7 research outputs found

    Handboek der vee-artsenijkundige heelkunde, of de kunst, om de uitwendige ziekten der paarden en van andere huisdieren te kennen en te genezen

    No full text
    Pag. 1. Het paard..................... 1 2. Paardenkennis.................... 5( 434 ) ALGEMEENE VEE-ARTS ENIJKUNDIGE HEELKUNDE. EERSTE AFDEELING. OORSPRONKELIJKE WERKTUIGELUKE AFWUKINCEN VAST DEN GEZONDEN TOESTAND. EERSTE KLASSE. * SCHEIDING VAN DEN ZAMENHANG. EERSTE ONDER-AFDEELING. SCHEIDING VAN DEN ZAMENHANG , MET VERDEELING DER HUID. EERSTE HOOFDSTUK. Bladz. Over de wonden. 83. Kenteekenen, verschil en voorzegging bij wouden. 85. Behandeling der wonden in het algemeen. 9^ a. Genezing der wonden door de her- eemging. 91. b. Genezing der wonden door de ettering. 98. TWEEDE HOOFDSTUK. Wonden met kneuzingen, gekneusde wonden. 1 IQ. Behandeling der gekneusde wonden. 113. DERDE HOOFDSTUK. Vergiftige wonden. 120. Vergiftige wonden, welke dolgift bevatten. 130. TWEEDE ONDER-AFDEELING. Scheiding van den zamenhang , zonder ver- deeling der huid. 138. : EER.( 455 ) EERSTE HOOFDSTUK. Blad*. Over de verscheuring der zachta deelen, of behandeling der verscheuringen. 146. TWEEDE HOOFDSTUK. Over de beenbreuken. 153. Behandeling der beenbreuken in het al- gemeen. 162. TWEEDE KLASSE. Over de kneuzingen. 166. DERDE KLASSE Over de plaatsveranderingen (dislocationes) en wel der zachte deelen, EERSTE ONDER-AFDEELING. Over de breuken. \ 173» Kenteekenen der breuken aan den achter- buik in het algemeen. 176. Onderscheiding der breuken. 177. Oorzaken der breuken. 179. Beloop der breuken en beklemming. 181. Kenteekenen der beklemming. 182. Oorzaken der beklemming. 183. Algemeene aanmerkingen over de breuken. 185. Voorzegging der breuken in het algemeen en in het bijzonder met opzigt tot de beklemming. 187. Behandeling der breuken. 188. Behandeling van beklemde breuken. 191. TWEEDE ONDER-AFDEELING. Blad». Over de uitzakkingen. 193. DERDE ONDER-AFDEELING. Plaatsveranderingen der harde deelen. j 195. Over de ontwrichtingen. 195, VIERDE ONDER-AFDEELING. Over de vaneenwijkingen der beenderen, of over de afwijkingen van de aanhang- sels der beenderen, 203, TWEEDE AF DEELING. Oorspronkelijke afwijkingen van den ge- zonden toestand, welke in de levens- kracht gegrond zijn. EERSTE KLASSE. Gebreken van het vermogen der uitzetting en zamentrekking. Algemeen begrip omtrent de ziekten dezer tweede afdeeling. 206. EERSTE GESLACHT. Ziekten met vermeerderde kracht van za- mentrekking. 208. TWEEDE GESLACHT. Verminderde zamentrekkingskracht(slapheid). 216. a. Over de gallen. 219. b. Uitzettingen der vaten. 226. TWEEDE KLASSE. Gebreken der afscheiding en opslorping. 232. EER.EERSTE ONDER-AFDEELING. Bladx. Overvloedige afscheidingen. TWEEDE ONDER-AFDEELING. Verminderde afscheiding (vermagering of uitputting van een deel). 241. DERDE KLASSE. Over de ontaardingen van de bewerktuigde deelen zelve, of van derzelver zelfstan- digheid. 248. EERSTE ONDER-AFDEELING. Over de ontaarding van het zamenstel der deelen of van het weefsel, zonder het ontstaan van nieuwe oppervlakten van afscheiding. 250. Over het knoestgezwel, (scirrus). 251. TWEEDE ONDER-AFDEELING. Over de ontaarding der deelen, of den ziekelijken toestand van het weefsel, waarbij nieuwe oppervlakten, welke af- scheiden , worden gevormd. 258. Verdeeling der zweren. 259. Algemeene behandeling der zweren. 264. Behandeling der zweren naar derzelver ge- slacht. 266. 1. Over de . eeltachtige zweren. 270. 2. ——- -— sponsachtige zweren. 271. f 3 OverBJ»d«. 3. Over de holle zweren. 272. 4.