaveldioxide, stikstofoxiden, niet-methaan vluchtige organische stoffen (NMVOS), koolmonoxide, ammoniak, zware metalen en persistente organische vervuilende stoffen (POP's). Deze neerwaartse trend is vooral toe te schrijven aan schonere brandstoffen en auto's, en aan emissiebeperkende maatregelen voor industriële sectoren. Dit blijkt uit de toelichting van het RIVM op de Nederlandse emissiecijfers van grootschalige luchtverontreinigende stoffen, het Informative Inventory Report (IIR) 2011. Deze cijfers worden jaarlijks - onder regie van het RIVM - door het Emissieregistratieteam aan de overheid geleverd vanwege verplichtingen voor de Verenigde Naties (UNECE) en de Europese Commissie. De emissiecijfers zijn data van een reeks jaren, vanaf 1990 tot de meest recent aangeleverde gegevens. Dit keer is de ammoniakemissiereeks met een nieuw model berekend, waarmee beter in kaart is gebracht wat maatregelen om deze emissie te verminderen opleveren. Hieruit blijkt dat in 1990 meer ammoniak is uitgestoten ten opzichte van de vorige reeks en na 1991 minder. Voor 2008 scheelt dat 7,6 kiloton ammoniak. Deze daling komt vooral doordat het vanaf 1991 verplicht is de mest niet over het land te verspreiden, maar in de bodem te injecteren (onderwerken). Hierdoor komt minder ammoniak in de lucht terecht. Verder zijn nieuwe bronnen van stikstofoxiden onderscheiden en zijn methoden ontwikkeld om deze emissies te berekenen. Het gaat om emissies uit mest van landbouwbodems en uit mest in opslagsilo's. Uit de berekeningen blijkt dat voor het jaar 2009 zo'n 25,5 kiloton stikstofoxiden afkomstig is van landbouwbodems. Dit is circa tien procent van de maximaal toegestane hoeveelheid uitgestoten stikstof-oxiden in Nederland, het zogenoemde NEC-plafond (National Emission Ceiling). Deze hoeveelheid telt echter niet mee in de berekening voor dit plafond (en staan vermeld onder memo-item 'natuurlijke emissies' 11C in de rapportage). De methoden waren namelijk niet bekend toen de plafonds werden bepaald.Emissions of air pollutants in the Netherlands decreased between 1990 and 2009. This concerns sulfur dioxide, nitrogen oxides, non-methane volatile organic compounds (NMVOC), carbon monoxide, ammonia, heavy metals and persistent organic pollutants (POP's). The downward trend may be attributed in particular to cleaner fuels, cleaner car engines and to emission reductions in the industrial sectors. This has become apparent in the RIVM's explanation of the emission data submission, the Informative Inventory Report (IIR) 2011. Every year the Emission Inventory team - under direction of the RIVM - submits emission data to the government, for it to meet its obligations to the United Nations Economic Commission for Europe (UNECE) and the European Commission. The emission data set consists of data on a series of years, from 1990 up to the most recently submitted data. For this submission, the ammonia emission data series was calculated using a new model, which includes improved emission reduction measures, more in line with actual measurements. Results of the new model give rise to considerably higher NH3 emissions in the base year 1990. After 1991 they turned out to be lower. For the year 2008 the difference was 7.6 Gg. The reduction is mostly due to the change in manure application method (i.e. incorporation in the soil instead of surface spreading). Consequently less ammonia is volatilized. Furthermore, new sources of nitrogen oxides were distinguished and methods were developed to calculate their emissions. These emissions come from manure on agricultural soils and from manure storage. Emissions from agricultural soils for the year 2009 are calculated to amount to 25.5 Gg NOx. This is about 10% of the maximum allowed emissions of NOx in the Netherlands, the 'NECceiling' (National Emission Ceiling). The amount is, however, not included for compliance to this ceiling (they are reported under memo-item 11C 'Natural emissions' in the submission). This is because, the methods were not known, when the ceilings were determined.Ministerie van Infrastructuur en Milie

    Emissies van luchtverontreinigende stoffen in Nederland, 1990-2010 : Toelichting op de jaarlijkse reeks emissiecijfers

