59 research outputs found

    Bestrijding Fusarium in irisbroei door verhoging van de bodemweerstand : biologisch grondontsmetting als alternatief voor stomen

    Get PDF
    Fusarium kan aanzienlijke uitval veroorzaken in de irisbroei. Hierbij is de grond waarschijnlijk de belangrijkste besmettingsbron. Boldompeling in fungiciden is onvoldoende effectief en het stomen van de grond is duur, terwijl het effect slechts van korte duur is in verband met snelle herbesmetting vanuit de ondergrond. Er is gezocht naar (combinaties van) maatregelen die geschikt zijn om de infectiedruk van Fusarium in kasgrond voor de broei van irissen voor langere duur te verlagen en een snelle herkolonisatie na stomen te voorkomen. Hiertoe zijn kasproeven uitgevoerd onder zowel gecontroleerde- als onder praktijkomstandigheden

    Biologische grondontsmetting tegen Fusarium irisbroei alternatief voor stomen

    Get PDF
    Fusarium kan aanzienlijke uitval veroorzaken in de irisbroei. Hierbij is de grond waarschijnlijk de belangrijkste besmettingsbron. Boldompeling in fungiciden is onvoldoende effectief. Het stomen van de grond is duur, en het effect slechts van korte duur. Uit onderzoek van PPO naar alternatieve behandelmethoden kwamen veelbelovende resultaten met biologische grondontsmettin

    Fusarium in bloembolgewassen : detectiemethoden en vruchtwisselingsproblematiek

    Get PDF
    In dit verslag worden een tweetal veldpathogeniteitstoetsen met narcis en hyacint, een kastoets met amaryllis en een proef over de overleving van Fusarium isolaten op niet waardplant gewassen beschreven. In de veldpathogeniteitstoets narcis en hyacint worden de gewasspecifieke Fusarium isolaten getoetst op verschil in mate van pathogeniteit en op het soort ziekte symptoom dat ze kunnen veroorzaken. Uit beide veldproeven blijkt dat er een verschil is in mate van pathogeniteit binnen de gewasspecifieke isolaten. Ook is aangetoond dat isolaten die uit een bepaald soort ziektesymptoom zijn geïsoleerd weer andere ziektesymptomen kunnen induceren. Bij de kaspathogeniteitstoets met amaryllis bollen is niet aangetoond welke Fusarium soorten bolrot kunnen veroorzaken. Om inzicht te krijgen in overleving van Fusarium sporen i.v.m. vruchtwisselingen wordt in een kasproef de overleving op wortels, bol of in de grond onderzocht van pathogene Fusarium isolaten op niet waardplant bolgewassen. De overleving van Fusarium sporen van hyacint, narcis, krokus en tulp op het gewas krokus is het hoogst. Bij de gewassen hyacint, narcis en tulp is, m.u.v. de gewasspecifieke Fusaria de overleving van Fusarium sporen het laagst. Verder vindt er geen infectie plaats door de gewasspecifieke Fusarium soorten in de niet-specifieke gewassen

    Beheersing van valse meeldauw in zonnebloemen : middelen en coatings

    Get PDF
    Valse meeldauw is het grootste ziekteprobleem in de zonnebloementeelt. Het wordt veroorzaakt door de oömyceet Plasmopara halstedii. In de bodem vormt de oömyceet rustsporen die aan het begin van het groeiseizoen de primaire infectiebron zijn omdat de sporen zeer lang kunnen overleven in de grond. De secundaire infectie van valse meeldauw ontstaat gedurende het gehele groeiseizoen. Door valse meeldauw systemisch aangetaste zonnebloemen produceren onderaan hun bladeren zoösporangia met daarin zoösporen. Deze sporen kunnen door de lucht verspreid worden en zodra ze bijvoorbeeld met regen in de bodem terecht komen zijn ze in staat om jonge zonnebloem plantjes te infecteren. Daarnaast kunnen ze ook bladvlekken op oudere zonnebloemen veroorzaken. In dit project is gezocht naar nieuwe (chemische) middelen om valse meeldauw te bestrijden. Om een eerste selectie te maken uit een hele lijst van potentiële chemische gewasbeschermingsmiddelen is een biotoets uitgevoerd. Met deze biotoets kan in een kort tijdsbestek de effectiviteit van veel middelen worden bepaald. Er is gekeken naar middelen met verschillende toepassingen als bespuiten, grondtoepassing en zaadcoating. Helaas is er door onbekende redenen niet voldoende ziekte ontstaan in de biotoets. Hierdoor kon geen goede selectie van middelen worden gemaakt voor de veldproef. De veldproef is toch ingezet met een aantal chemische middelen geselecteerd op basis van verschillende werkingsmechanismen en toepassingen. Uit de veldproef bleek dat vijf verschillende middelen effectief waren tegen valse meeldauw. In een opvolgende biotoets zijn deze vijf middelen opnieuw getest en drie bleken wederom een positief effect te hebben op de bestrijding van valse meeldauw in zonnebloem. Door het inzetten van grootschalige praktijkproeven in 2009 met één van deze middelen of een combinatie van middelen zal worden vastgesteld of deze middelen perspectief bieden voor een goede bestrijding van valse meeldauw in zonnebloemen

    Biologische beheersstrategie van Valse Meeldauw in zonnebloem

    Get PDF
    Zonnebloemen zijn een belangrijk onderdeel van het biologische boeket. Echter de teelt van zonnebloemen wordt bedreigd door valse meeldauw. De Latijnse naam van valse meeldauw is Plasmopara halstedii). Deze oömyceet infecteert de zonnebloem systemisch en dit leidt tot grote verliezen. In dit project is gekeken naar verschillende manieren om valse meeldauw in de biologische teelt te beheersen. Zo is er gekeken naar teeltmaatregelen als het gebruik van pluggen en biologische grond ontsmetting. Verder is er gekeken naar een methode om de infectiedruk van een perceel met behulp van een biotoets vast te stellen

