142 research outputs found

    Het geslacht Ulmus - nieuwe mogelijkheden

    Get PDF
    Iepen behoren tot sterkste bomen voor stedelijke omstandigheden en open landschappen. Door de iepenziekte is het Iepenbestand in Nederland flink achteruit gegaan. De vorige beschrijving van Ulmus in Dendroflora 5 (1968) verscheen nog voor de verspreiding van de tweede iepenziekte-schimmel in Europa en ook voor de uitgave van alle nieuwe hoofresistente selecties. Sindsdien zijn de inzichten in naamgeving en de beschikbare cultivars sterk veranderd. Het iepensortiment is constant in beweging; tijd voor een update in Dendroflora. In dit artikel de voor Nederland belangrijke soorten en cultivars. De volgende is per werelddeel: Europa, Amerika en Azië. Daarna volgen de complexe hybriden

    Effecten van dunning en vraat op spontane verjonging in eiken-dennenbossen

    Get PDF
    Bosbeheerders sturen spontane bosontwikkeling door dunning. Een dergelijke ingreep in het kronendak brengt meer licht in het bos en heeft daardoor effect op de bodemvegetatie. Behalve licht is begrazing door herbivoren een belangrijke factor in de bosontwikkeling. Met name loofbomen worden sterk bevreten, waardoor spontane verjonging van gemengde loofbossen in door herten en reeën begraasde terreinen op de hogere zandgronden in Nederland weinig voorkomt. In dit onderzoek is bekeken hoe natuurlijke verjonging van loofboomsoorten door middel van dunning kan worden bevorderd, en welke rol vraat door grote herbivoren daarbij speelt. Belangrijkste conclusies zijn dat sterke dunning in dit bostype leidt tot een spontane verjonging van met name de lichteisende soorten ruwe berk, zomereik en grove den. Meer schaduwverdragende soorten als wintereik en beuk komen in kleinere aantallen voor en lijken bovendien minder afhankelijk van de openheid van de opstand. Begrazing door grote herbivoren leidt tot meer licht op de bosbodem (ten gunste van de bodemvegetatie), tot een snellere toename van de bedekking van blauwe bosbes en tot een geringere afname van bochtige smele dan in onbegraasde situaties. Door vraat nemen de soorten smalle stekelvaren, liggend walstro en bochtige smele in bedekking af. Grote herbivoren beonvloeden tevens de samenstelling van de verjonging. Beuk en wintereik worden minder bevreten en dus bevoordeeld boven berk, zomereik en grove den. Beuk zal op termijn (ook of juist bij de huidige wilddruk) het bos op deze groeiplaats gaan domineren. Lijsterbes en vuilboom worden sterk bevreten; beide soorten kunnen alleen doorgroeien bij lage wilddichtheden. De lokale wilddichtheid in het gebied is gemiddeld, maar wel dermate hoog dat spontane verjonging sterk belemmerd wordt. Bij uitsluiting van begrazing zal een verjonging ontstaan, eerst gedomineerd door ruwe berk en lijsterbes, later door beuk

    Effecten van dunning en vraat op spontane verjonging in eiken-dennenbossen.

    Get PDF
    In bospercelen in de Beheerseenheid Ugchelen (Gelderland) is vanaf 1993 onderzoek gedaan naar de effecten van dunning (verschillende dunningspercentages) en herbivorie (wel of niet begraasd) op de bodemvegetatie (hogere planten in de kruidlaag), de bosstructuur en de spontane verjonging. De wilddruk belemmert de spontane verjonging sterk en beïnvloedt ook de samenstelling van de verjongin

    Naar teeltdiagrammen voor groveden

    Get PDF
    Teeltdiagrammen beogen een brug te vormen tussen onderzoek en praktijk. In een teeltdiagram wordt zoveel mogelijk informatie voor de praktijk samengevat. De beheerder kan gegevens aan het diagram toevoegen. Hij kan er een soort opstandslegger van maken. (Preadvies Studiekring KNBV 1984 "Groveden op een rij"