    No full text
    Tussen 1990 en 2010 is in Nederland de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen gedaald. Het betreft de uitstoot van zwaveldioxide, stikstofoxiden, niet-methaan vluchtige organische stoffen (NMVOS), koolmonoxide, ammoniak, fijn stof (PM10), zware metalen en persistente organische stoffen (POP's). Deze neerwaartse trend is vooral toe te schrijven aan de introductie van schonere auto's en brandstoffen, en aan emissiebeperkende maatregelen bij industriële sectoren. Dit blijkt uit de toelichting van het RIVM op de Nederlandse emissiecijfers van grootschalige luchtverontreinigende stoffen, het Informative Inventory Report (IIR) 2012. Deze cijfers worden jaarlijks onder regie van het RIVM geleverd aan de Verenigde Naties (UNECE) en de Europese Commissie. De emissiecijfers beslaan een reeks jaren, vanaf 1990 tot het meest recente jaar. Dit keer zijn ook de geografische verdelingen van de emissiecijfers gerapporteerd, waartoe Europese lidstaten elke vijf jaar zijn verplicht. Nieuwe inzichten in de emissies van motorfietsen en bromfietsen: Door de jaren heen resulteren nieuwe methoden om de emissies te berekenen in nauwkeurigere uitkomsten. De grootste verbetering heeft dit verslagjaar plaatsgevonden in de emissieberekening van bromfietsen en motorfietsen in Nederland. Deze emissies zijn berekend met een nieuw model dat beter rekening houdt met het motorvermogen en de leeftijd van de bromfietsen en motorfietsen. Het nieuwe model laat zien dat vooral oudere motorfietsen en bromfietsen meer fijn stof (PM10) uitstoten dan eerder werd verwacht. Ook de uitstoot van stikstofoxiden ligt iets hoger dan eerder werd berekend. Motoren en bromfietsen leveren echter maar een kleine bijdrage aan de totale uitstoot van stikstofoxiden en fijn stof van wegverkeer in Nederland. Oude bromfietsen blijken ook meer koolwaterstoffen uit te stoten dan eerder werd gedacht, maar nieuwe bromfietsen blijken juist wat schoner. Als gevolg hiervan dalen de emissies van koolwaterstoffen sneller dan eerder werd berekend: van 25 kiloton in 1990 tot 4 kiloton in 2010. Uitstoot van stikstofoxiden door vrachtverkeer hoger dan gedacht: Ook de uitstoot van stikstofoxiden door vrachtverkeer in Nederland is opnieuw berekend, en wel op basis van nieuwe inzichten in de uitstoot van zogenoemde Euro-IV vrachtauto's. Deze aanduiding verwijst naar de Europese wetgeving voor de uitstoot van schadelijke stoffen door vrachtauto's. Euro-IV vrachtauto's zijn tussen 2005 en 2008 verkocht in Nederland. Uit metingen blijkt dat de uitstoot van stikstofoxiden door deze vrachtauto's op snelwegen hoger is geweest dan eerder werd gedacht. Tegelijkertijd blijken er in Nederland iets minder Euro-IV vrachtauto's rond te rijden dan eerder werd verondersteld: door een subsidieregeling zijn er vanaf 2006 al schonere vrachtauto's verkocht die aan strengere normen voldeden (Euro-V). Toch is de uitstoot van stikstofoxiden door vrachtverkeer in 2010 nu circa 5 kiloton hoger dan eerder werd berekend. Daarnaast is nauwkeuriger inzicht verkregen in het aandeel van de diverse categorieën trucks in het totale Nederlandse vrachtwagenpark.Emissions of air pollutants in the Netherlands have decreased over the 1990-2010 period. This concerns emissions of sulfur dioxide, nitrogen oxides, non-methane volatile organic compounds (NMVOC), carbon monoxide, ammonia, particulate matter (PM10), heavy metals and persistent organic pollutants (POPs). The downward trend may be attributed in particular to cleaner fuels, cleaner car engines and to emission reductions in the industrial sectors. This has become apparent from RIVM's explanation of Dutch emission data on transboundary air polluting substances, in the Informative Inventory Report (IIR) 2012. Every year, the RIVM submits emission data to the United Nations Economic Commission for Europe (UNECE) and the European Commission. The figures consist of emission data on a series of years, from 1990 up to the most recent year. Moreover, this year's submission also includes data on the spatial distribution of emissions, which must be reported on every five years by all European Member States. New insights into emissions from motorcycles and mopeds: New methods of calculating emissions, over the years, have led to ever more accurate results. This year, the largest improvement was made in emission calculations for motorcycles and mopeds in the Netherlands. Emissions were calculated using a new model that takes engine capacity and the age of motorcycles and mopeds more into account. This new model has shown that older motorcycles and mopeds produce higher levels of particulate matter (PM10) than estimated before. Levels of nitrogen oxide emissions also proved to be higher than calculated earlier. However, in the Netherlands, emissions from motorcycles and mopeds only represent a small share of total nitrogen oxide and particulate matter emissions from road transport. In addition, although older mopeds were shown to emit more hydrocarbons than previously estimated, newer mopeds appeared somewhat cleaner. This has resulted in a faster decrease in hydrocarbon emissions than had been previously calculated: from 25 kilotonnes in 1990 to 4 kilotonnes in 2010. Levels of nitrogen oxide emissions from freight transport higher than expected: Nitrogen oxide emissions from freight transport in the Netherlands have also been recalculated based on new insights into the emissions from so-called Euro-IV trucks. This term refers to the EU directive on emissions of harmful substances from freight transport. Measurements have shown that nitrogen oxide emission levels from these trucks along motorways were higher than previously estimated. In addition, it was also shown that there are slightly fewer of these Euro-IV trucks on the Dutch roads than previously assumed; since as early as 2006, due to a subsidy regulation, cleaner trucks have been sold that comply with more stringent standards (Euro-V). Despite this fact, in 2010, the level of nitrogen emissions from freight transport was around 5 kilotonnes higher than previously calculated. Furthermore, a more accurate insight was obtained in the share of the various categories of trucks within the Dutch national fleet of trucks.Ministerie van Infrastructuur en Milie

