148 research outputs found
Nieuwe sociale bewegingen en postmodernisme : Posttraditionele identiteiten tussen essentialisme en relativisme
Ter publicatie aangeboden aan Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis, themanummer Nieuwe sociale bewegingen, n.a.v. Studiedag Brussel, 22 november 200
Op de ruĂŻnes van de traditie; Individualisering, culturele verandering en de toekomst van sociologie
Paper gepresenteerd tijdens de door de KNAW op 19 april 2004 georganiseerde conferentie De toekomst van de sociologie. Tevens te verschijnen in een naar aanleiding van deze conferentie te verschijnen bundel.Wat betekent de laatmoderne â of, zo men wil, postmoderne â conditie voor de sociologie? Luiden deze maatschappelijke transformatieprocessen het einde van de sociologie in? Beschikt de sociologie wel over het geschikte intellectuele gereedschap voor de analyse van zoân samenleving, gekenmerkt door fragmentatie, vluchtigheid, modegevoeligheid en emotionalisme
God in Nederland 1996-2006
A reading of God in Nederland 1996-2006 informs a critique of some intellectual routines
in sociology of religion. On the positive side, the book goes beyond a simplistic one-dimensional conception of "secularization" as declining Christian affiliations by adding
analyses of post-Christian spirituality and Christian religion's social and public
significance. The latter is however reduced to the mere study of attitudes, thus neglecting
real-life practices that may change in different directions. (Longitudinal) survey data
moreover have inherent shortcomings that seem insufficiently acknowledged. Rather than
addressing theoretically vital social and public significance of post-Christian spirituality,
the authors stick to reproducing conventional (yet flawed and sociologically naive) claims
about contemporary spirituality as privatized, fragmented, and individualized. It is finally
pointed out that with the steady decline of Christian religiosity it becomes increasingly
important to study worldviews of non-Christians and perhaps even wrap up sociology of
religion in less narrowly defined sociology of culture
De onttovering van de wereld. Over religie, wetenschap en postmoderne cultuur
De hedendaagse cultuur, zo kunnen wij vaststellen, heeft veel van zijn vroegere metafysische fundamenten verloren. De opkomst van een postmoderne cultuur vanaf de jaren zestig bevestigt, meer dan al het andere, de juistheid van Webers analyse van de onttovering van de wereld als een geleidelijke erosie van ooit nog stevig metafysisch verankerde betekenissen. Velen hebben vandaag de dag niet langer het gevoel dat zij nog in ânatuurlijkeâ of âsolide gefundeerdeâ sociale werelden leven, maar veeleer in hardnekkig voortwoekerende simulaties die de âechteâ en âauthentiekeâ werkelijkheid aan het zicht onttrekken (Baudrillard, 1993[1976]): een wereld waarin âdiepteâ heeft plaatsgemaakt voor âoppervlakteâ (Jameson, 1991), waarin het gezag van de wetenschap om de waarheid te verkondigen verregaand is aangetast (Bauman, 1987; Rorty, 1979), en waarin de christelijke kerken veel van hun vroegere geloofwaardigheid zijn verloren (Brown, 2001; Houtman en Mascini, 2002; Norris en Inglehart, 2004).
In deze verregaand onttoverde wereld is het verlangen naar âechtheidâ en âauthenticiteitâ van de weeromstuit navenant toegenomen. Hierdoor is de menselijke binnenwereld van persoonlijke ervaringen, emoties en intuĂŻties steeds belangrijker geworden en zijn âzichzelf zijnâ en âafstand nemen van formele rollenâ steeds meer maatgevende sociale normen geworden. Tegenwoordig worden âauthentiekeâ mensen als âleukeâ, âinteressanteâ of âinspirerendeâ mensen beschouwd, terwijl omgekeerd âbureaucratische papierschuiversâ en âvergadertijgersâ, net als machtigen die met graagte hun macht etaleren en zich verheven voelen boven gewone stervelingen, in het gunstigste geval âsaaiâ, âslaapverwekkendâ of âstomvervelendâ worden gevonden en in het ongunstigste geval gewoon als âslechte mensenâ worden beschouwd. Juist omdat trouw zijn aan zichzelf en voorzichtig omgaan met de emoties van anderen dwingende sociale normen zijn geworden, die velen met graagte aan anderen opleggen, kan op grond van de verregaande emotionalisering van de samenleving niet worden besloten dat de sociale controle inmiddels wel zoân beetje is verdwenen (Furedi, 2003).