    Biomechanical Analysis of Reducing Sacroiliac Joint Shear Load by Optimization of Pelvic Muscle and Ligament Forces

    Get PDF
    Effective stabilization of the sacroiliac joints (SIJ) is essential, since spinal loading is transferred via the SIJ to the coxal bones, and further to the legs. We performed a biomechanical analysis of SIJ stability in terms of reduced SIJ shear force in standing posture using a validated static 3-D simulation model. This model contained 100 muscle elements, 8 ligaments, and 8 joints in trunk, pelvis, and upper legs. Initially, the model was set up to minimize the maximum muscle stress. In this situation, the trunk load was mainly balanced between the coxal bones by vertical SIJ shear force. An imposed reduction of the vertical SIJ shear by 20% resulted in 70% increase of SIJ compression force due to activation of hip flexors and counteracting hip extensors. Another 20% reduction of the vertical SIJ shear force resulted in further increase of SIJ compression force by 400%, due to activation of the transversely oriented M. transversus abdominis and pelvic floor muscles. The M. transversus abdominis crosses the SIJ and clamps the sacrum between the coxal bones. Moreover, the pelvic floor muscles oppose lateral movement of the coxal bones, which stabilizes the position of the sacrum between the coxal bones (the pelvic arc). Our results suggest that training of the M. transversus abdominis and the pelvic floor muscles could help to relieve SI-joint related pelvic pain

    Boomwortels: de verschillende ondergrondse strategieën van bomen

    Get PDF
    Planten kunnen zich aanpassen aan veranderende omstandigheden. Zo kunnen bomen grotere bladeren maken in de schaduw, of dikkere bij droogte. Hoe en of een boom ook de wortels kan aanpassen, is veel min- der duidelijk. Wij keken daarom in een onderzoek of je bij verschillende boomsoorten en onder verschillende omstandigheden andere wortels aan- treft in de bodem

    Groei en productie van grove den in Nederland

    Get PDF
    In the Netherlands, growth and yield research on Scots pine was done from 1949 to 2002. This includes studies by Becking and by the Dorschkamp/IBN research institute. Together with the permanent sample plots from the timber prognosis system HOSP, all this comprises a dataset of 94 plots with 348 recordings. For the development of top height htop with age (t), Cieszewski’s model with site index h70 and 3 additional parameters fitted best. The diameter development up to stand height of 7 m was best described with the model by Jansen et al. based on htop and initial density N0. From a stand height of 7 m and up, the basal area increment iG was best described by a power func-tion based on htop, calendar year (yor), h50 and the stand density index of Hart (S%). For S % > 20.6 the basal area increment drops strongly with increasing S %. The effect of thinning on diameter after thinning was modelled with a modified La Bastide-Faber model. With all models together, a stand projection model was constructed, which follows the measured stand development reasonably well. The model was used to construct yield tables with five site classes and four thinning intensities

    Groei en productie van beuk in Nederland

    Get PDF
    In the Netherlands growth and yield research on common beech was done from 1960 to 1992 at very small scale. This includes studies by Becking and by the Dorschkamp/IBN research insti-tute. Together with the permanent sample plots from the timber prognosis system HOSP, all this comprises a dataset of 47 plots with 169 recordings. For the development of top height (htop) with age (t) Cieszewski’s model with site index h70 and three additional parameters fitted best. The diame-ter development up to stand height of 7 m was described with the model by Jansen et al. based on htop and initial density (N0). From a stand height of 7 m and up, the basal area increment (iG) was also described by a model from Jansen et al., based on a power function with htop, t, year of recording (yor), and the stand density of Hart (S %). For S % > 17.6 the basal area increment drops strongly with increasing S %. The model contains a correction factor for yor, which unfortunately could not be esti-mated from the plot data. The effect of thinning on the diameter after thinning was modelled with a modified La Bastide-Faber model. With all models together, a stand projection model was con-structed, which describes the measured stand development moderately well. The model was used to construct yield tables for with five site classes and six thinning intensitie
    corecore