    Emissions of transboundary air pollutants in the Netherlands 1990-2010 : Informative Inventory Report 2012

    No full text
    Tussen 1990 en 2010 is in Nederland de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen gedaald. Het betreft de uitstoot van zwaveldioxide, stikstofoxiden, niet-methaan vluchtige organische stoffen (NMVOS), koolmonoxide, ammoniak, fijn stof (PM10), zware metalen en persistente organische stoffen (POP's). Deze neerwaartse trend is vooral toe te schrijven aan de introductie van schonere auto's en brandstoffen, en aan emissiebeperkende maatregelen bij industriële sectoren. Dit blijkt uit de toelichting van het RIVM op de Nederlandse emissiecijfers van grootschalige luchtverontreinigende stoffen, het Informative Inventory Report (IIR) 2012. Deze cijfers worden jaarlijks onder regie van het RIVM geleverd aan de Verenigde Naties (UNECE) en de Europese Commissie. De emissiecijfers beslaan een reeks jaren, vanaf 1990 tot het meest recente jaar. Dit keer zijn ook de geografische verdelingen van de emissiecijfers gerapporteerd, waartoe Europese lidstaten elke vijf jaar zijn verplicht. Nieuwe inzichten in de emissies van motorfietsen en bromfietsen: Door de jaren heen resulteren nieuwe methoden om de emissies te berekenen in nauwkeurigere uitkomsten. De grootste verbetering heeft dit verslagjaar plaatsgevonden in de emissieberekening van bromfietsen en motorfietsen in Nederland. Deze emissies zijn berekend met een nieuw model dat beter rekening houdt met het motorvermogen en de leeftijd van de bromfietsen en motorfietsen. Het nieuwe model laat zien dat vooral oudere motorfietsen en bromfietsen meer fijn stof (PM10) uitstoten dan eerder werd verwacht. Ook de uitstoot van stikstofoxiden ligt iets hoger dan eerder werd berekend. Motoren en bromfietsen leveren echter maar een kleine bijdrage aan de totale uitstoot van stikstofoxiden en fijn stof van wegverkeer in Nederland. Oude bromfietsen blijken ook meer koolwaterstoffen uit te stoten dan eerder werd gedacht, maar nieuwe bromfietsen blijken juist wat schoner. Als gevolg hiervan dalen de emissies van koolwaterstoffen sneller dan eerder werd berekend: van 25 kiloton in 1990 tot 4 kiloton in 2010. Uitstoot van stikstofoxiden door vrachtverkeer hoger dan gedacht: Ook de uitstoot van stikstofoxiden door vrachtverkeer in Nederland is opnieuw berekend, en wel op basis van nieuwe inzichten in de uitstoot van zogenoemde Euro-IV vrachtauto's. Deze aanduiding verwijst naar de Europese wetgeving voor de uitstoot van schadelijke stoffen door vrachtauto's. Euro-IV vrachtauto's zijn tussen 2005 en 2008 verkocht in Nederland. Uit metingen blijkt dat de uitstoot van stikstofoxiden door deze vrachtauto's op snelwegen hoger is geweest dan eerder werd gedacht. Tegelijkertijd blijken er in Nederland iets minder Euro-IV vrachtauto's rond te rijden dan eerder werd verondersteld: door een subsidieregeling zijn er vanaf 2006 al schonere vrachtauto's verkocht die aan strengere normen voldeden (Euro-V). Toch is de uitstoot van stikstofoxiden door vrachtverkeer in 2010 nu circa 5 kiloton hoger dan eerder werd berekend. Daarnaast is nauwkeuriger inzicht verkregen in het aandeel van de diverse categorieën trucks in het totale Nederlandse vrachtwagenpark

