Focus, complexiteit en extrapositie. Over de veranderende woordvolgorde in het Nederlands

Abstract

In deze bijdrage wordt de geschiedenis van de Nederlandse woordvolgorde belicht in zinnen met een tweeledige werkwoordgroep bestaande uit het vervoegde werkwoord hebben of zijn en een voltooid deelwoord. De kwantitatieve analyse van meer dan drieduizend corpusattestaties laat zien dat de plaatsing van constituenten in de zin veranderd is in de loop der tijd. Meer bepaald neemt het aandeel constituenten dat achter de werkwoordelijke eindgroep geplaatst wordt door de eeuwen heen af. In de vroege bronnen van het corpus wordt gemiddeld bijna de helft van de woorden in extrapositie geplaatst. Vanaf de vijftiende eeuw daalt het aandeel extrapositie vervolgens gevoelig tot een dertigtal procent van de woorden in de zin. Met die dalende tendens sluiten de resultaten van dit onderzoek zich aan bij de bevindingen uit eerder historisch corpusonderzoek. Verdere kwantitatieve analyse van de resultaten laat zien dat de subjecten en direct objecten in de corpuszinnen in verschillende mate achter de werkwoordelijke eindgroep geplaatst worden. Die uiteenlopende volgordevoorkeuren worden uitgebreid in verband gebracht met de specifieke discoursstatus van de verschillende medespelertypes

Similar works

Full text

thumbnail-image

Utrecht University Repository

redirect
Last time updated on 14/06/2016

This paper was published in Utrecht University Repository.

Having an issue?

Is data on this page outdated, violates copyrights or anything else? Report the problem now and we will take corresponding actions after reviewing your request.