Van tweeën één, de vereniging van de Akademien der Künste van de DDR en West-Berlijn 1990-1993

Abstract

Na de Duitse omwenteling van 1989 en de hereniging van 1990 werden vele instituten in de oude DDR eenvoudig opgeheven. Datzelfde lot bedreigde de Akademie der Künste der DDR. Dit instituut ter promotie van de kunst in binnen- en buitenland bestond uit een groot aantal beroemde leden. Door samenvoeging van dit ledenbestand met dat van de West-Berlijnse Akademie der Künste kon een nieuw instituut worden gecreëerd, dat de driehonderdjarige geschiedenis van de oude Pruisische Akademie kon voortzetten. Dit proces ging niet zonder veel beroering en debat. Het duurde drie jaar voordat de vereniging tot stand was gekomen. In die drie jaar bemoeiden, politiek, pers, kunstenaars en publiek uit oost en west zich er mee. De Akademiestreit was een onderdeel van de deutsch-deutsche Bilderstreit, die werd gestreden van 1990 tot 2003. Deze scriptie beschrijft en becommentarieert het debat en zoekt uit welke de historische achtergronden van dit debat zijn. Deze achtergronden gaan van de Nationaal-Socialistische periode in 1933-1945 en de Koude Oorlog van 1945-1989 tot de verstrengeling van partij en kunstbedrijf in de DDR en de verhouding tussen uitgeweken en in de DDR gebleven kunstenaars. De scriptie werpt zodoende licht op de verhoudingen tussen oost en west zoals die na de Koude Oorlog vorm kregen aan de hand van gebeurtenissen in de voorafgaande periode