    Informatieve Inventory Report 2016

    Get PDF
    Alleen digitaal verschenenToename ammoniakemissies In 2014 steeg de ammoniakemissie. Ondanks de daling in de voorgaande jaren blijft de ammoniak emissie nog steeds boven het plafond dat de Europese Unie hieraan sinds 2010 stelt. De twee belangrijkste oorzaken voor de stijging zijn de groei van de melkveestapel en de veranderde voedselsamenstelling voor het vee. De emissies van stikstofoxiden, zwaveldioxiden en niet-methaan vluchtige organische stoffen blijven licht dalen. Voor deze stoffen voldoet Nederland aan de gestelde plafonds. Dit blijkt uit het Informative Inventory Report (IIR) 2016. Hierin verzamelt, analyseert en rapporteert het RIVM de emissiecijfers met partnerinstituten. Behalve bovengenoemde stoffen gaat het om de uitstoot van koolmonoxide, fijn stof, zware metalen en persistente organische stoffen. De uitstoot van de meeste van deze stoffen is tussen 1990 en 2014 gedaald. Dit komt vooral door schonere auto's en brandstoffen en door emissiebeperkende maatregelen in de industrie. Bijstellingen landbouw De ammoniakemissie steeg in 2014 met 3,4 kiloton ten opzichte van 2013 tot een nationaal totaal van 133,8 kiloton. Deze stijging is gedeeltelijk veroorzaakt door de veranderde voedselsamenstelling voor het vee. Het kuilgras dat in 2014 is gevoerd zorgde voor een hogere ammoniakproductie per dier. In combinatie met een stijging van het aantal koeien steeg de totale ammoniak uitstoot. Door nieuwe wetenschappelijke inzichten over mestaanwendingstechnieken is de ammoniak emissiereeks met terugwerkende kracht vanaf 2008 ongeveer 3 kiloton omlaag bijgesteld. Daartegenover staat dat de emissiefactor bij beweiding is verhoogd, waardoor er circa 0,5 kiloton meer ammoniak per jaar vrijkomt. Bijstellingen verkeer Bij de uitstoot van stikstofoxiden door verkeer vallen een aantal zaken op. De emissie van bestelauto's is nu gemeten en blijkt hoger dan voorheen berekend. De emissie van wegverkeer die op basis van de brandstofverkoop voor dieselauto's wordt bepaald, is in 2014 relatief harder gedaald (8 procent ten opzichte 2013) dan die op basis van verbruikte brandstof (1,6 procent). Deze cijfers zijn toegevoegd om een internationale vergelijking mogelijk te maken. De bijdrage van mobiele werktuigen in havens aan het nationale totaal stikstofoxiden, die als nieuwe emissiebron is toegevoegd, is 1,2 procent.Ammonia emissions increased In 2014 total Dutch ammonia emissions increased. Despite the decrease during the period 1990-2013, the ammonia emission still exceeds the maximum set to this by the European Union since 2010. Two important contributors to the increase are the growth in dairy cattle and the altered cattle feed composition. Emissions of nitrogen oxides, sulphur dioxides and non-methane volatile organic compounds continue to decrease slightly. For this end the Netherlands are complying to the ceilings set. This is concluded by the Informative Inventory Report 2016. In this, the RIVM and partner institutes collect, analyse and report emission data. Apart from substances as mentioned above, this also includes emissions of carbon monoxide, particulate matter, heavy metals and persistent organic pollutants. The emissions of most of these substances have decreased during the 1990 - 2014 period. The downward trend may in particular be attributed to cleaner fuels, cleaner car engines and to emission reductions in industry. Adjustments for agriculture In 2014 ammonia emissions increased by 3.4 Gg compared to 2013 to a national total of 133.8 Gg. Partly this increase was a result of the altered cattle feed composition. As a result of the good quality of processed grass, fed to dairy cattle in 2014, digestibility and therefore ammonia emission per animal increased. In combination with the growth in animal number, the total ammonia emission increased. New insights on manure application techniques lowered the ammonia emission series retroactively from 2008 by about 3.0 Gg. On the other hand ammonia is increased by about 0.5 Gg per year during grazing, by adjusting the emission factor upward. Adjustments transport When nitrogen oxides emissions by transport are concerned, some issues raise attention. The emissions by light-duty vehicles have now been measured and appear to be higher than until previously calculated. Diesel sales and on such based road transport emissions have in 2014 relatively decreased steeper (8 percent compared to 2013) than emissions based on fuel use (1.6 percent). Nitrogen dioxide emissions from mobile machinery in harbours were added as a new source. The contribution to the national is 1.2 percent.I&M KL

