17 research outputs found

    Exploring a 1-Minute Paced Deep-Breathing Measurement of Heart Rate Variability as Part of a Workers' Health Assessment

    Get PDF
    Low heart rate variability (HRV) is related to health problems that are known reasons for sick-leave or early retirement. A 1-minute-protocol could allow large scale HRV measurement for screening of health problems and, potentially, sustained employability. Our objectives were to explore the association of HRV with measures of health. Cross-sectional design with 877 Dutch employees assessed during a Workers' Health Assessment. Personal and job characteristics, workability, psychological and mental problems, and lifestyle were measured with questionnaires. Biometry was measured (BMI, waist circumference, blood pressure, glucose, cholesterol). HRV was assessed with a 1-minute paced deep-breathing protocol and expressed as mean heart rate range (MHRR). A low MHRR indicates a higher health risk. Groups were classified age adjusted for HRV and compared. Spearman correlations between raw MHRR and the other measures were calculated. Significant univariable correlations (p < 0.05) were entered in a linear regression model to explore the multivariable association with MHRR. Age, years of employment, BMI and waist circumference differed significantly between HRV groups. Significant correlations were found between MHRR and age, workability, BMI, waist circumference, cholesterol, systolic and diastolic blood-pressure and reported physical activity and alcohol consumption. In the multivariable analyses 21.1% of variance was explained: a low HRV correlates with aging, higher BMI and higher levels of reported physically activity. HRV was significantly associated with age, measures of obesity (BMI, waist circumference), and with reported physical activity, which provides a first glance of the utility of a 1-minute paced deep-breathing HRV protocol as part of a comprehensive preventive Workers' Health Assessment

    Work participation and work capacity in early osteoarthritis of the hip and the knee

    Get PDF
    Dit proefschrift heeft in de eerste 2 jaar van het Cohort Heup En Cohort Knie (CHECK-studie) de arbeidsparticipatie beschreven van 1002 deelnemers, en van 93 ook de arbeidscapaciteit. De systematische literatuurreview toonde aan dat artrose een milde, negatieve invloed heeft: veel patiënten werken, ondanks beperkingen; verzuim en arbeidsongeschiktheid zijn niet hoger dan bij controlegroepen. De arbeidsparticipatie in CHECK was 51%, net als in de Nederlandse bevolking, en veel lager dan in een Amerikaans artrosecohort (OAI, 77%). Werkers rapporteerden een betere gezondheid dan niet-werkers. In 2 jaar nam de participatie met 5% af, net als in de bevolking. ‘Stoppers’ waren 4.2 jaar ouder dan ‘doorwerkers’, maar verschilden niet op andere kenmerken. Van de werkers had 20% na 2 jaar het werk aangepast, mogelijk een signaal dat interventies nodig zijn voor werkbehoud. De arbeidscapaciteit van 93 CHECK-deelnemers, gemeten op een Functionele Capaciteits Evaluatie (FCE) met onderdelen als tillen, dragen, repeterende bewegingen en statische werkhoudingen, bleek lager dan van gezonde werknemers. Lage functionele capaciteit kon goed voorspeld worden uit lage scores voor fysiek functioneren (SF-36 en WOMAC vragenlijsten). Bij 78 vrouwen gingen betere WOMAC scores samen met hogere arbeidsparticipatie, hogere functionele capaciteit en meer lichamelijke activiteit in de vrije tijd. Samengevat hebben beginnende heup- en knieklachten weinig invloed op arbeidsparticipatie, maar lagere functionele capaciteit, werkaanpassingen en soms ook ziekteverzuim zijn aanwijzingen voor risico’s om uit het arbeidsproces te geraken. Arbeid is voor velen een belangrijk onderdeel van hun sociale participatie en dient daarom in ieder contact tussen artrosepatiënt en zorgverlener onderwerp van gesprek te zijn.

    Rugklachten, werkbehoud en werkhervatting: Hoofdrol voor de fyisotherapeut?

