Organized crime and places

This chapter begins by discussing the three types of organized crime—racketeering, transit crime, and the local provision of illegal goods and services—and the significance of place. It then considers the role of places and the (built) environment for organized crime. The main message is that place has a different meaning for these three types of organized crime and raises several theoretical challenges. As these types of organized crime often require a higher degree of social organization than opportunistic street-level crime, the chapter elaborates on two theoretical concepts that should be included in the study of organized crime and place: social opportunity structure and offender convergence settings.</p

Scientific research into organized crime and investigation methods in the Netherlands

This article describes the most important developments in research into organized crime and (special) investigation methods in the Netherlands. Starting with a description of favorable conditions for scientific progress in this research field, the article elaborates upon the following new insights: transit crime versus racketeering; criminal networks (instead of criminal pyramids); enablers and the role of the licit environment; and early starters, late starters, and recruitment of youngsters. The article concludes with the unpredictability of political agenda setting and the necessity of long term investments in research and knowledge development

Activities, Access Control, and Crime:a Quasi-Experimental Study regarding Entry Gates at Train Stations in the Netherlands

This article discusses a unique “natural experiment,” the introduction of entry gates at Dutch train stations and the potential effects of this on crime in the areas around these stations. A quasi-experimental study was carried out to show that introducing entry gates correlated with a drop in crime in these areas. After entry gates had been introduced, potential offenders could only enter train stations with a valid ticket, which meant that they would be less likely to enter or leave these stations and more likely to choose other places to hang around in or for entering and leaving trains. A dataset was created in which the crime rates around train stations were registered for each month in the years 2013 through 2018. The changing numbers of travelers at each station were also taken into account, as this variable probably correlates with the amount of crime. A two-way fixed-effects model was run on data for about 260 train stations, with and without entry gates, using the relative crime rate per thousand travelers as the dependent variable. Based on this relative crime rate, the use of entry gates was found to coincide with a decrease of 9% in crime, compared to a situation without entry gates. This study can inform policymakers about the potential effects of entry gates in particular and about situational crime prevention in general. Moreover, it illustrates how implementing measures at various locations at different moments enables the effectiveness of such measures to be tested more precisely and with more confidence

Georganiseerde criminaliteit in Nederland: daders, verwevenheid en opsporing:Rapportage in het kader van de vijfde ronde van de Monitor Georganiseerde Criminaliteit

Dit rapport is het resultaat van de meest recente, vijfde ronde van de monitor georganiseerde criminaliteit. Om dieper op bepaalde thema’s in te kunnen gaan, is ervoor gekozen om de vijfde ronde uit te laten monden in drie afzonderlijke deelrapporten. In oktober 2017 is het eerste deelrapport verschenen (Van Wingerde & Van de Bunt, 2017). Dat rapport richtte zich op de strafrechtelijke afhandeling van georganiseerde criminaliteit, met name de geëiste en opgelegde straffen. Het tweede deelrapport verscheen in 2018 en behandelde het gebruik van ICT (informatie- en communicatietechnologie) door dadergroepen in de georganiseerde criminaliteit (Kruisbergen e.a., 2018). In het derde deelrapport staan daders centraal. Het behandelt de volgende onderwerpen: de criminele carrière van daders in de georganiseerde criminaliteit; hoe de verwevenheid van daders met hun omgeving hen in staat stelt hun criminele activiteiten af te schermen; en de opsporing van de daders. Georganiseerde criminaliteit kan haar schadelijke werking alleen maar hebben wanneer daders de aanpak in zekere zin weten te trotseren. Dat ‘trotseren’ kan bestaan uit het langdurig buiten beeld blijven van de opsporing, maar het betreft ook daders die ondanks intensieve aandacht van justitie en politie doorgaan met criminele activiteiten. Het ‘trotseren’ wordt bovendien mogelijk gemaakt doordat de omgeving van daders hen faciliteert of op zijn minst niet te veel hindert

Drugscriminaliteit in de lage landen:De omvang(schatting) van de drugseconomie en de verwevenheid met de wettige wereld in Nederland en België

Nederland en België zijn als drugsproductielanden en centrale logistieke knooppunten aanvoerders van de ‘verkeerde lijstjes’ op het gebied van de internationale handel in verdovende middelen. In de media en politiek in Nederland – en in mindere mate in België –steekt om deze reden de typering ‘narcostaat’ om de zoveel tijd de kop op. Een andere veelgehoorde term als het gaat om drugscriminaliteit is ‘ondermijning’. In deze inleidende bijdrage van het themanummer over drugscriminaliteit diepen we twee onderwerpen nader uit die terugkomen in de typeringen ‘narcostaat’ en ‘ondermijning’: de omvang(schatting) van de drugseconomie en de verwevenheid van de drugsindustrie met de wettige wereld in de Lage Landen.</i