No significant improvement of cardiovascular disease risk indicators by a lifestyle intervention in people with familial hypercholesterolemia compared to usual care: results of a randomised controlled trial

Background: People with Familial Hypercholesterolemia (FH) may benefit from lifestyle changes supporting their primary treatment of dyslipidaemia. This project evaluated the efficacy of an individualised tailored lifestyle intervention on lipids (low density lipoprotein cholesterol (LDL-C), high density lipoprotein cholesterol (HDL-C), total cholesterol (TC) and triglycerides), systolic blood pressure, glucose, body mass index (BMI) and waist circumference in people with FH. Methods: Adults with FH (n= 340), recruited from a Dutch cascade screening program, were randomly assigned to either a control group or an intervention group. The personalised intervention consisted of web-based tailored lifestyle advice and personal counselling. The control group received care as usual. Lipids, systolic blood pressure, glucose, BMI, and waist circumference were measured at baseline and after 12 months. Regression analyses were conducted to examine differences between both groups. Results: After 12 months, no significant between-group differences of cardiovascular disease (CVD) risk indicators were observed. LDL-C levels had decreased in both the intervention and control group. This difference between intervention and control group was not statistically significant. Conclusions: This project suggests that an individually tailored lifestyle intervention did not have an additional effect in improving CVD risk indicators among people with FH. The cumulative effect of many small improvements in all indicators on long term CVD risk remains to be assessed in future studies. Trial registration: NTR1899 at ww.trialregister.nl.© 2012 Broekhuizen et al

Age- and Sex-Related Interactions between Insulin-Like Growth Factor-I Promoter Polymorphisms and IGF-I Levels

The present study explored sex-and age-related interactions of IGF-I polymorphisms with IGF-I serum levels. In 2000 data on IGF-I promoter polymorphism and IGF-I level were available of 344 (mean age 36; 162 men) and 6 years later in 287 subjects (133 men). As the sample sizes of groups of subjects with IGF-I genotypes 192/192, 190/192, 192/194 and 192/196 were large enough to be analyzed, the relationship between these specific genotypes and IGF-I-level was determined. The results indicated that in women aged 36 IGF-I levels for genotype 190/192 (mean 29.24 nmol/l) were higher than those for genotypes 192/192 (mean 24.29), 192/194 (mean 24.61) and 192/196 (mean 23.93). Male IGFI levels were decreased in 2006 compared to 2000 for genotypes 192/192 (mean decline - 3.67), 192/194 (mean decline - 1.61), 192/196 (mean decline - 4.18), but not for 190/192. Female IGF-I levels were decreased for genotypes 192/192 (mean decline - 1.85) and 190/192 (mean decline - 4.64), but not for 192/194 and 192/196. Thus females with genotype 190/192 have higher IGF-I levels, while females with genotypes 192/194 or 192/196 and males with genotype 190/192 do not show a decline of IGF-I level. © van Turenhout et al

The relation between calcium intake and body composition in a Dutch population: The Amsterdam Growth and Health Longitudinal Study

To investigate whether dietary calcium intake is related to body mass index and the sum of four skinfolds among subjects in the Amsterdam Growth and Health Longitudinal Study (the Netherlands), the authors followed a cohort of men and women from age 13 years in 1977 to age 36 years in 2000. Longitudinal linear regression analyses were performed with generalized estimating equations in continuous and categorical models, with adjustment for possible confounders. Results showed that calcium intake during adolescence is a weak predictor of calcium intake in adulthood. In this population, only a slight indication was found of a weak inverse relation of calcium intake with body composition. No differences were observed between the middle (800-1,200 mg/day) and high (>1,200 mg/day) groups of calcium intake, suggesting a threshold of approximately 800 mg/day above which calcium intake has no additional beneficial effect on body composition

Elektronische gegevensuitwisseling in de zorg: ervaringen en opvattingen van zorgverleners en zorggebruikers.