-----------pijpzweren. ' 274. 5.------— mokverzwering ( mok ). 278 6.-----------beenverzwering. 289. 7. __------kankerachtige zweren. 296. VIERDE KLASSE. Over de vorming van tegennatuurlijke lig— chamen, na - vormingen (pseudo - orga- nisatio). 300. EERSTE GESLACHT. Over de beursgezwellea. 301. TWEE]DE GESLACHT. Over de vleeschproppen, polijpen of po- li jpeuse uitwassen. 311. DERDE GESLACHT. Over de wratten. 318. VIERDE GESLACHT Over de vereeltingen (zwammen). 321. VIJFDE KLASSE. Over de nieuwe , valsche, vreemdaardige voortbrengselen, door de ziekelijke wer- king van een afscheidend werktuig', ( pseudo -productio). 323. Kenteekenen van de aanwezigheid van steeneri. . 325. ZESDE KLASSE. Over de gebreken der eerste vorming (vüia primae formatonis ). 330. DER- ( «9 ) DERDE AFDEEL1NG. Bladz. Oorspronkelijke sclieikundige beleediging- gen van den gezonden toestand. 334. EERSTE GESLACHT. Over het branden. 335. EERSTE HOOFDSTUK. Over het branden door vuur. 336. TWEEDE HOOFDSTUK. Over het branden met een gloeijend ijzer 341. DERDE HOOFDSTUK. EERSTE GESLACHT. a. Branding met versch geblusclite kalk 846. TWEEDE GESLACHT. h. Brandingen door bijtmiddelen en zuren , en vergiftingen door uitwendig aangewen- geneesmiddelen 348, VIERDE AFDEEL1NG. Over de kunstbewerkingen, welke aan het dierlijk ligchaam in het algemeen ver- rigt worden. 355. Over de gewone dwangmiddelen bij operatien. 357. EERSTE HOOFDSTUK. Over het aderlaten. 367. TWEEDE HOOFDSTUK. Over het scarificeren of doorvlijmen derhuid. 384. DER. { 44o ) DERDE HOOFDSTUK. Over het stillen der bloeding, bij wonden 387. VIERDE HOOFDSTUK. Over de vereeniging der wonden door naden. 395. VIJFDE HOOFDSTUK. Over het inspuiten van geneesmiddelen in de aderen. 397. ZESDE HOOFDSTUK. Over het openen van ettergezwellen. 400. ZEVENDE HOOFDSTUK. Over het inwrijven en over het aanwen- den van prikkelende middelen, scherpe zalven, bijtmiddelen enz. 403. ACHTSTE HOOFDSTUK. Over het zetten van fontanellen, of het steken van een wrangwortel. 409. NEGENDE HOOFDSTUK. Over het zetten van haarvlechten of van etter-linten, ook de aanwending van eene etterdragt genoemd. 413. TIENDE HOOFDSTUK. Over de aanwending van het vuur (cau- leriüm actuale s. cauterisatio), 422. 3. "Wenken in den hittenhandel.............. 12 4. Toilet....................... 18 5. Verpleging en aanrijden van Russische hitten........ 19 6. Houdingen van het paard............... 22 7. Bijdrage omtrent de erfelijkheid van cornage........ 26 8. Show-conditie.................... 60 9. Iets over volbloed.................. 64 10. Luchtverversching van een paardenstal.......... 67 11. De nationale afstandsrit der Koninklijke M. S. V., 132 K.M. . . 70 12. Naar aanleiding van den 132 K.M. Afstandsrit der Koninklijke Militaire Sportvereeniging, op 6 October 1911........ 79 13. Kunstmatige bevruchting................ 107 14. Behandeling van dekhengsten buiten den dektijd....... 125 1B. Het vastzetten van paarden............... 129 16. Welk paard te fokken?................ 132 17. Over straffen.................... 137 ii 18. Dwingen lokt verzet uit................ .142 19. Dressuur en training................. 146 20. Over houding.................... 152 21. Het koord, ter vervanging van de praam.......... 157 22. Windzuigen..................... 161 23. De opleiding der raadgevers en beoordeelaars op het gebied der Nederlandsche paardenfokkerij........... . . . 163 24. Het aanspannen van concourspaarden .......' | . . . . 182 25. Trek- en drafproeven................. 185 26. Iets over krampachtige spanning der spieren........ 191 27. Teeltkeuze...................... 194 28. Keuze van de soort hengst............, . . . 196 29. Over verschillende opvattingen omtrent draf, enz. ...)... 201 30. Handelswaarde.................... 20

