Een koninklijke 'wealhstod' : koningschap en deugd in Oudengels perspectief

Abstract

Alfred, koning van Wessex (871-899), regeerde in een bewogen tijd. Als organisator van het leger en de vloot en als verdediger van de Angelsakische kusten tegen de invallende Vikingen, kon Alfred van Wessex uitgroeiten tot rolmodel van de Engelse natie. In zijn eigen tijd werd hij al bejubeld als een goed vorst. Dit maakt ons nieuwsgierig. Om welke redenen werd hij in zijn eigen tijd als goed vorst beschouwd? Wat zagen ze in de negende eeuw als eigenschappen van ‘de ideale Engelsman’? In deze scriptie zal geschetst worden waarom Alfred gezien werd als ideale vorst aan de hand van vier Oudengelse vertalingen van Latijnse teksten, die aan de koning toegeschreven worden. Deze unieke literaire erfenis maakt het mogelijk om inzicht te krijgen in Alfreds opvattingen van zijn koningschap. Aan de hand van een onderzoek naar de vertaalslagen in Alfreds teksten zal aangetoond worden dat het Angelsaksische koningschap in de negende eeuw een unieke eigen invulling kende. Zowel ‘Germaanse’ ideeën over koningschap als ‘christelijke’ opvattingen gaven kleur aan het unieke Angelsaksische koningschap. Vanwege de connectie met de beeldvorming en perceptie van de ‘ideale vorst’, zal in deze ‘deugd’ centraal staan voor de perceptie van Alfreds koningschap. Welk gedrag werd verwacht van een koning? Wat zijn de definities van goed koningschap en wat waren de koningsdeugden bij uitstek

Similar works

Full text

thumbnail-image

Utrecht University Repository

redirect
Last time updated on 14/06/2016

This paper was published in Utrecht University Repository.

Having an issue?

Is data on this page outdated, violates copyrights or anything else? Report the problem now and we will take corresponding actions after reviewing your request.