1 research outputs found

    Costs of avian incubation: how fitness, energetics and behaviour impinge on the evolution of clutch size

    Get PDF
    Het aantal eieren dat vogels leggen per broedpoging varieert. De ene vogel legt slechts één ei, de andere wel tien. Ecologen zijn gefascineerd door deze variatie en willen begrijpen wat het legselgrootte bepaalt. Een idee is dat het aantal eieren overeenstemt met het aantal jongen dat ouders kunnen voeren. Dit is onderzocht door het aantal jongen te manipuleren dat ouders grootbrengen. Een studie aan koolmezen in de Lauwersmeer laat zien dat ouders meer jongen kunnen grootbrengen als ze de extra jongen van de onderzoekers krijgen. Dit heeft geleid tot de vraag waarom deze ouders niet meer eieren leggen. Promovendus De Heij onderzocht of de kosten van het bebroeden van eieren beslissingen over de grootte van het legsel kan beïnvloeden. In een experiment, uitgevoerd in het vrije veld, gaf De Heij koolmezen gedurende de broedperiode een kleiner, een groter of hun zelfgekozen legselgrootte. Vervolgens bepaalde ze het broedsucces (het aantal overlevende nakomelingen). Zij voerde dit experiment in drie verschillende jaren uit. Het bleek dat koolmezen die een experimenteel vergroot legsel kregen, een lagere overleving hadden in twee van de drie jaar. De kosten van het bebroeden van eieren kunnen dus invloed hebben op legselgroottebeslissingen. De Heij mat eveneens de energie-uitgaven van koolmeesvrouwtjes gedurende de nacht en gedurende een etmaal. Ze ontdekte dat broedende vogels gedurende de nacht meer energie uitgaven als ze een vergroot legsel bebroedden. Over 24 uur gaven koolmeesvrouwtjes die een vergroot legsel bebroedden echter evenveel energie uit als vrouwtjes met een zelf gekozen aantal eieren. Waar de kosten in overleving vandaan komen is dus niet opgehelderd. Mogelijk veranderen de vogels hun bestedingspatroon gedurende 24 uur en investeren ze minder in hun eigen gezondheid en dus overleving.
    corecore