What big data do not tell us: What we can learn from travel survey for bus and lightrail in the Netherlands

With the introduction of the chipcardfor public transport (OV-chipkaart) as a digital ticketing system in the Dutch public transport (PT), a new data source for PT was created. The data registered by this smartcard contain every transaction (check-ins and check-outs) with according time and location. In 2013, the OV-chipkaart system operator Trans Link Systems registered 1.9 billion transactions, which were allstored in the central back office(Trans Link Systems, 2014). This Big Data1source contains interesting information for strategic transport models using a pivot point method(Pelletier, Trépanier, & Morency, 2011). This method uses origin-destination (OD) matrices to describe the current situation, on which growth factors are applied to determine forecast matrices. The OV-chipkaart replaced the National Ticketing System (NVB),with the according WROOV studies. The NVB contained themain ticket types and allowed travellers to travel with all PT operators in the country. The WROOV studies consisted of surveys that were used to allocate the revenues of the NVB to the operators and governments.The WROOV surveys were the primary data source of travel behaviour regarding bus and light rail until 2009, the year the OV-chipkaart was introduced.The data availability on travel behaviour was one of the reasons for PT operators to introduce the OV-chipkaart(Bergmans, Bottenberg, & Hilferink, 2012).In contradiction to WROOV data, however, the OV-chipkaart data havehardlybeen used in strategic planning. This is caused byseveral issues: the availability of OV-chipkaart data is deficient and, moreover, the OV-chipkaart data do not contain all required information(Bagchi & White, 2005).Transport & PlanningCivil Engineering and Geoscience

Een integrale afweegmethode voor benutten

Voor het beoordelen van maatregelen en het samenstellen van maatregelpakketten met een focus op benutting, zijn diverse methoden en tools beschikbaar. Deze methoden zijn vooral werkwijzen of stappenplannen om op regionaal niveau te komen tot, door alle betrokken partijen gedragen, pakketten van benuttingsmaatregelen. Deze methoden kennen allen een eigen doel en functie om maatregelen te beoordelen. Echter, tot nu toe ontbreekt het aan een uniforme, integrale en complete methode om voor pakketten, samengesteld uit de verschillende soorten maatregelen, de kosten-effectiviteit te bepalen of een (maatschappelijke) kosten-baten analyse te maken. Wat in de huidige situatie vooral ontbreekt, is enerzijds de integraliteit over de verschillende beleidsdoelen (bereikbaarheid, veiligheid, leefbaarheid) en de verschillende typen maat-regelen (vraagbeïnvloeding, capaciteits-beïnvloeding) en anderzijds de uniformiteit van de definities, gegevens (kengetallen en kosten) en rekenmethoden (rekenparameters). De behoefte aan een integrale en uniforme afweegmethode voor maatregelpakketten is wel aanwezig, zowel bij beleid, die de pakketten maatregelen moet beoordelen, als bij de regio’s die deze pakketten samenstellen. Om in deze behoefte te voorzien is daarom door Rijkswaterstaat een project gestart waarin een methode ontwikkeld is om maatregelen en maatregelpakketten uniform te beoordelen en integraal tegen elkaar af te wegen. De scope van de methode is benutting in brede zin en kan zowel regionale als landelijke pakketten van maatregelen omvatten. Het gaat daarbij zowel om maatregelen die gericht zijn op het bewerkstelligen van veranderingen in de mobiliteit als om maatregelen die gericht zijn op het faciliteren van de mobiliteit. De maatregelen kunnen gericht zijn op zowel personen- als goederenvervoer. In de afweging worden de effecten op de verschillende beleidsdoelen in beschouwing genomen, zoals bereikbaarheid, veiligheid, leefbaarheid. Om de afweging te kunnen maken, is een methode ontwikkeld die in negen stappen maatregelpakketten of maatregelen tegen elkaar kan afwegen. Dit paper beschrijft deze afweegmethode. De paper gaat in op de gehanteerde scope en uitgangspunten en worden de stappen van de methode uitgebreid beschreven.Transport and PlanningCivil Engineering and Geoscience

Toepassing Afweegmethode voor Benutten op vier cases

Transport and Plannin

Identification of promising Twin Hub networks: Report of Work Package 1 of the Intermodal rail freight Twin hub Network Northwest Europe - project (final report)

This report is the first deliverable of the project Intermodal Rail Freight Twin Hub Network Northwest Europe. We call its subject Twin hub network and the organisational entity to carry out the actions the Twin hub project. The project is funded by INTERREG NWE (programme IVb). Its work started in December 2011 and will end by the end of 2015. The project budget was, when the project started, about 5,7 million Euros, to be spent in 4 years’ time. The project consists of analytical and designing actions and of the project pilot. The latter is the centre of the project. It is to prove to which extent the theoretical concept can work in practice. Most of the project budget is earmarked for the actions within or related to the pilot.OTBArchitecture and The Built Environmen