    Informative Inventory Report 2020 : Emissions of transboundary air pollutants in the Netherlands 1990-2018

    No full text
    De uitstoot van ammoniak in Nederland is in 2018 met 0,6 kiloton is afgenomen ten opzichte van 2017. Dit komt vooral door ontwikkelingen in de landbouw, waar minder runderen worden gehouden en er steeds meer varkensstallen komen die minder ammoniak uitstoten. Toch ligt de uitstoot van ammoniak in 2018 met 129,3 kiloton boven het maximum van 128 kiloton dat vanuit Europa voor Nederland is bepaald. De uitstoot van stikstofoxiden en zwaveldioxide is in 2018 licht gedaald, met respectievelijk 8,6 en 1,6 kiloton. Minder stikstofoxiden komt onder andere door de strengere eisen voor de uitstoot door personenauto's en vrachtverkeer, en doordat energiecentrales minder steenkool gebruiken. Minder zwaveloxiden komt vooral doordat raffinaderijen niet meer op olie maar op gas stoken, met een betere rookgasreiniging. De uitstoot van beide stoffen blijft onder de vastgestelde maxima. Ook de emissies van fijnstof zijn iets gedaald. Dat komt door aanpassingen in productie processen en toenemend gebruik van stoffilters in de industrie, en door strengere eisen voor de uitstoot door wegverkeer. De uitstoot van vluchtige organische stoffen is in 2018 met 13,1 kiloton afgenomen tot 241,6 kiloton, maar ligt wel boven het maximum van 185 kiloton. De afname wordt vooral veroorzaakt doordat in de landbouw minder kuilvoer nodig is. Een andere reden zijn extra milieumaatregelen bij de energieproductie en in de industrie. Voor Nederland verzorgen het RIVM en diverse partnerinstituten deze zogeheten Informative Inventory Report rapportage (IIR) waarin de uitstoot van in totaal 26 verontreinigende stoffen wordt gerapporteerd. Nederland gebruikt de analyses om beleid te onderbouwen en om te rapporteren in hoeverre de emissies onder de afgesproken maximale hoeveelheden (emissieplafonds) blijven

    Emissions of transboundary air pollutants in the Netherlands 1990-2011 : Netherlands Informative inventory report 2013

