19 research outputs found
Changes in employment status, barriers to, and facilitators of (return to) work in breast cancer survivors 5-10 years after diagnosis
Purpose: To qualitatively investigate changes in employment status, barriers to and facilitators of (return to) work in breast cancer survivors 5-10 years after diagnosis. Materials and methods: Women were eligible to participate in the focus groups if they were younger than 55 years and were employed at time of diagnosis. Data were analysed by two independent researchers using thematic content analysis. Results: Nineteen women participated in three semi-structured focus groups, of whom 18 reported a change in employment status 5-10 years after diagnosis. Perceived barriers to (return to) work shortly after breast cancer diagnosis tended to be disease- and treatment-related, while 5-10 years later, they were personal- and work-related. Participants recommended open communication and support at the workplace, and comprehensive information from (occupational) health care professionals to facilitate dealing with breast cancer at work. Conclusions: Breast cancer survivors still experience changes in employment status 5-10 years after diagnosis. (Occupational) health care professionals should be alert that perceived barriers for returning to work change over time. Future research should focus on increasing awareness (at work) of breast cancer survivors' needs, providing adequate information and support to all involved, and developing interventions to sustain survivors' work ability at the long term.</p
Модифицированные методы хирургической коррекции замыкательного механизма кардии
Описаны результаты модифицированных и традиционных фундопликаций при гастроэзофагеальной рефлюксной болезни. Обсуждаются показания к каждому виду фундопликации. Показана безопасность и эффективность модифицированных методов оперативного лечения с использованием традиционного и лапароскопического подходов.The results of modified and traditional fundoplications in gastroesophageal reflux are described. The indications to each type of fundoplication are discussed. Safety and efficacy of modified surgical techniques with the use of traditional and laparoscopic approaches are shown
Individual, family and offence characteristics of high risk childhood offenders: comparing non-offending, one-time offending and re-offending Dutch-Moroccan migrant children in the Netherlands
<p>Abstract</p> <p>Background</p> <p>Childhood offenders are at an increased risk for developing mental health, social and educational problems later in life. An early onset of offending is a strong predictor for future persistent offending. Childhood offenders from ethnic minority groups are a vulnerable at-risk group. However, up until now, no studies have focused on them.</p> <p>Aims</p> <p>To investigate which risk factors are associated with (re-)offending of childhood offenders from an ethnic minority.</p> <p>Method</p> <p>Dutch-Moroccan boys, who were registered by the police in the year 2006-2007, and their parents as well as a control group (n = 40) were interviewed regarding their individual and family characteristics. Two years later a follow-up analysis of police data was conducted to identify one-time offenders (n = 65) and re-offenders (n = 35).</p> <p>Results</p> <p>All groups, including the controls, showed substantial problems. Single parenthood (OR 6.0) and financial problems (OR 3.9) distinguished one-time offenders from controls. Reading problems (OR 3.8), having an older brother (OR 5.5) and a parent having Dutch friends (OR 4.3) distinguished re-offenders from one-time offenders. First offence characteristics were not predictive for re-offending. The control group reported high levels of emotional problems (33.3%). Parents reported not needing help for their children but half of the re-offender's families were known to the Child Welfare Agency, mostly in a juridical framework.</p> <p>Conclusion</p> <p>The Moroccan subgroup of childhood offenders has substantial problems that might hamper healthy development. Interventions should focus on reaching these families tailored to their needs and expectations using a multi-system approach.</p
Startbaan: Samen werk maken van de persoonsgerichte aanpak rond jongeren en jongvolwassenen.
Jongeren en jongvolwassenen (16-27 jaar) met problemen op meerdere leefgebieden en politie- en justitiecontacten vormen voor gemeenten een complexe groep. Zij zijn verantwoordelijk voor een substantieel deel van de lokale criminaliteit en overlastmeldingen. Ook hebben zij relatief vaak geen startkwalificatie, diploma of werk en wel schulden. Zij maken doorgaans langdurig aanspraak op allerhande gemeentelijke voorzieningen. Op de arbeidsmarkt zijn weinig kansen voor deze jongvolwassenen, terwijl het krijgen en behouden van werk voor hen een belangrijke factor is om uit de problemen te komen én te blijven.
