15 research outputs found

    Tuinierend naar minder schuld en stress

    No full text
    Rotterdam schrok zich in 2017 een hoedje van de weinig effectieve schuldhulpverlening. Een door Bureau Frontlijn bedachte tuiniersbenadering levert veel meer succes op, zeggen de Amsterdamse onderzoekers Jonathan Broekhuizen en Jodi Mak

    Wanneer help je iemand echt?: de complexe relatie tussen financieel, fysiek en geestelijk welzijn en wat dit betekent voor de praktijk

    No full text
    De laatste jaren groeit het bewustzijn onder wetenschappers en het brede publiek over hoe innig financiën, gezondheid en welzijn met elkaar verstrengeld zijn. Je kunt problemen van mensen vaak niet reduceren tot een aantal sub-problemen die je onafhankelijk van elkaar kunt oplossen, vanuit de gedachte dat alle oplossingen bij elkaar opgeteld het totaalprobleem verhelpen.4 Uit onderzoek weten we inmiddels steeds meer over hoe problemen met elkaar in verband staan. Beleidsmakers en uitvoerende beroepskrachten en vrijwilligers die de complexe relatie tussen financiële, fysieke en mentale factoren begrijpen, bevinden zich in de unieke positie om deze inzichten te vertalen naar hun initiatieven. Dit rapport biedt een overzicht van academische en grijze literatuur, en de lessen die we hieruit kunnen trekken

    Should social programs target finances, health, or well-being: the complex relationship between financial, physical, and mental well-being and its program implications

    No full text
    In recent years, both scientists and the general population gained awareness of the deep entanglement between finances, health, and well-being. People cannot be reduced to a set of problems to be tackled independently, thinking that somehow these solutions add up to solve the problem as a whole.4 Researchers pay increasing attention to how problems are related, and many lessons have been learned over time. Policy-makers and practitioners who understand the complex relationship between financial, physical, and mental well-being find themselves in the unique position to use these insights in how they design their programs. This paper provides an overview of academic and grey literature and the lessons we can learn from these studies

    Hoe implementeer en borg je interventies met brede uitvoeringskaders in het sociaal domein?: Een handreiking voor gemeenten en maatschappelijke organisaties

    No full text
    Sinds 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Jeugdwet en de Participatiewet. In de naloop van de toeslagenaffaire en de huidige toename in bestaansonzekerheid door stijgende energieprijzen en algehele inflatie zijn steeds meer gemeenten op zoek naar innovaties in het sociale domein om de uitvoering van de Wet zo goed mogelijk te laten verlopen. Gemeenten zijn vooral op zoek naar hoe zij uitvoerend professionals meer ruimte kunnen geven. Zij ervaren namelijk vaak een starheid in hun uitvoeringskaders, die doorgaans zijn gekaderd door protocollen, richtlijnen en checklists. Zij hebben vaak weinig mogelijkheden om van regels af te wijken en voor afzonderlijke burgers te zoeken naar passende oplossingen. Tegelijkertijd zijn het juist professionals die direct met de burger werken die mogelijkheden voor innovatie en verbetering signaleren. Professionals hebben in deze tijden daarom meer ruimte nodig om ook ‘buiten de lijntjes’ te kunnen kleuren. De Frontlijnbenadering is zo’n werkwijze. Met subsidie vanuit het programma Vakkundig aan het werk van ZonMw deed het lectoraat Armoede Interventies in de afgelopen jaren onderzoek naar deze outreachende werkwijze ontwikkeld door PPMO Frontlijn, een projectenbureau en innovatieplatform van de gemeente Rotterdam dat ongeveer vijftien jaar bestaat. Het lectoraat vervaardigde een interventie-beschrijving van de Frontlijn-benadering voor vroegsignalering en integrale hulpverlening en onderzocht de effecten. Het rapport met de resultaten dat deze zomer verscheen heet ‘Wanneer je uitvoerders de ruimte geeft’, Het lectoraat deed vervolgens ook onderzoek naar hoe je dat ‘werken vanuit brede uitvoeringskaders’ zo goed mogelijk kan implementeren en borgen: hoe kan er beter gebruik worden gemaakt van de innovatiekracht van uitvoerend professionals en diens organisaties? Het antwoord ligt in het verbreden van hun uitvoeringskaders. Hoe deze breed te implementeren en te borgen binnen het sociale domein staat centraal in de handreiking die uit dit deelonderzoek voortvloeide: het Frontlijnmodel voor Innovatie en Implementatie (FII). Het is gebaseerd op literatuur over implementatie in het sociaal domein en negen (groeps- en individuele) interviews met ongeveer 25 managers, projectleiders, methodiekontwikkelaars en uitvoerders van zowel PPMO Frontlijn als een reeks aan ontvangende partijen binnen en buiten de gemeente Rotterdam. In de interviews kwamen de geleerde lessen aan de orde uit lopende en reeds afgeronde implementatietrajecten van PPMO Frontlijn tussen 2018 en (voorjaar) 2022