    No full text
    Emissies Nederland in 2010 onder plafonds De Nederlandse uitstoot van stikstofoxiden (NOx) is in 2011 zodanig afgenomen dat het voor het eerst kwam onder het maximum dat de Europese Unie daaraan voor 2010 heeft gesteld. Hiermee voldoet Nederland aan alle vier de zogeheten nationale emissieplafonds (NEC). Voor ammoniak, zwaveldioxide en niet-methaan vluchtige organische stoffen (NMVOS) voldeed Nederland al in 2010 aan deze plafonds. Dit blijkt uit de toelichting van het RIVM op de Nederlandse emissiecijfers van grootschalige luchtverontreinigende stoffen, het Informative Inventory Report (IIR) 2013. Deze cijfers betreffen de uitstoot van zwaveldioxide, stikstofoxiden, NMVOS, koolmonoxide, ammoniak, fijn stof (PM10), zware metalen en persistente organische stoffen (POP's). De uitstoot van al deze stoffen is tussen 1990 en 2011 gedaald. Dit komt vooral door schonere auto's en brandstoffen en door emissiebeperkende maatregelen van industriële sectoren. Lagere uitstoot van schadelijke stoffen door oude personenauto's Door de jaren heen resulteren nieuwe methoden om de emissies te berekenen in nauwkeurigere uitkomsten. Zo blijkt onder andere uit dit verslagjaar dat de emissieberekening voor personenauto's in Nederland is verbeterd. Daaruit volgt dat de uitstoot van schadelijke stoffen door benzineauto's zonder katalysator lager is dan werd verondersteld. Dat komt vooral doordat deze auto's gemiddeld op jaarbasis minder kilometers rijden dan eerder werd gedacht. Het CBS heeft afgelopen jaar de gereden kilometers van personenauto's nauwkeuriger in beeld gebracht door ze specifieker dan voorheen uit te splitsen naar leeftijd en brandstoftype. Tussen 2005 en 2010 valt hierdoor de totale uitstoot van stikstofoxiden door personenauto's, zowel diesel als benzine, circa 15 procent lager uit dan vorig jaar was berekend. De uitstoot van NMVOS is dit jaar zelfs 25 procent lager berekend. Jonge dieselauto's vervuilender dan gedachtDe uitstoot van stikstofoxiden door zogeheten Euro-5 dieselauto's blijkt hoger dan eerder werd aangenomen; in 2010 circa 6 procent. De Euro-5 aanduiding verwijst naar de Europese wetgeving voor de uitstoot van schadelijke stoffen door personenauto's en bestelauto's. Volgens deze wetgeving zou de stikstofoxidenuitstoot door dieselauto's met 28 procent moeten dalen ten opzichte van de Euro-4-norm. Euro-5 personenauto's zijn in 2008 op de Nederlandse markt gekomen, waarna TNO in 2012 van enkele Euro-5 auto's de emissies heeft gemeten. Hieruit blijkt dat de uitstoot van stikstofoxiden flink hoger ligt dan de Europese emissienormen voor deze auto's; de mate waarin hangt af van het rijgedrag (optrekken en remmen in steden of doorrijden op de snelweg). Auto's blijken in de praktijk minder zuinig te rijden dan tijdens condities waaronder fabrikanten testen. De stikstofoxidenuitstoot van Euro-5 dieselauto's is daarmee gemiddeld zelfs hoger dan de norm voor Euro-4 auto's.Emissions the Netherlands in 2011 under national ceilings Emissions of nitrogen oxides (NOx) have decreased in 2011 to the level that for the first time they were below the cap the European Union has set for 2010. Herewith, the Netherlands comply with all four so-called emission ceilings (NEC). For ammonia, sulphur dioxide and nonmethane volatile organic compounds (NMVOC) the Netherlands already complied with the ceilings in 2010. This has become apparent from RIVM's explanation of Dutch emission data on transboundary air polluting substances, in the Informative Inventory Report (IIR) 2013. This concerns emissions of sulfur dioxide, nitrogen oxides, NMVOC, carbon monoxide, ammonia, particulate matter (PM10), heavy metals and persistent organic pollutants (POPs) which have all decreased over the 1990-2011 period. The downward trend may in particular be attributed to cleaner fuels, cleaner car engines and to emission reductions in the industrial sectors. Lower emissions of pollutants from old passenger cars New methods of calculating emissions, over the years, have led to results that are ever more accurate. This year, the largest improvement was made in emission calculations for passenger cars in the Netherlands. Consequently, emissions from gasoline cars without catalytic converter appeared to be lower than previously calculated. In particular, this is because these cars on average drive fewer kilometres per year than previously assumed. Statistics Netherlands (CBS) have monitored the kilometres driven by passenger cars more accurately, by splitting them more specifically by age and fuel type. Between 2005 and 2010, the total NOx emission by passenger cars, both dieselfuelled, as gasoline fuelled, appeared to be about 15 per cent lower than calculated last year. The calculated NMVOC emission was even 25 per cent lower. Young diesel cars more polluting than expected Nitrogen oxides emissions from so-called Euro-5 diesel cars appear to be higher than previously assumed; About 6 per cent in 2010. The Euro-5 term refers to the European standard on emissions of pollutants from passenger cars and light-duty vehicles. According to this legislation, NOx emissions by diesel cars should drop by 28 per cent compared to the Euro-4 standard. Euro-5 cars have penetrated the Dutch market in 2008 and ever since TNO has measured the on-road emissions by several Euro-5 cars. These measurements have shown that NOx emissions are considerably higher than the standards; how much higher depends on driving behaviour (accelerating and braking in cities or continuous driving on highways). Cars appear to drive less economical on the road than during the car producers' testing conditions. Therefore, the on-road NOx emissions from Euro-5 diesel cars are on average even higher than the Euro-4 standard

    Informative Inventory Report 2019 : Emissions of transboundary air pollutants in the Netherlands 1990-2017