Van voorjaar 2018 tot najaar 2020 deed het lectoraat Kennisanalyse Sociale Veiligheid van Hogeschool Utrecht samen met de gemeenten Hilversum, Veenendaal, Wijk bij Duurstede & Zeist onderzoek naar het samenwerken binnen een persoonsgerichte aanpak rond jongeren en jongvolwassenen met complexe problemen en justitiecontacten. Op basis van de bevindingen uit dit onderzoek zijn een aantal producten ontwikkeld. Dit document bevat al deze producten die door gemeenten kunnen worden ingezet bij het opzetten of versterken van de eigen lokale PGA, zoals:
- Innovatiescenario's: Voor iedere deelnemende gemeente is een innovatiescenario ontwikkeld. Hierin wordt stapsgewijs beschreven hoe de geprioriteerde knelpunten aangepakt kunnen worden.
- Handreiking PGA: Een lokale PGA kan op verschillende manieren worden vormgegeven. De handreiking biedt gemeenten handvatten voor het opzetten of doorontwikkelen van een eigen lokale PGA.
- PGA-scan: Met de PGA-scan kunnen professionals achterhalen welke knelpunten zich voordoen in de eigen lokale PGA. De scan bevat ook handvatten voor effectieve gespreksvoering over de geïdentificeerde knelpunten met samenwerkingspartners.
- Functiekenmerken: Integraal samenwerken met betrekking tot een complexe doelgroep vraagt om specifieke competenties. Dit product geeft een overzicht van welke taken betrokken professionals met diverse rollen kunnen uitvoeren en welke competenties daarvoor nodig zijn. Dit biedt professionals een houvast bij de vormgeving van hun rol
Een complexe doelgroep en integraal samenwerken: hoe doe je dat?: Een cruciale mix van randvoorwaarden en competenties
Jongvolwassenen (16-27 jaar) met politie- en justitiecontacten en problemen op meerdere leefgebieden vormen een complexe groep voor Nederlandse gemeenten. Deze groep is verantwoordelijk voor een onevenredig groot aandeel van de criminaliteit en maakt langdurig gebruik van verschillende gemeentelijke voorzieningen. Voor professionals zijn deze jongvolwassenen moeilijk te bereiken en te motiveren voor zorg- en/of strafrechtelijke trajecten. Sinds een aantal jaren wordt, binnen de zogenoemde Lokale Persoonsgerichte Aanpak (Lokale PGA), in veel gemeenten domeinoverstijgend samengewerkt om de complexe problematiek zoals bij deze jongvolwassenen te adresseren en adequate interventies in te zetten. De Lokale PGA betreft een integrale aanpak, toegesneden op de persoon en zijn systeem, waarbij een combinatie van bestuurlijke, strafrechtelijke, zorg- en overige interventies wordt ingezet. Geprobeerd wordt om hardnekkige patronen van criminaliteit en overlast te doorbreken en herhaling te voorkomen
Jeugd
Verkenning van het domein ‘Jeugd’: Een beschrijving van enkele kenmerken van de sector ‘Jeugd’, ten behoeve van het onderzoek ‘Meerwaarde gebruik alliantiemonitor in (semi) gedwongen kader’.
Het Kenniscentrum voor Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht ontwikkelde voor verschillende domeinen binnen het werkveld gedwongen kader de ‘alliantiemonitor in (semi)gedwongen kader’. Dit instrument biedt professionals en cliënten een handvat om te spreken over hun beleving van de onderlinge doelgerichte samenwerking, met als doel deze samenwerking te verbeteren.