    No full text
    Fysiotherapeuten leggen vaak geen relatie tussen rugklachten en werk en zetten daar ook geen interventies op in. Dit artikel beoogt hen ervan bewust te maken dat met goede vragen aan de cli&euml;nt een veel completer beeld van de relatie tussen werk en klacht verkregen kan worden. Dit gebeurt aan de hand van een aantal idee&euml;n uit een workshop met 60 fysiotherapeuten. In: FysioPraxis april 2018 - Themanummer Arbei

    Psychosociale belasting en mantelzorg door oudere medewerkers

    No full text
    Interview door Margaret Chotkowski en Jeanette van der Does, onderzoekers bij de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Inspectie SZW is momenteel bezig met een verkenning naar de problematiek van psychosociale arbeidsbelasting (PSA) bij werkende mantelzorgers en de rol van werkgevers. Wat (kunnen) zij doen aan de preventie van de problemen door PSA bij deze groep werknemers? Bij PSA gaat het om werkdruk en ongewenste omgangsvormen zoals (seksuele)intimidatie, pesten en discriminatie, zowel door de collega&rsquo;s en leidinggevende als door bijvoorbeeld klanten.Het lectoraag Gezondheid en Bewegen voert binnen het Topfit project onderzoek uit naar werkende mantelzorgers

    HR aan zet bij voorkomen verzuim: Wetenschap

    No full text
    Een groot deel van het ziekteverzuim wordt veroorzaakt door werkgerelateerde factoren. Om verzuim op de lanfere termijn effectief aan te pakken, is een integrale aanpak binnnen organisaties nodig. HR kan daarbij het voortouw nemen

    HRM en duurzame inzetbaarheid van mantelzorgende werkenden: Een verkennend onderzoek binnen zorgorganisaties

    No full text
    Overgenomen uit Tijdschrift voor HRM, juli 2019 Het combineren van werk en mantelzorg leidt mogelijk tot overbelasting of arbeidsuitval, maar kan eveneens bijdragen aan het welbevinden van mantelzorgende werkenden. Voor organisaties is niet altijd duidelijk wie deze werkenden zijn, wat hun gezondheid en duurzame inzetbaarheid is en welke ondersteuning nodig is. Verkennend onderzoek middels gestructureerde individuele interviews binnen drie zorgorganisaties laat zien dat de meesten een goede gezondheid ervaren en over de capabilities beschikken om duurzaam inzetbaar te zijn. Zij halen voldoening en waardering uit werk en mantelzorg. De expertise als professional zetten ze in bij de mantelzorg en de ervaring als mantelzorger nemen zij mee in hun werk. Enkelen voelen zich echter minder gezond en beschikken over onvoldoende capabilities. Zij hebben behoefte aan ondersteuning op maat

    Aan het werk blijven

    No full text
    In organisaties wordt de duurzame inzetbaarheid (DI) , de arbeidsveiligheid, de gezondheid en vitaliteit van de werkenden in belangrijke mate bepaald door de arbeidsverhoudingen. Deze omvatten de interne relaties tussen werknemers – met de directe chef en met de hiërarchische lijn – de mogelijkheden tot contact, de inspraakmogelijkheden en de wijze van communicatie. Aandacht voor arbeidsverhoudingen impliceert aandacht voor gedrag en cultuur met verbindend procesmanagement. Werkgevers moeten zorgen voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden van werknemers. De Arbowet verlangt dat de maatregelen in een bepaalde volgorde worden genomen, waarbij allereerst naar de bron van het probleem wordt gekeken. Dat wordt de arbeidshygiënische strategie genoemd. Bij toepassing van deze strategie ligt het accent eerst op beleidsmaatregelen, daarna op technische maatregelen en hulpmiddelen en vervolgens op gedragsmaatregelen. Vaak gaat het om afgebakende projecten met verbindend projectmanagement. Naast het beheersen van gezondheidsrisico’s vanuit de Arbowet is er in arbeidsorganisaties steeds meer aandacht voor het bevorderen van gezondheid, vitaliteit en werkgeluk. Een integrale benadering van de DI van werkenden vraagt in organisaties aandacht voor curatie, preventie en amplitie (het bevorderen van positieve toestanden bij werkenden). Het kost werkgevers en werknemers moeite om in de wereld van DI, arbeidsveiligheid, gezondheid, vitaliteit en werkgeluk door de vele bomen het bos nog te zien. De grote hoeveelheid informatie, de vele websites, de talloze tools en de vele dienstverleners maken het de werkgevers en werknemers lastig het overzicht te bewaren. Door commerciële belangen van adviseurs, trainers en coaches worden werkgevers en werknemers soms geconfronteerd met tegengestelde adviezen. Dit kan leiden tot verwarring. In eerste instantie is het aan de werkgever en de werknemers om invulling te geven aan een effectieve en efficiënte dialoog. De ondernemingsraad (OR) of personeelsvertegenwoordiging (PVT) speelt daarbij een voorname rol. In tweede instantie spelen de professionals een belangrijke rol. Het is noodzakelijk dat zij onafhankelijk acteren in het gezamenlijke belang van werkgever en werknemers. In elke arbeidsorganisatie kan ontschotting en interprofessionele samenwerking rondom DI vorm worden gegeven door een ‘leidend team’. Dit team kan de afstemming bewaken tussen reguliere, structurele activiteiten in de organisatie, projecten met een kop en een staart (projectmanagement) en veranderprocessen (procesmanagement). Om ontschotting en interprofessionele samenwerking vorm te geven, is het cruciaal dat alle betrokkenen voortdurend willen en kunnen wisselen van perspectief. Het ‘logische niveau’-model is een hulpmiddel om steeds met elkaar de dialoog te voeren op het juiste niveau. Zodoende kunnen alle betrokkenen informatie en standpunten uitwisselen en elkaar gaan verstaan