    Wanneer je uitvoerders de ruimte geeft: De Frontlijn-benadering voor vroegsignalering en integrale hulpverlening

    No full text
    Met subsidie vanuit het programma Vakkundig aan het werk van ZonMw deed het lectoraat Armoede Interventies in de afgelopen jaren onderzoek naar de Frontlijnbenadering, een outreachende werkwijze ontwikkeld door PPMO Frontlijn, een projectenbureau en innovatieplatform van de gemeente Rotterdam dat ongeveer vijftien jaar bestaat. Het rapport heet ‘Wanneer je uitvoerders de ruimte geeft’. Frontlijn werkt als organisatie met coaches die zichzelf plaatsen tussen de wereld van de burger en het systeem vanuit waar ze werken: een systeem dat doorgaans sterk inzet op afgebakende kaders zoals protocollen, richtlijnen en checklists. Tussen deze leef- en systeemwereld bevindt zich de ‘frontlijn’. Frontlijncoaches onderscheiden zich doordat ze met brede uitvoeringskaders werken. Outreachend werken kan bijvoorbeeld worden opgevat als het simpelweg verplaatsen van een gemeentelijk loket dichter naar de burger, maar het kan ook worden gezien als het actief benaderen van de burger, ongevraagd, om te kijken hoe het met hem of haar gaat. Projecten die Frontlijn geïmplementeerd heeft zijn bijvoorbeeld vroegsignaleringsprojecten voor kwetsbare burgers met financiële problemen, Moeders van Rotterdam, Samen Leren, het Administratief Juridisch Team en de Children’s Zone. Het lectoraat vervaardigde een interventie-beschrijving van de Frontlijn-benadering voor vroegsignalering en integrale hulpverlening en onderzocht de effecten

    Waarom optimale samenwerking tussen de informele en formele schuldhulp noodzakelijk is: Beter samenspel informele en formele schuldhulp

    No full text
    Nederland kent vele honderden lokale informele armoede- en schuldenprojecten. In de afgelopen vijf jaar volgde het Lectoraat Armoede Interventies van de Hogeschool van Amsterdam 85 van zulke initiatieven in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Arnhem, Zwolle, Groningen en Leeuwarden. Conclusie van het onderzoek was dat deze projecten een gat vullen dat de bestaande gemeentelijke dienstverlening openlaat en daarmee bestaansrecht hebben. Wel valt er meer winst te behalen in een betere samenwerking tussen deze informele projecten en de officiële schuldhulpverlening. In dit artikel gaan we nader in op waarom dit zo is en doen we aanbevelingen hoe dit vorm zou kunnen krijgen

    Resultaten derde deelnemersonderzoek Van Schulden Kansen Aegon: tabellenrapportage over ontwikkeling van deelnemers aan projecten Van Schulden naar Kansen die ondersteund worden door Aegon in 2019