Patiënten en zorgverleners zijn positief over het nut van elektronische gegevensuitwisseling. Toch is het gebruik van het Landelijk Schakelpunt voor het uitwisselen van medische gegevens nog beperkt. Dit komt vooral doordat nog lang niet aan alle patiënten toestemming is gevraagd. Drie van de vier mensen die nog niet zijn gevraagd, zeggen bereid te zijn toestemming te geven. Patiënten vinden de privacy van belang, maar staan overwegend positief tegenover het elektronisch uitwisselen van gegevens. Zorgverleners vragen aandacht voor veiligheid en gebruiksvriendelijkheid. Elektronische gegevensuitwisseling heeft als doel de kwaliteit en doelmatigheid van de zorg te vergroten en de patiëntveiligheid te verbeteren. Het Landelijk Schakelpunt maakt het mogelijk om beveiligd en gestandaardiseerd medische gegevens uit te wisselen tussen zorgverleners zoals de huisarts en de apotheek. Maar, dit is alleen mogelijk na expliciete toestemming van de patiënt. Sinds 2012 heeft ongeveer een derde van de Nederlandse bevolking hiervoor toestemming gegeven. Op verzoek van de Vereniging Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ) heeft het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) onderzoek gedaan naar de opvattingen over en ervaringen met elektronische gegevensuitwisseling. Patiënten Het onderzoek is uitgevoerd onder de leden van het Consumentenpanel Gezondheidszorg van het NIVEL. Een derde van de panelleden is om toestemming gevraagd voor elektronische gegevensuitwisseling. Van hen heeft 80% toestemming gegeven en negen procent gaat het mogelijk nog doen. Elf procent is niet van plan toestemming te geven, vooral vanwege twijfels over de privacy of omdat zij het (nog) niet nodig vinden. Van de mensen die nog niet om toestemming zijn gevraagd zegt minimaal driekwart eveneens toestemming te zullen geven. Aan mensen met verschillende chronische aandoeningen is vaker om toestemming gevraagd. Zorgverleners Naast het onderzoek in het Consumenten Panel is ook een kleinschalige kwalitatieve verkenning gedaan naar opvattingen en ervaringen van zorgverleners. Zij zien het nut van elektronische gegevensuitwisseling, maar vragen aandacht voor de veiligheid en gebruiksvriendelijkheid van het systeem en de kwaliteit van de uit te wisselen gegevens. Daarnaast merken zij dat nog maar een beperkt aantal patiëntendossiers is aangemeld bij het Landelijk Schakelpunt, waardoor zij vaak geen patiëntgegevens vinden als ze het systeem raadplegen. Voordat meer zorgverleners het Landelijk Schakelpunt gaan gebruiken zullen eerst meer patiënten hun toestemming moeten geven. Daarvoor is wel nodig dat patiënten om toestemming wordt gevraagd

The Effects of Physical Activity and Fitness in Adolescence on Cognition in Adulthood and the Role of Insulin-like Growth Factor I.

Background: Physical activity and fitness in adolescence may improve cognition in adulthood by increasing insulin-like growth factor I (IGF-I). Methods: As part of the Amsterdam Growth and Health Longitudinal Study, following subjects from age 13 to 42 years, physical activity and fitness of 303 subjects were assessed annually between the ages 13 to 16. At mean age 36, physical activity, fitness and IGF-I were measured. At mean age 42, IGF-I and cognitive factors (ie, executive functioning and visual-spatial memory) were measured. The linear regression of physical activity and fitness in adolescence and IGF-I in adulthood on cognitive scores in adulthood was investigated. Results: A significant association was found in males between physical activity in adolescence and executive function in adulthood (Spatial Working Memory Between Errors: β = -.18, B = -.13, 95% CI = -.259 to -.010; Spatial Working Memory Strategy: β = -.20, B = -.08, 95% CI = -.147 to -.014). No association between physical activity or fitness in adolescence and cognitive function in adulthood was found in females, nor any intermediate role for IGF-I in either sex. Conclusions: The results suggest a stimulating effect of adolescent physical activity in males on executive functions in adulthood, emphasizing the importance of an active lifestyle among adolescent males