14 research outputs found
Are white matter lesions directly associated with cognitive impairment in patients with lacunar infarcts?
Forty-four patients (mean age 66, SD 8 years) with either clinical evidence of a focal lacunar syndrome (n = 36) or with disorders of memory or gait (n = 8) in the presence of a lacunar infarct on CT were studied for cognitive functioning and for the presence of white matter lesions on MRI. MR images were assessed by a neurologist and a neuroradiologist blinded to the clinical data. Thirty-six patients had one or more lacunar infarcts on CT or MRI (in the thalamus in 5, in the caudate nucleus in 3 and in the internal capsule or corona radiata in the remaining patients). Twelve patients had multiple infarcts. Severe lesions of the white matted were found in 13 patients, mild to moderate lesions in 20 patients. Scores on Digit Span, Digit Symbol and delayed recall of the 15-Words test were significantly lower in the group with severe lesions, whilst there was a trend in the same direction for the Cognitive part of the Cambridge Examination of Mental Disorders in the Elderly, the Trailmaking B, Stroop colour interference test and the delayed visual reproduction of the Wechsler Memory Scale. These findings suggest that diffuse lesions of the white matter are an independent factor in the pathogenesis of intellectual dysfunction, also in patients with lacunar infarcts, but a truly independent analysis is difficult because the most severe involvement of the white matter tended to be associated with the largest number of lacunar infarcts
Evidence-based neuropsychologische diagnostiek
Wetenschappelijk opgeleide psychologen moeten in staat zijn te werken als zogenoemde scientist-practitioners. Dat wil zeggen dat zij moeten kunnen reflecteren op hun klinisch handelen en dat hun klinisch handelen gebaseerd is op wetenschappelijke kennis. In dit hoofdstuk zal worden toegelicht wat wordt bedoeld met evidence-based klinische neuropsychologie (EBKNP). Hierbij zal, gezien de onderwerpen van dit boek, de nadruk liggen op de psychodiagnostiek. Specifiek zal worden ingegaan op de wijze waarop EBKNP kan worden toegepast bij individuele casussen. Hierbij is het formuleren van een hypothesetoetsende vraagstelling het uitgangspunt voor de kwantitatieve en kwalitatieve interpretatie van de onderzoeksgegevens. Er wordt een voorbeeld uitgewerkt over de casusgerichte toepassing aan de hand van de statistische interpretatie van het Kort Cognitief Functieonderzoek (KCF) uit de Wechsler Memory Scale-IV-NL (WMS-IV-NL)
ADHD
Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD) is een psychiatrische classificatie die op basis van gedragssymptomen wordt vastgesteld. Voor de classificatie is een neuropsychologisch onderzoek niet altijd nodig. Toch is het informatief om een dergelijk onderzoek te doen. In dit hoofdstuk wordt toegelicht waarom dit onderzoek relevant kan zijn en worden de belangrijkste cognitieve ADHD-theorieën besproken die essentieel zijn voor het begrijpen van het brede scala van problemen die volwassenen met ADHD ervaren in het dagelijks leven. De focus ligt hierbij op de arousaltheorie, de rol van executieve functies en de motivationele theorie. Aan de hand van casus R., een 27-jarige man bij wie er een vermoeden is van ADHD, worden de belangrijkste overwegingen rond het neuropsychologisch onderzoek bij ADHD besproken