    No full text
    De uitstoot van ammoniak is in 2017 gestegen ten opzichte van 2016 en ligt met 132,4 kiloton boven het maximum van 128 kiloton dat vanuit Europa voor Nederland is bepaald. De toename wordt veroorzaakt doordat nieuwe bronnen die ammoniak uitstoten zijn toegevoegd aan de emissie-inventarisatie: sfeerverwarming (open haarden en allesbranders), vreugdevuren, woningbranden en mestverwerking. Ook komt het door ontwikkelingen in de landbouw, zoals een hogere mestproductie per melkkoe en een hoger gehalte aan stikstof in het gevoerde gras. De emissie van vluchtige organische stoffen is in 2017 gestegen tot 254 kiloton en ligt daarmee boven het maximum van 185 kiloton dat vanuit Europa voor Nederland is bepaald. Ook hier komt dat vooral doordat nieuwe bronnen zijn toegevoegd, met als belangrijkste het gebruik van kuilvoer. Daarnaast blijkt door nieuwe inzichten dat consumenten er meer van uitstoten via het gebruik van schoonmaakmiddelen. De door Europa vastgestelde maxima zijn gebaseerd op de situatie in 2000. Bronnen die daarna zijn toegevoegd, hoeven voor de toetsing aan de vastgestelde maxima niet mee te tellen. Nederland heeft daartoe een verzoek opgenomen in dit rapport. Voor ammoniak zijn dat de bronnen afrijping van gewassen, gewasresten in de bodem en mestverwerking. Voor vluchtige organische stoffen zijn dat de uitstoot uit landbouwbodems en het gebruik van kuilvoer. Dit blijkt uit het Informative Inventory Report (IIR) 2019. Het RIVM analyseert en rapporteert hierin jaarlijks met diverse partnerinstituten de uitstoot van stoffen. Lidstaten van de Europese Unie zijn hiertoe verplicht. Nederland gebruikt de analyses om beleid te onderbouwen

    Informative Inventory Report 2019 : Emissions of transboundary air pollutants in the Netherlands 1990-2017

    Get PDF
    De uitstoot van ammoniak is in 2017 gestegen ten opzichte van 2016 en ligt met 132,4 kiloton boven het maximum van 128 kiloton dat vanuit Europa voor Nederland is bepaald. De toename wordt veroorzaakt doordat nieuwe bronnen die ammoniak uitstoten zijn toegevoegd aan de emissie-inventarisatie: sfeerverwarming (open haarden en allesbranders), vreugdevuren, woningbranden en mestverwerking. Ook komt het door ontwikkelingen in de landbouw, zoals een hogere mestproductie per melkkoe en een hoger gehalte aan stikstof in het gevoerde gras. De emissie van vluchtige organische stoffen is in 2017 gestegen tot 254 kiloton en ligt daarmee boven het maximum van 185 kiloton dat vanuit Europa voor Nederland is bepaald. Ook hier komt dat vooral doordat nieuwe bronnen zijn toegevoegd, met als belangrijkste het gebruik van kuilvoer. Daarnaast blijkt door nieuwe inzichten dat consumenten er meer van uitstoten via het gebruik van schoonmaakmiddelen. De door Europa vastgestelde maxima zijn gebaseerd op de situatie in 2000. Bronnen die daarna zijn toegevoegd, hoeven voor de toetsing aan de vastgestelde maxima niet mee te tellen. Nederland heeft daartoe een verzoek opgenomen in dit rapport. Voor ammoniak zijn dat de bronnen afrijping van gewassen, gewasresten in de bodem en mestverwerking. Voor vluchtige organische stoffen zijn dat de uitstoot uit landbouwbodems en het gebruik van kuilvoer. Dit blijkt uit het Informative Inventory Report (IIR) 2019. Het RIVM analyseert en rapporteert hierin jaarlijks met diverse partnerinstituten de uitstoot van stoffen. Lidstaten van de Europese Unie zijn hiertoe verplicht. Nederland gebruikt de analyses om beleid te onderbouwen.Increase in ammonia emissions; entire time series adjusted upwards At 132.4 Gg in 2017, ammonia emissions increased by 3.9 Gg compared with 2016 and are 4.4 Gg above the maximum set by the European Union and the UNECE under the Gothenburg Protocol (both 128 Gg). The increase in ammonia emissions in 2017 compared with 2016 is mainly due to the increased N excretion per dairy cow caused by a higher manure production (higher milk production and higher average weight) per animal and higher nitrogen content in the grass fed. The increase was also partly due to the addition of emission sources Residential combustion in woodstoves and fireplaces, Bonfires, Accidental building fires and Manure treatment. The entire time series for ammonia was adjusted upwards to allow for the added emission sources. Increase in non-methane volatile organic compounds; the entire time series adjusted significantly upwards Mainly as a result of the addition of new emission sources, emissions of non-methane volatile organic compounds increased to 254 Gg in 2017 - 69 Gg above the maximum set by the European Union (185 Gg) and 63 Gg above the UNECE maximum under the Gothenburg Protocol (191 Gg). The entire time series for non-methane volatile organic compounds was significantly adjusted upwards to allow for the new sources. Under the source sector 3B Manure management, the emissions coming from the use of silage was added. Furthermore, under the source sector 3D Emissions from soils, the new emission sources Animal manure applied to soils, Farm-level agricultural operations including storage, handling and transport of agricultural products and Cultivated crops were added. Additionally, the emission factor from the use of cleaning products by consumers is significantly higher. Applying for adjustments The emissions ceilings of both the European Union and the UNECE were set on the basis of knowledge at the time. To promote the implementation of new scientific knowledge in the inventories of individual member states, a mechanism is adopted whereby emissions can be adjusted for compliance. For instance, where a member state exceeds the emission ceiling as result of the implementation of new emission sources, it can apply for an adjustment of the emissions used for checking compliance. For both ammonia and non-methane volatile organic compounds the Netherlands requests adjustments of the emissions for compliance with the ceilings set by the European Union and the UNECE under the Gothenburg Protocol. The Informative Inventory Report 2019 was drawn up by the RIVM and partner institutes, which collaborate to analyse and report emission data each year - an obligatory procedure for Member States. The analyses are used to support Dutch policy.Ministerie van I&