    No full text
    Met het doel om financiële zelfredzaamheid in Nederland te bevorderen, steunt Aegon sinds 2016 verschillende lokale projecten op het gebied van armoedebestrijding en schuldhulpverlening. De projecten richten zich op mensen met schulden of op mensen met een groot risico op schulden die in armoede leven. Aegon financiert deze projecten en biedt vrijwillige inzet van haar medewerkers. De projecten worden binnen de lokale infrastructuur gevonden, georganiseerd of versterkt. Dat gebeurt door of in samenwerking met lokale partners die de doelgroep goed kennen en begeleiden. Aegon sluit hiermee aan bij het actieprogramma Van Schulden naar Kansen dat in 2015 door de Delta Lloyd Foundation is gelanceerd. De Delta Lloyd Foundation ging in 2018 verder onder de naam Stichting van Schulden naar Kansen (VSNK). Per stad is een selectie gemaakt van doelgebieden met de hoogste concentraties huishoudens met een (zeer) laag inkomen. Hierbij is tevens gekeken naar het aantal huishoudens met schulden: de doelgroep waar Van Schulden naar Kansen zich op richt. Op basis hiervan zijn doelgebieden aangewezen. Stichting VSNK richt zich op doelgebieden in Amsterdam, Arnhem, Zwolle en Rotterdam. Met VSNK richt Aegon zich op doelgebieden in Groningen, Leeuwarden en Den Haag. In deze doelgebieden wil Aegon in 2021 het aantal huishoudens met probleemschulden met 6000 gereduceerd hebben. Van Schulden naar Kansen probeert financiële steun en vrijwillige inzet te verlenen aan projecten in deze doelgebieden of in elk geval de deelnemers uit deze gebieden te rekruteren. Uitgangspunt is dat elke deelnemer aan een project een huishouden vertegenwoordigt; ontwikkelingen op het gebied van financiële zelfredzaamheid van een deelnemer kunnen dus effect hebben op een heel huishouden. Het lectoraat Armoede Interventies van de Hogeschool van Amsterdam voert een meerjarig onderzoek uit om te bepalen welke effecten de inspanningen in de doelgebieden hebben. Behalve onderzoek op project- en doelgebiedsniveau wordt er tussen 2016 en 2020 continu onderzoek gedaan onder alle deelnemers aan de gefinancierde projecten. Het doel van het deelnemersonderzoek is inzicht te krijgen in de ervaren meerwaarde van deelname aan de door Aegon ondersteunde activiteit vanuit het perspectief van de deelnemer zelf. Daarnaast wordt inzicht verkregen in de mate waarin een deelnemer financieel zelfredzamer is geworden na deelname aan de door Aegon ondersteunde activiteit/project.Vanaf 2018 verschijnt er elk jaar in april een overall-rapportage . Deze rapportage is de derde overall-rapportage en beschrijft de ontwikkeling van de deelnemers aan projecten tot en met 31 december 2019. Omdat we aan het toewerken zijn naar de eindrapportage in 2021, betreft deze tussenrapportage dit keer een tabellenrapport inclusief een samenvatting van de belangrijkste resultaten en conclusies

    Resultaten vierde deelnemersonderzoek: Van Schulden naar Kansen: Tabellenrapportage over ontwikkeling van deelnemers aan projecten van Schulden naar Kansen die ondersteund worden door Stichting van Schulden naar Kansen in 2019