De hedendaagse fascinatie met het persoonlijke gevoels- en ervaringsleven blijft dan ook niet beperkt tot het privĂ©-domein en de intieme omgang met vrienden en geliefden. Ook het publieke domein, van religie tot gezondheidszorg en van politiek tot economie, is door de opkomst van de emotiecultuur diepgaand veranderd. Therapeuten, psychiaters en personal coaches verdienen dik belegde boterhammen in de welzijnsindustrie (Furedi, 2003); van managers en politici wordt, meer dan al het andere, verwacht dat zij werknemers en kiezers een goed gevoel kunnen bezorgen en hen weten te inspireren, enthousiasmeren en motiveren (Houtman, 2008; Van Zoonen, 2005); en waar bedrijven hun geld ooit verdienden met handel in goederen en diensten, zijn tegenwoordig vooral de met deze laatste verbonden dromen en âervaringenâ maatgevend geworden (Pine en Gilmore, 1999). De onttovering van de wereld heeft een postmoderne âervarings-â of âemotiecultuurâ in het leven geroepen
Hoe komt het dat Nederlanders verschillend denken over de oorzaken en oplossingen van misdaad?
Inleiding
Om een begrijpelijke reden hebben verschillende mensen zich gestoord aan de vraag waarin zwakzinnigen worden gelijkgesteld met misdadigers en a-sociale lieden. Zij vonden het aanmerkelijk problematischer om zwakzinnigen uit de samenleving te verwijderen om problemen op te lossen dan om dat te doen met beide andere categorieĂ«n, aangezien zwakzinnigen niet zelf verantwoordelijk zijn voor de eventuele problemen die ze veroorzaken. Toch was er een goede reden om deze vraag op te nemen in de vragenlijst. Ze maakt namelijk samen met zes andere vragen deel uit van een meetinstrument voor gezagsgetrouwheid dat al sinds de Tweede Wereldoorlog in vele onderzoeken wordt gebruikt. Opnemen van dit meetinstrument vergemakkelijkte het om de uitkomsten van deze enquĂȘte te vergelijken met andere onderzoeken, en dat was uitdrukkelijk de bedoeling van dit onderzoek
Does public support for rehabilitation really mirror that for repression?: cracking a deep-rooted criminological myth
For over a century scholars and practitioners have conceived of rehabilitation as the progressive mirror image of repression. Elaborating on previous warnings and anomalous findings, a representative survey of the Dutch population (N=1,892) points out that this received view is flawed. When measured separately, no significant correlation exists between support for rehabilitation and support for repression, rehabilitation is equally popular among the constituencies of conservative and progressive political parties, and no negative relationship exists between rehabilitation and authoritarianism. Abolition rather than rehabilitation proves to constitute the progressive opposite of repression. By way of conclusion, we discuss the remarkable persistence of the myth cracked in this paper, even in the face of convincing earlier contradictory evidence
De moderne cultuur en de onttovering van de wereld: Moreel relativisme en instrumenteel rationalisme in Nederland
nleiding
Naar Max Webers ideeĂ«n over de onttovering van de wereld wordt vandaag de dag overwegend verwezen in godsdienstsociologische studies over secularisering en ontkerkelijking (bijvoorbeeld Verweij 1998: 16-17; Te Grotenhuis 1998: 59; De Hart in dit nummer). Naast een afnemende referentie aan het bovennatuurlijke behelst de onttovering van de wereld logischerwijze echter ook een toenemende binnenwereldlijke oriĂ«ntatie. Dit blijkt uit het feit dat secularisering door godsdienstsociologen nauw verbonden wordt geacht met twee andere processen, die allebei de toename van zoân binnenwereldlijke oriĂ«ntatie veronderstellen: individualisering (Peters, 1993) en rationalisering (Iannaccone et al., 1998). Een modern onttoverd wereldbeeld behoeft derhalve niet noodzakelijkerwijze (negatief) te worden opgevat als gekenmerkt door een ontbrekende referentie aan een bovennatuurlijke orde, die het aardse leven beheerst en van zin en betekenis voorziet, maar kan ook (positief) worden omschreven als gekenmerkt door een tweeledige binnenwereldlijke oriĂ«ntatie.
