The reception pattern of the balanced scorecard: accounting for interpretative viability

‘The role of fads and fashions in shaping management accounting practices in contemporary organizations requires further inquiry’ (Malmi, T. (1999). Activity based costing diffusion across organizations: an exploratory empirical analysis of Finnish firms. Accounting, Organizations and Society, 24, 669). Against the background of the evolving management fashion literature we discuss the ‘reception pattern’ of the Balanced Scorecard (BSC) in the Netherlands. To get insight into the organizational changes induced by and associated with the BSC-discourse, we systematically discovered how the concept, since its launch by Kaplan & Norton (1992), has grown into an umbrella that encompasses a variety of interpretations and uses. The paper offers a framework to show how BSC-discourse and its actual use have developed in interrelated yet loosely coupled ways.

Accrual-based and real earnings management and political connections

This study examines whether the trade-off between real and accrual-based management strategies differs between firms with and without political connections. We argue that politically connected firms are more likely to substitute real earnings management for accrual-based earnings management than non-connected firms. Although real earnings management is more costly, we expect that politically connected firms prefer this strategy because of its higher secrecy and potential to mask political favors. Using a unique panel data set of 5493 publicly traded firms in 30 countries, our results show that politically connected firms are more likely to substitute real earnings management strategies for accrual-based earnings management strategies than non-connected firms. We also find that when public monitoring and, therefore, the risk of detection increases, politically connected firms are more likely to resort to less detectable real earnings management strategies. Our finding that political connections play a significant role in the choice between accrual-based and real earnings management strategies suggests that focusing only on accrual-based measurements underestimates the total earnings management activities of politically connected firms

Determinanten van milieuverslaggeving

In deze studie wordt voor Nederlandse beurs- en niet-beursgenoteerde bedrijven onderzocht welke factoren de variëteit aan milieu-informatie in duurzaamheidsverslagen verklaren. De resultaten tonen dat zowel bedrijven met grotere hoeveelheden CO2-uitstoot (meer vervuilende bedrijven) als bedrijven waarbij het duurzaamheidsverslag extern is geverifieerd meer milieu-informatie publiceren, waaronder meer informatie die als objectief en controleerbaar wordt beschouwd. De resultaten tonen ook dat grotere en beursgenoteerde bedrijven meer milieu-informatie openbaar maken. Daarnaast geldt voor nagenoeg alle bedrijven dat ze op een milieu-index die is gebaseerd op de richtlijnen van de Global Reporting Initiative (GRI) minder publiceren dan 50% van de maximale score. De bevindingen impliceren dat legitimiteit een belangrijke rol speelt in de keuze van bedrijven voor de omvang en de inhoud van de milieu-verslaggeving. Verder indiceren de resultaten een behoefte aan meer regulering van milieurapportages en controle hierop

Winstbepaling voor het levenbedrijf

Winstbepaling voor het levenbedrij

The reception pattern of the balanced scorecard: accounting for interpretative viability

‘The role of fads and fashions in shaping management accounting practices in contemporary organizations requires further inquiry’ (Malmi, T. (1999). Activity based costing diffusion across organizations: an exploratory empirical analysis of Finnish firms. Accounting, Organizations and Society, 24, 669). Against the background of the evolving management fashion literature we discuss the ‘reception pattern’ of the Balanced Scorecard (BSC) in the Netherlands. To get insight into the organizational changes induced by and associated with the BSC-discourse, we systematically discovered how the concept, since its launch by Kaplan & Norton (1992), has grown into an umbrella that encompasses a variety of interpretations and uses. The paper offers a framework to show how BSC-discourse and its actual use have developed in interrelated yet loosely coupled ways.

Determinanten van milieuverslaggeving

In deze studie wordt voor Nederlandse beurs- en niet-beursgenoteerde bedrijven onderzocht welke factoren de variëteit aan milieu-informatie in duurzaamheidsverslagen verklaren. De resultaten tonen dat zowel bedrijven met grotere hoeveelheden CO2-uitstoot (meer vervuilende bedrijven) als bedrijven waarbij het duurzaamheidsverslag extern is geverifieerd meer milieu-informatie publiceren, waaronder meer informatie die als objectief en controleerbaar wordt beschouwd. De resultaten tonen ook dat grotere en beursgenoteerde bedrijven meer milieu-informatie openbaar maken. Daarnaast geldt voor nagenoeg alle bedrijven dat ze op een milieu-index die is gebaseerd op de richtlijnen van de Global Reporting Initiative (GRI) minder publiceren dan 50% van de maximale score. De bevindingen impliceren dat legitimiteit een belangrijke rol speelt in de keuze van bedrijven voor de omvang en de inhoud van de milieu-verslaggeving. Verder indiceren de resultaten een behoefte aan meer regulering van milieurapportages en controle hierop