    Informatieve Inventory Report 2017 : Toename ammoniak emissies; jaarreeks vanaf 1990 omlaag

    No full text
    Increase in ammonia emissions; whole time series adjusted downwards. In 2015 slightly more ammonia was emitted than in 2014 and the ceiling set by the European Union was met (128 kilotons). It was more because both cattle numbers and fertilizer use increased, whereas low emission housing systems for pigs and poultry partly countered this. Furthermore, total ammonia emissions between 1990 and 2015 have been adjusted downwards. This is because new insights have been made into the data used to calculate emissions, called emission factors. For example, from 2008 onwards, the annual amount of ammonia emitted by fertilizer use was 4 kilotons lower than previously calculated. The new insights were recommended by an international scientific review, performed at the request of the Minister for Agriculture. Emissions of nitrogen oxides, sulphur dioxides and non-methane volatile organic compounds continue to decrease slightly; the Netherlands are, therefore, complying with the ceilings in this regard. Besides the substances mentioned above, the report also includes emissions of carbon monoxide, particulate matter, heavy metals and persistent organic pollutants. The emissions of most of these substances have decreased during the 1990 - 2015 period. The downward trend may, in particular, be attributed to cleaner fuels, cleaner car engines and to emission reductions in industry. This is concluded by the Informative Inventory Report 2017, drawn up by RIVM and partner institutes which collaborate to annually analyse and report emission data. This is obligatory to member states. The analyses are used to support Dutch policy.De uitstoot van ammoniak is in 2015 licht gestegen ten opzichte van 2014 en voldoet met 127,6 kiloton aan het Europees gestelde plafond. De toename komt vooral doordat in de agrarische sector meer kunstmest is gebruikt. De toename wordt voor een deel afgezwakt door een dalende uitstoot in de varkens en pluimveesector als gevolg van schonere stalsystemen. Verder is de totale uitstoot van ammoniak tussen 1990 en 2015 met terugwerkende kracht naar beneden bijgesteld. Dit komt door nieuwe inzichten in de zogeheten emissiefactoren; daarmee wordt de uitstoot berekend. Zo is vanaf 2008 de jaarlijkse hoeveelheid ammoniak die via kunstmest wordt uitgestoten circa 4 kiloton lager dan eerder was berekend. De inzichten zijn voortgekomen uit een internationale wetenschappelijke review die op verzoek van de staatssecretaris van Economische Zaken is uitgevoerd. De emissies van stikstofoxiden, zwaveldioxiden en niet-methaan vluchtige organische stoffen blijven licht dalen. Voor deze stoffen blijft Nederland voldoen aan de gestelde plafonds. Behalve deze stoffen is de uitstoot van koolmonoxide, fijn stof, zware metalen en persistente organische stoffen tussen 1990 en 2015 bijna zonder uitzondering gedaald. Dit komt vooral door schonere brandstoffen, schonere automotoren en door emissiebeperkende maatregelen in de industrie. Dit en meer blijkt uit de Informatieve Inventory Report 2017. Het RIVM analyseert en rapporteert hierin jaarlijks met diverse partnerinstituten de uitstoot van stoffen. Lidstaten zijn hiertoe verplicht. Nederland gebruikt de analyses om beleid te onderbouwen.Ministerie van I&
    corecore