In de eerste plaats neemt onder invloed van secularisering de mogelijkheid af om het leven te voorzien van een âobjectieveâ zin, die onbetwijfelbare betekenissen en morele richtlijnen verschaft: âdoor toedoen van de âonttovering van de wereldâ (komt) iedere waardenhiĂ«rarchie ogenblikkelijk ter discussie (te staan) en (wordt) daarmee in principe ongeloofwaardig (...) Nietzscheâs âdood van Godâ (maakt) als een âonttovering van de wereldâ iedere waardenhiĂ«rarchie tot een historisch gegroeide en slechts subjectief-relevante waarheidâ (Zijderveld 1974: 122). Uit binnen- en buitenlands empirisch onderzoek blijkt dan ook dat onkerkelijken traditionele waarden in sterkere mate afwijzen dan kerkelijken (bijvoorbeeld Davis en Robinson 1996; Middendorp 1991; Olson en Carroll 1992; Woodrum 1988a; 1988b). Wij duiden deze afwijzing aan als moreel relativisme: het idee dat verschillende manieren van leven niet in termen van (on)aanvaardbaarheid kunnen worden geordend, zodat slechts individuele vrijheid en aanvaarding van culturele verschillen als richtinggevende beginselen kunnen worden aanvaard.
..
Religion Beyond God
The ambition of the present paper is to theorise processes of re-enchantment in the modern western world by drawing on Max Weberâs and Emile Durkheimâs classical sociological insights on modernity, meaning and religion. Our aim in doing so is not only to demonstrate how much the latter have to offer to such an analysis, but especially to argue for the need of a rejuvenation of sociology of religion by shrugging off its traditional Christian bias and going beyond its narrow focus on secularisation and religious decline
Gedoogbeleid als erfenis van de verfoeide jaren zestig?
De roep om versterking van de sociale orde is in de afgelopen jaren in Nederland steeds hoger op de maatschappelijke en politieke agenda komen te staan. Tegelijkertijd wordt de links-libertaire culturele revolutie van de jaren zestig steeds vaker gepathologiseerd als de bakermat van te ver doorgeschoten gedoogbeleid, vooral in de sfeer van soft drugs en coffeeshops. Dit suggereert dat het vooral de mensen met een rechtse politieke partijvoorkeur en conservatieven zijn die afkeer hebben van gedogen. Met behulp van een representatieve survey onder de Nederlandse bevolking (N=1.892) hebben wij laten zien dat deze veronderstelling niet houdbaar is. Mensen met een rechtse politieke stemvoorkeur en conservatieven hebben weliswaar de grootste afkeer van gedogen in het algemeen, maar dit betekent allerminst dat zij ook ten aanzien van concrete regelovertredingen de felste tegenstanders van gedogen zijn. âRechtsenâ en gezagsgetrouwen moeten weinig hebben van het gedogen van wetsovertredingen door individuele burgers â werkloze vijfenvijftig-plussers die hun sollicitatieplicht niet nakomen en vreemdelingen die illegaal in Nederland verblijven â, terwijl âlinksenâ en cultureel progressieven vooral moeite hebben met het gedogen van regelovertredingen door officiĂ«le instanties â het gedogen van geluidsoverlast door Schiphol en het afluisteren van verdachte personen door de politie zonder dat de rechter-commissaris daarvoor toestemming heeft gegeven. Dit betekent dat de verbinding tussen het Nederlandse gedoogbeleid en de permissieve cultuur van de jaren zestig niet juist is; er bestaat niet zoiets als een universele afkeer van gedogen
- âŠ