In het vervolgonderzoek ‘Meerwaarde gebruik alliantiemonitor in (semi) gedwongen kader’ wordt bij cliënten en professionals nagegaan hoe zij het werken met de Alliantiemonitor Gedwongen Kader ervaren en of het gebruik hiervan bij kan dragen aan een beter verloop van het traject. Het gebruik van de monitor wordt getoetst bij cliënten en professionals in de reclassering, de jeugdbescherming, de arbeidstoeleiding en de woonbegeleiding. Om de verschillen en overeenkomsten in de verschillende contexten beter te begrijpen is eerst een beknopte verkenning gedaan van de domeinen waarin het onderzoek plaatsvindt. Dit zijn: reclassering, jeugdbescherming, arbeidsintegratie, maatschappelijke opvang, schuldhulpverlening en reclassering België – Vlaamse Justitiehuizen.
De opbouw van de tekst per sector is als volgt. Eerst is er een algemene beschrijving van de sector, waarin onder meer de omvang en de grootste opgaven aan bod komen. Daarna volgt een beschrijving van de organisaties binnen de sector waar de ontwikkeling van de alliantiemonitor zal plaatsvinden, hoe deze organisaties werken, en wat de kenmerken zijn van de huidige samenwerking tussen professional en cliënt. Bijvoorbeeld: hoe vaak zien ze elkaar, welke regels zijn van toepassing op de samenwerking en welke discretionaire ruimte heeft de professional in de begeleiding
Gegevens delen, privacy en domeinoverstijgend werken: De AVG in de Lokale Persoonsgerichte Aanpak
Als gevolg van ontwikkelingen in het sociale en zorgdomein, zoals de decentralisatie van zorgtaken naar gemeenten en de ‘terug naar de wijk’-beweging vanuit de ggz, is de noodzaak ontstaan om op lokaal niveau met politie en lokale partners vanuit verschillende domeinen samen te werken om overlast te verminderen en te voorkomen. Met het inzetten van een Lokale Persoonsgerichte Aanpak (Lokale PGA) wordt de integrale samenwerking tussen verschillende samenwerkingspartners bevorderd. De Lokale PGA is relatief nieuw en volop in ontwikkeling in veel Nederlandse gemeenten.
De complexiteit van de problematiek die vaak samengaat met het verstorende gedrag maakt dat handhaving en repressie (alleen) nauwelijks zullen helpen in het tegengaan en voorkomen van dit gedrag.Een domeinoverstijgende samenwerking, zoals bij de Lokale PGA, is dan ook nodig en maakt het mogelijk om de onderliggende problematiek aan te pakken en overlast en crimineel gedrag tegen te gaan
Instruments Measuring Externalizing Mental Health Problems in Immigrant Ethnic Minority Youths: A Systematic Review of Measurement Properties
<div><p>Background</p><p>Little is known about reliability and validity of instruments measuring externalizing mental health problems in immigrant ethnic minority youths.</p><p>Aims</p><p>To provide an overview of studies on measurement properties of instruments measuring these problems in immigrant ethnic minority youths, their methodological quality and results.</p><p>Methods</p><p>A systematic review of the literature in MEDLINE, EMbase, PsycINFO and Cochrane Library was performed. Evaluation of methodological quality of studies found was done by using the ‘COSMIN-checklist’. Full text, original articles, published in English after 1990 were included. Articles had to concern the development or evaluation of the measurement properties of self-reported, parent-reported and/or teacher- or clinician-reported questionnaires assessing or screening externalizing mental health problems in immigrant ethnic minority youths. Specific results of analyses on (an) immigrant ethnic minority group had to be given.</p><p>Results</p><p>Twenty-nine studies evaluating 18 instruments met our criteria. Most studies concerned instruments with known validity in Western populations, tested mainly in African Americans. Considering methodological quality, inequivalences between ethnicities were found, self-reports seemed to perform better, and administration of an instrument influenced reliability and validity.</p><p>Conclusion</p><p>It seems that the majority of instruments for assessing externalizing problems in immigrant ethnic minority youths is currently not sufficiently validated. Further evaluating existing instruments is crucial to accurately assess and interpreted externalizing problems in immigrant ethnic minority youths.</p></div