    Aan het werk blijven

    Get PDF
    In organisaties wordt de duurzame inzetbaarheid (DI) , de arbeidsveiligheid, de gezondheid en vitaliteit van de werkenden in belangrijke mate bepaald door de arbeidsverhoudingen. Deze omvatten de interne relaties tussen werknemers – met de directe chef en met de hiërarchische lijn – de mogelijkheden tot contact, de inspraakmogelijkheden en de wijze van communicatie. Aandacht voor arbeidsverhoudingen impliceert aandacht voor gedrag en cultuur met verbindend procesmanagement. Werkgevers moeten zorgen voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden van werknemers. De Arbowet verlangt dat de maatregelen in een bepaalde volgorde worden genomen, waarbij allereerst naar de bron van het probleem wordt gekeken. Dat wordt de arbeidshygiënische strategie genoemd. Bij toepassing van deze strategie ligt het accent eerst op beleidsmaatregelen, daarna op technische maatregelen en hulpmiddelen en vervolgens op gedragsmaatregelen. Vaak gaat het om afgebakende projecten met verbindend projectmanagement. Naast het beheersen van gezondheidsrisico’s vanuit de Arbowet is er in arbeidsorganisaties steeds meer aandacht voor het bevorderen van gezondheid, vitaliteit en werkgeluk. Een integrale benadering van de DI van werkenden vraagt in organisaties aandacht voor curatie, preventie en amplitie (het bevorderen van positieve toestanden bij werkenden). Het kost werkgevers en werknemers moeite om in de wereld van DI, arbeidsveiligheid, gezondheid, vitaliteit en werkgeluk door de vele bomen het bos nog te zien. De grote hoeveelheid informatie, de vele websites, de talloze tools en de vele dienstverleners maken het de werkgevers en werknemers lastig het overzicht te bewaren. Door commerciële belangen van adviseurs, trainers en coaches worden werkgevers en werknemers soms geconfronteerd met tegengestelde adviezen. Dit kan leiden tot verwarring. In eerste instantie is het aan de werkgever en de werknemers om invulling te geven aan een effectieve en efficiënte dialoog. De ondernemingsraad (OR) of personeelsvertegenwoordiging (PVT) speelt daarbij een voorname rol. In tweede instantie spelen de professionals een belangrijke rol. Het is noodzakelijk dat zij onafhankelijk acteren in het gezamenlijke belang van werkgever en werknemers. In elke arbeidsorganisatie kan ontschotting en interprofessionele samenwerking rondom DI vorm worden gegeven door een ‘leidend team’. Dit team kan de afstemming bewaken tussen reguliere, structurele activiteiten in de organisatie, projecten met een kop en een staart (projectmanagement) en veranderprocessen (procesmanagement). Om ontschotting en interprofessionele samenwerking vorm te geven, is het cruciaal dat alle betrokkenen voortdurend willen en kunnen wisselen van perspectief. Het ‘logische niveau’-model is een hulpmiddel om steeds met elkaar de dialoog te voeren op het juiste niveau. Zodoende kunnen alle betrokkenen informatie en standpunten uitwisselen en elkaar gaan verstaan

    Handboek Arbeid en Gezondheid, Corona update 1: Tijd- en plaatsbewust werken; gezond, prettig en effectief beeldschermwerk thuis.

    No full text
    Het artikel betreft een actualisering van het Handboek Arbeid en Gezondheid, vanwege specifieke invloeden van de Coronacrisis op werk. Deze eerste update betreft 2 onderwerpen: 1. Tijd- en Plaats Bewust Werken (TPBW) in coronatijd;2. Een deelonderwerp van TPBW: Gezond, prettig en effectief beeldschermwerk thuis
    corecore