    De kunst van het hoefbeslag, of handleiding, om zoo wel de gezonde als gebrekkige hoeven der paarden op eene doelmatige wijze, te behandelen en te beslaan

    No full text
    INHOUD. Bladzijde. \oorrede.....................*. Korte geschiedenis van het hoefheslag. . . . . 1. Inleiding.................... 9 Eerste Afdeeling van het hoefheslag. Ontleding van den hoef, en de deelen , welke in denzelven besloten zijn, en daaraan grenzen. 14. Eerste Onder-afdeeling. Over de ontleding van den hoef en deszelfs deelen...................14. Tweede Onder-afdeeling. Beschrijving van de , in den hoorn-schoen be- slotene, declen................35. Derde Onder-afdeeling. A. Over de voeding en den groei van den hoef. 57. B. Over liet nut en de verrigtingen van den hoef, en der af^ondotrlijke, beschrevene , dee- len van denzelven.........., - . G5, Tweede Afdeeling. Over de uitoefening van het hoefheslag. . , . 8S. ï N H O U D. Eerste Onder-afdeeling. bladzijde. A. Smïds- en beslags-werktuigen........üa. B. Over de zelfstandigheden, welke men tot het vervaardigen van hocfijzers, en het be- slaan bezigt.................91* £L Over de maatregelen van voorzorg bij liet hoefbeslag..................99. Tweede Onder-afdeeling. Over het bewerken van de hoeven tot het be- slaan.......>........... HO, Derde Onder-afdeeling. Over het vervaardigen van hoefijzers, en de regelen, welke hierbij in acht moeten worden genomen. .... ........126. Vierde Onder-afdeeling. Over het rigtcn en oppassen der hocfijzers. 137. Vijfde Onder-afdeeling. Over het beslaan zelf, en wel van gezonde hoeven. ..................141. Zesde Onder-afdeeling. Over het winter-beslag............ 148. Zevende Onder-afdeeling. | Over de gebrekkige en. zieke hoeven, en over derzelver beslag..............155. Eerste Hoofdstuk. Over de schecve hoeven...........156. INHOUD. Tweede Hoofdstuk, bladzijde. Over de boks-hoeven. . »..........157» Derde Hoofdstuk. Over de hoeven met ingetrokkenc, zwakke, zij-, en dragt-, of verscn-wandèn. .-. ., . ... 159. Vierde Hoofdstuk. Over de klem-hoeven. ...........161. Vijfde Hoofdstuk. Over de vlakke , platte , en volle hoeven. . . 173. Zesde Hoofdstuk. Over de hoorn-scheuren , den osse-voet, en de hoorn-kloven................189, Zevende Hoofdstuk. Over de hoeven, waarbij de hoorn-zool ge- deeltelijk van den hoorn-wand is afgeschei- den................ .... 201. Achtste Hoofdstuk. Over de kneuzingen der vlecscli-zool, of over de steengallen, blaauwc vlakken......202. Negende Hoofdstuk. Over de bclccdigingen van den vlcesch-wand, of over het vernagelen...........206. Tiende Hoofdstuk. Over den rot-straal.............213, INHOUD. Achtste Onder-a fdeeling. bladzijde* Over het beslaan van zoodanige paarden , wier ledematen eenen onvolkomen stand bezit- ten, en daardoor eenen gebrekkigen gang hebben.................. 222. Eerste Hoofdstuk. Over het strijken..............222. Twiede Hoofdstuk. Over het aanslaan der Paarden, ook het slaao of vangen in. de ijzers , of het smeden ge- noemd..................229. Negende Onder-afdeeling. Over eenige verba nd-hoclijzers........251. Tiende Onder-afdeeling. Over het beslag van Maiidieren , Ezels, en Runderen.................236. Elfde Onder-afdeeling. Over eenige vreemde wijzen van hoefbeslag. . 242. Verklaring der platen............249. Aanhangsel.................258
    corecore