A low-voltage Op Amp with rail-to-rail constant-gm input stage and a class AB rail-to-rail output stage

In this paper a low-voltage two-stage Op Amp is presented. The Op Amp features rail-to-rail operation and has an @put stage with a constant transconductance (%) over the entire common-mode input range. The input stage consists of an n- and a PMOS differential pair connected in parallel. The constant gm is accomplished by regulating the tail-currents with the aid of an MOS translinear (MTL) circuit. The resulting gn is constant within 5% The common-source output stage employs a feedback circuit which also contains an MTL circuit. This feedback circuit ensures class AB operation and prevents the transistors in the output stage from cutting off. The Op Amp will be realized in a semi custom CMOS process with minimum channel lengths of 1Opm. Simulations show that the minimum supply voltage is less than 2.5 V. A unity gain bandwidth of 550 kHz and a DC voltage gain larger than 80 dB are feasible. The input range exceeds the supply rails, whereas the output range reaches the rails within 130 mV

Kwaliteit afwikkeling op vrijliggende fietspaden: Toepassingen van een hindermodel

Rapport in opdracht van Rijkswaterstaat, Dienst Verkeerskunde. In dit onderzoek is een simulatiemodel ontwikkeld voor de kwaliteit van de verkeersafwikkeling op vrijliggende fietspaden, zowel voor één- als voor tweerichtigsverkeer. Het kwaliteitscriterium is de mate van hinder of discomfort die gebruikers van het fietspad bij manoeuvres als inhalen en ontmoeten ondervinden. In het model worden drie soorten padgebruikers onderscheiden: solo fietsers, duo fietsers en bromfietsers. Met het model worden de frequenties van de manoeuvres bepaald. Aan de verschillende soorten manoeuvres is een zekere mate van hinder toegekend, afhankelijk van de betrokken partijen en de padbreedte. Deze hoeveelheden hinder en hun onderlinge gewichten zijn verkregen door middel van een enquête onder deskundigen. Op deze manier kan de totale hinder over een wegvak van een zekere lengte per passerende tweewieler worden berekend. In een veldonderzoek zijn op 4 fietspaden van 7h30 tot 18h de gebruikers geënquêteerd en is hen gevraagd naar de hinder die ze ervaren hadden op het zojuist bereden wegvak. Dit is verwerkt tot een verloop van het percentage gehinderden over de tijd van de dag. Tijdens de enquêtes is de intensiteit en samenstelling geregistreerd. Deze is gebruikt als input voor het hindermodel en op deze manier kan men het verloop van de modelhinder over de tijd bepalen. Vervolgens is een relatie gezocht tussen de ervaren en de modelhinder. Op fijne tijdschaal is het niet gelukt een dergelijke relatie te leggen. Op meer globaal niveau is wel een evenredigheidsfactor tussen ervaren hinder en modelhinder vastgesteld. Met behulp hiervan en een gekozen acceptabel percentage gehinderden ajn toelaatbare intensiteiten af te leiden voor de diverse soorten paden en samenstellingen. In het bijzonder het effect van het aandeel bromfietsen en in duo rijdende fietsen op de toelaatbare intensiteiten is bepaald.Transport and PlanningCivil Engineering and Geoscience

The phenomenon of the unity-diversity of the church : a conversation with Calvin

This article engages in a critical dialogue with Calvin's conception of the unity-diversity of the church. Calvin, by understanding faith as the believer's personal relationship with God, stresses the dynamic character of the church. Concerning unity and diversity, Calvin held the view that there is only one Christ. Calvin distinguished between fundamental and secondary truths. In Calvin's view the redemption in Christ is reported monotonously in the New Testament. Contrary to Calvin the article shows that there are diverse interpretations of the Jesus- 'Sache' in the New Testament itself. However, in appreciation of Calvin, it is argued that he - because of the dynamic structure of the church - did not insist on one visible form of organisation for the church.Spine cut of Journal binding and pages scanned on flatbed EPSON Expression 10000 XL; 400dpi; text/lineart - black and white - stored to Tiff Derivation: Abbyy Fine Reader v.9 work with PNG-format (black and white); Photoshop CS3; Adobe Acrobat v.9 Web display format PDFhttp://explore.up.ac.za/record=b1001341wm201

Verkeersproces op wegvakken bij werk in uitvoering op autosnelwegen: Macro-, meso- en microscopie

Rapport in opdracht van Rijkswaterstaat, Dienst Verkeerskunde. In opdracht van de Dienst Verkeerskunde van Rijkswaterstaat heeft het Laboratorium voor Verkeerskunde een onderzoek verricht naar de verkeersafwikkeling bij werkvakken ten behoeve van werk in uitvoering op 2*2 strooks autosnelwegen. Uit verschillende studies is gebleken dat de capaciteit van de resterende rijstroken beduidend lager ligt dan in een ongestoorde situatie. Om dit capaciteitsverschil te kunnen verklaren is het verkeersproces bij een zgn. 2-1 afzetting nader bestudeerd. Er zijn metingen verricht op de A16H (Breda/Antwerpen) en op de A7W (Hoorn/Purmerend). Het verkeersproces is op verschillende niveau's (macro-, meso- en microscopisch) geanalyseerd en bevat onder meer de volgende elementen: - het verloop van de basisgrootheden intensiteit, snelheid en dichtheid - een capaciteitsschatting d.m.v. decompositie van volgtijden en extrapolatie van het basisdiagram - een bestudering van het effect van vrachtauto's op de verkeersafwikkeling - het "volgen" van voertuigen die de afzetting naderen (benutting van hiaten, strookwisseltaktieken e.d.)Transport and PlanningCivil Engineering and Geoscience