    No full text
    Stichting van Schulden naar Kansen heeft in 2015 (toen nog onder de noemer van de Delta Lloyd Foundation) het actieprogramma Van Schulden naar Kansen gelanceerd. De ambitie van dit programma is om in vijf jaar tijd (2016-2020) in doelgebieden waar veel mensen van een laag inkomen leven, onder van 15% van de desbetreffende huishoudens armoede als gevolg van schulden terug te dringen door de financiële zelfredzaamheid te vergroten. Het gaat om doelgebieden in Amsterdam, Arnhem, Rotterdam en Zwolle. Stichting VSNK steunt verschillende lokale projecten op het gebied van armoedebestrijding en schuldhulpverlening. De projecten richten zich op mensen met schulden of op mensen met een groot risico op schulden die in armoede leven. Stichting VSNK financiert deze projecten en biedt vrijwillige inzet van de medewerkers van Nationale Nederlanden. De projecten worden binnen de lokale infrastructuur gevonden, georganiseerd of versterkt. Dat gebeurt door of in samenwerking met lokale partners die de doelgroep goed kennen en begeleiden. Uitgangspunt is dat elke deelnemer aan een project een huishouden vertegenwoordigt; ontwikkelingen op het gebied van financiële zelfredzaamheid van een deelnemer kunnen dus effect hebben op een heel huishouden. Het lectoraat Armoede Interventies van de Hogeschool van Amsterdam voert een meerjarig onderzoek uit om te bepalen welke effecten de inspanningen in de doelgebieden hebben. Behalve onderzoek op project- en doelgebiedsniveau wordt er van 2016 tot en met 2020 continu onderzoek gedaan onder alle deelnemers aan de gefinancierde projecten. Het doel van het deelnemersonderzoek is inzicht te krijgen in de ervaren meerwaarde van deelname aan de door Stichting VSNK ondersteunde activiteit vanuit het perspectief van de deelnemer zelf. Daarnaast wordt inzicht verkregen in de mate waarin een deelnemer financieel zelfredzamer is geworden na deelname aan de door Stichting VSNK ondersteunde activiteit/project.Vanaf 2017 verscheen er elk jaar in april een openbare overall-rapportage . Het voorliggende rapport betreft de vierde tussenrapportage over de ontwikkeling van de deelnemers aan projecten tot en met 31 december 2019. Omdat we aan het toewerken zijn naar de eindrapportage in 2021, betreft deze tussenrapportage dit keer een tabellenrapport inclusief een samenvatting van de belangrijkste resultaten en conclusies

    Inzetten op motivatie om deelnemers aan armoede- en schuldenprojecten te bereiken en te behouden

    No full text
    De persoonlijke motivatie van deelnemers om daadwerkelijk iets aan hun situatie te willen veranderen, is belangrijk voor de mate waarin lokale armoede- en schuldenprojecten een verschil kunnen maken. Tegelijkertijd gebruiken deze projecten motivatie bij aanvang van het project nu nog te vaak ten onrechte als uitsluitingscriterium. In tegenstelling tot wat uitvoerders van projecten vaak denken, is iemands motivatie namelijk geen vaststaand gegeven. Persoonlijke motivatie is veranderbaar en daarmee een beïnvloedbaar onderdeel van gedrag. Wanneer projecten het werken aan motivatie meer expliciet en structureel integreren in hun aanpak, bereiken zij meer burgers met schulden die nu tussen wal en schip vallen

    The association between the gene encoding 5-lipoxygenase activating protein and abdominal aortic aneurysms

    No full text
    Background: Genetic variation in the gene ALOX5AP, encoding arachidonate 5-lipoxygenase-activating protein, have been suggested to increase risk for myocardial infarction and stroke. Leukotrienes (LTs) that derive from the 5-lipoxygenase (5-LO) cascade have been implicated in the pathogenesis of abdominal aortic aneurysm (AAA).\ud \ud Methods and results: The association of the ALOX5AP haplotypes with AAA was assessed in a large population-based cohort of 613 men aged ≥65 years with screen-detected AAAs and 707 randomly selected age-matched controls without AAA. Taqman assays were used to assess seven previously described single nucleotide polymorphisms (SNPs) of ALOX5AP. Haplotypes A and B were defined by the four SNPs (SG13S25, SG13S114, SG13S89, SG13S32) and (SG13S377, SG13S114, SG13S41, SG13S35), respectively. After adjustment for cardiovascular risk factors, there were no significant differences in the distribution of ALOX5AP haplotypes between cases and controls.\ud \ud Conclusion: A genetic predisposition to up-regulation of LT mediators is unlikely to play a dominant role in the pathogenesis of AAA
    corecore