729 research outputs found

    Mesoscopic order and the dimentionality of long-range resonance energy transfer in supramolecular semiconductors

    Get PDF
    We present time-resolved photoluminescence measurements on two series of oligo-p-phenylenevinylene materials that self-assemble into supramolecular nanostructures with thermotropic reversibility in dodecane. One set of derivatives form chiral, helical stacks while the second set form less organised, frustrated stacks. Here we study the effects of supramolecular organisation on the resonance energy transfer rates. We measure these rates in nanoassemblies formed with mixed blends of oligomers and compare them with the rates predicted by Foerster theory. Our results and analysis show that control of supramolecular order in the nanometre lengthscale has a dominant effect on the efficiency and dimentionality of resonance energy transfer.Comment: 17 Pages, 5 Figures, Submitted to J. Chem. Phy

    De invloed van orthografie op verleden tijdsvorming door zwakke lezers

    Get PDF
    In dit onderzoek werden morfofonologische vaardigheden van normale en zwakke lezers vergeleken. Specifiek werd de invloed van orthografie op de vervoeging van de verleden tijd bekeken bij 8- tot 11-jarige normale en zwakke lezers. Deze groepen lezers kregen bestaande werkwoorden en pseudo-werkwoorden gepresenteerd in de infiniefvorm (bijvoorbeeld blaffen of taven), waarna hen gevraagd werd de verleden tijdsvorm te produceren. Er is onderzocht of kinderen de juiste vorm van het suffix (-te of -de) selecteerden, op basis van de stemhebbendheid van de mediale obstruent. Ook is onderzocht of kinderen gevoelig waren voor de relatie tussen klinkerlengte en stemhebbendheid in het Nederlands, door pseudo-woorden aan te bieden die verschillen in de mate waarin ze het Nederlandse patroon volgen. Tot slot werd bekeken of auditieve presentatie van de werkwoorden mét het bijbehorende schriftbeeld (waarbij dus ook letters als ‘f’ of ‘v’ zichtbaar waren) leidde tot meer correcte verleden tijdsvormen dan alleen auditieve presentatie van de werkwoorden. De resultaten laten geen verschillen zien tussen de normale en zwakke lezers in het aantal correct vervoegde werkwoorden. Beide groepen zijn beter in staat correcte verleden tijden te maken van bestaande dan van pseudo-werkwoorden. Daarnaast zijn beide groepen gevoelig voor subtiele fonotactische patronen: kinderen maken meer correcte verleden tijdsvormen als de pseudo-werkwoorden het Nederlandse patroon volgen. Ook maakten beide groepen meer fouten met stemloze dan stemhebbende mediale obstruenten (zoals in blaffen - *blafde). De normale lezers presteerden echter beter in de vervoeging van bestaande werkwoorden wanneer het schriftbeeld werd toegevoegd, in tegenstelling tot de zwakke lezers die hier niet van profiteerden. Deze resultaten laten zien dat de (morfo-)fonologie van de zwakke lezers (op deze leeftijd en taak) niet verschilt van de normale lezers, maar dat ze minder gebruik kunnen maken van de orthografie. Dit wijst erop dat niet de fonologische verwerving als zodanig aangetast is bij slechte lezers in deze leeftijdsgroep, maar dat de integratie tussen (morfo-)fonologie en orthografie anders verloopt
    • …
    corecore