    Toepassing van Pseudomonasbacteriën ter bestrijding van Pythium in bloembollen : praktijkproef Hyacint

    Get PDF
    PPO Bloembollen doet onderzoek naar alternatieve beheersingsstrategieën om schade door Pythium wortelrot in bloembolgewassen tegen te gaan. Naar aanleiding van positieve resultaten uit eerdere proeven op kleine schaal is in opdracht van de productgroep Hyacint bestrijding met Pseudomonas bacteriën getest op een drietal percelen. Deze proef moet duidelijk maken of met de huidige kennis eerdere positieve resultaten te reproduceren zijn onder diverse praktijk omstandigheden. De toepassing van Pseudomonas heeft de gewasstand en bolopbrengst op een perceel dat niet met Pythium was besmet niet beïnvloed. Op twee percelen die wel met Pythium besmet waren zijn wel positieve effecten van de bacteriën gevonden. Het gewas bleef langer groen en/of de bolopbrengst werd hoger. Deze positieve effecten kwamen echter niet consequent terug over de twee proefjaren en de verschillende percelen. Op dit moment lijkt een behandelingen met Pseudomonasbacteriën onvoldoende betrouwbaar om als enige maatregel tegen Pythiumschade te gebruiken. De werking is echter wel zodanig goed dat Pseudomonas bacteriën kunnen worden ingezet als onderdeel van een Pythium beheersstrategie waar momenteel aan gewerkt wordt. In deze Pythium beheersstrategie worden verschillende maatregelen, zoals b.v. een fungicide, een biofumigatie gewas en de Pseudomonas bacterie, zodanig met elkaar gecombineerd dat dit zal resulteren in een goede Pythium beheersing

    Ultraviolette belichting in de strijd tegen zuur

    Get PDF
    Verspreiding van schimmelsporen tijdens de werking speelt een cruciale rol bij het ontstaan van zuur. Toepassing van ultraviolette belichting (UV) in de verwerkingslijn van tulpen zou verspreiding van sporen tegen kunnen gaan. PPO Bloembollen heeft in samenwerking met ontwikkelbedrijf Relitech en Nedap Light Controls de haalbaarheid van deze toepassing onderzocht. De eerste bevindingen zijn positie

    Praktijkproef Pseudomonas tegen Pythium. Toepassing van Pseudomonas fluorescens tegen Pythium in hyacint en krokus in praktijkpercelen in 2004-2005

    Get PDF
    Bij PPO bloembollen in Lisse is een aantal jaar onderzoek gedaan naar de biologische bestrijding van Pythium met de bacterie Pseudomonas fluorescens. Op basis van onderzoeksresultaten die behaald zijn in eerdere proeven, is in opdracht van het Productschap Tuinbouw (projectnrs 320728 en 321091) in een aantal praktijkpercelen een proef met de bacterie aangelegd, al dan niet in combinatie met de fungicide Ridomil Gold. De resultaten uit de praktijkproef onderschrijven nog eens de eerdere resultaten. Indien er verschil in stand van het gewas of in de bolopbrengst was ten opzichte van de onbehandelde controle was deze over het algemeen hoger in de met Pseudomonas behandelde veldjes. De werking van de biologische bestrijder is wisselend maar verschilt niet of nauwelijks van de werking van Ridomil Gold. Op percelen waar de combinatiebehandeling Ridomil Gold samen met Pseudomonas werd toegepast, werd geen verschil geconstateerd met de enkele behandelingen. De soms wisselvallige werking bij de Pythium bestrijding over de jaren heen geeft aan dat ondanks het potentieel de toepassing nog geen totaaloplossing is en er nog gewerkt moet worden aan een meer betrouwbare en consistentere werking, eventueel door de bacterie toe te passen in combinatie met chemische bestrijding of ander beheersmaatregelen. Een juiste formulering van de biologische bestrijder zou hier een goede bijdrage aan kunnen leveren en de toepassing vereenvoudigen

    Biologische beheersstrategie van Valse Meeldauw in zonnebloem

    Get PDF
    At the moment downy mildew is the most urgent problem in sunflower cultivation in the Netherlands. Because sunflower is one of the basic products in the organic flower bouquets it is important to solve this problem. Downy mildew is caused by the oomycete Plasmopara halstedii. The initial infection comes from the soil where oospores can survive for up till 10 years. For now the only way for producers of organic sunflowers to control the mildew is to use a very broad crop rotation or use fresh land every year. The aim of this project is to test a biological control strategy in a practical situation in order to successfully control downy mildew originating from the soil. The first strategy tested was the use of a compressed plug of potting soil. Young sunflower seedlings are most susceptible for downy mildew infections and the use of a plug could prevent infection during the early growing phase. Unfortunately, due to the lack of infection in the field trials no conclusions on the effects of the use of these plugs can be drawn. The second strategy was to determine the risk of infection by analysing the soil of the field for infection with Plasmopora before sowing sunflower. Different sampling methods were tested in a bioassay. However, the infection percentage was to low to draw any conclusions. The third strategy was to use biological soil desinfestation as a control strategy for downy mildew. The principle of this method is to create a rapid oxygendeficiency in the soil which a lot of micro organisms do not survive. The oxygendeficiency is created by ploughing fresh grass through the soil and covering the plot with plastic non permeable for oxygen. This method appeared to be very effective in controlling downy mildew and is recommended to growers
    corecore