46 research outputs found
Towards a differentiated view on mobility and migration in the transformation of local societies in Late Antiquity: the archaeological case of the Low Countries
By focusing on two different transformations of local societies in the southern Low Countries during Late Antiquity, this paper illustrates the necessity of differentiation in regional responses over time to, consciously or unconsciously, deal with continuous processes of mobility and migration
Local elites at the edge of an empire: transformations in landscape and material culture between the Scheldt basin and the North Sea (ca. AD 200 – 800)
Between the 3rd and 8th century AD, the region to the northwest of the river Scheldt has witnessed a transformation from a well ‘Romanised’ agriculture-focused provincial periphery to a militarised region and back to being ruled by land-based elites. With this paper, we would like to illustrate that, while geographically the region can be considered a periphery, it has been at the centre of some significant sociocultural changes in Late Antiquity
14C-dating of wooden buildings in Flanders (Belgium) : a problem of reliability?
From the Prehistory until the Late Middle Ages wood was the most important construction material for buildings in Flanders. With the exception of wet contexts, the wooden posts of the structures are not preserved anymore. Because of this, these buildings are difficult to date. Charcoal or charred grains preserved in these postholes are a dating option, although the origin of these materials is not always clear. To tackle this problem of reliability, a strategy is to date several samples from the postholes of the same structure. A pattern of contemporaneous 14C-data will give us insight in the age of these structures and outliers can be eliminated. To verify the results of the 14C-dating a comparison is made with the fragments of material culture recorded in the infill of the postholes. This method has resulted in the recognition and dating of buildings types during Protohistory and in the Roman period in Flanders and the adjoining regions
Dark Ages woodland recovery and the expansion of beech : a study of land use changes and related woodland dynamics during the Roman to Medieval transition period in northern Belgium
The results from analyses of botanical remains (pollen, wood, charcoal, seeds) from several archaeological features excavated in Kluizen (northern Belgium) are presented. The region was largely uninhabited until the Iron Age and Roman period when a rural settlement was established, resulting in small-scale woodland clearance. The site was subsequently abandoned fromc.AD 270 till the High Middle Ages. The results of the archaeological and archaeobotanical analyses provide information on changes in land use and resulting dynamics of woodland cover and composition betweenc.600 BC and AD 1200, with a spatial and temporal resolution unrivalled in northern Belgium. Especially the long period of woodland regeneration following abandonment of the site around AD 270, covering the Late Roman and Early Medieval period, could be reconstructed in detail. Abandoned fields were first covered with pioneer woodland (Salix,CorylusandBetula), thenQuercus-dominated secondary forest and finally a late-successional forest withFagus sylvatica,Carpinus betulusandIlex aquifolium, an evolution that took over 300 years. The results also indicate that the observed increase ofFagusduring the Early Middle Ages, which was never an important element in the woodland vegetation in northern Belgium before, was related to climatic changes rather than anthropogenic factors
Vroegmiddeleeuws Maalte onder The Loop. Een nieuwe blik op het grootschalig archeologisch onderzoek van de 7de- tot de 9de-eeuwse nederzetting in Sint-Denijs-Westrem (Gent, Oost-Vlaanderen)
Het syntheseonderzoek over de vroegmiddeleeuwse nederzetting op The Loop (Sint-Denijs-
Westrem, Gent) had als doel om de resultaten van zeven verschillende archeologische opgravingen op The Loop, samen te brengen, te uniformiseren en voor het eerst deze dataset als geheel te onderzoeken.
De nederzetting op The Loop (Sint-Denijs-Westrem, Gent) werd gesticht in het prille begin van de 7de eeuw en werd continu bewoond tot het midden van de 9de eeuw. De sporen van deze langdurige bewoning verspreiden zich over zon 2,5 ha. In totaal kunnen nu elf mogelijke hoofdgebouwen, twee grote bijgebouwen, veertien kleinere bijgebouwen, negentien waterputten, een uitgebreide omgrachting en talrijke andere sporen geïdentificeerd worden. Het bijzondere van deze vroegmiddeleeuwse nederzetting is de schaal waarop ze is vastgestelden opgegraven. Deze schaal is vrij uniek in Vlaanderen.
Dendrochronologisch onderzoek van de waterputten zorgde voor een fijn chronologisch kader, waardoor de ontwikkeling van de nederzetting gedurende bijna drie eeuwen nauwgezet gevolgd kan worden. Een dergelijke resolutie was tot nu toe meestal onbereikbaar bij andere archeologisch onderzochte vroegmiddeleeuwse rurale nederzettingen.
Volgens onderzoek op de hoofdgebouwen, waterputten en erven, in combinatie met historisch-geografisch en ecologisch onderzoek, werd de nederzetting bewoond door een familiegroep met generatielange, lokale tradities in de bouw van huizen, waterputten en erfinrichting. Het ging om een grotendeels
zelfvoorzienende gemeenschap, gebaseerd op gemengde landbouw. Landschappelijk was ze ingebed tussen meersen, akkerland, bos en wastine.
De nederzetting op The Loop bestaat in haar beginfases uit één tot twee gelijktijdige erven. Rond het midden van de 8ste eeuw wordt een grootschalige herinrichting van de nederzetting ondernomen, met de aanleg van een grote, open enclosure met daarin een erf. Deze inrichting wordt één fase later, tegen het einde van de 8ste eeuw, alweer verlaten. Historisch en vergelijkend archeologisch onderzoek linkt deze herinrichting aan een grootgrondbezitter. Waarschijnlijk werd de nederzetting in de 8ste of 9de eeuw het bezit van de Sint-Pietersabdij. Die legde surplusproductie op, die de nederzetting waarschijnlijk voldeed via varkensteelt.
De precieze redenen achter de oprichting en opgave van de enclosure blijven onduidelijk. Waarschijnlijk werkten topdown en bottom-up processen hier samen. Na de opgave keert de nederzetting terug naar het
karakter uit haar begindagen, tot ze verlaten wordt rond het midden van de 9de eeuw. Deze informatie is niet alleen uitermate relevant voor The Loop zelf, maar biedt ook een waardevolle en broodnodige kapstok om andere vroegmiddeleeuwse nederzettingen in de regio verder te onderzoeken.
De verschillende nieuwe inzichten uit onderzoek bieden een wetenschappelijk verantwoorde blik op het dagdagelijkse leven op een vroegmiddeleeuwse boerderij ten zuiden van Gent. Een reeks van reconstructieschilderijen licht het bredere publiek in over deze nieuwe kennis