Occupational hazard? The relationship between working conditions and fertility

Abstract

De arbeidsmarktparticipatie van vrouwen en moeders is tegenwoordig maatschappelijk geaccepteerd en vaak ook nodig om te zorgen voor voldoende inkomen. Er zijn veel studies verricht naar welke aspecten van werk bevorderlijk of juist hinderlijk zijn voor combinatie van werk en gezin. Deze studies kijken steeds vaker naar het soort werk en niet alleen naar of vrouwen wel of niet werken of voor hoeveel uren per week. Onderzoek naar de niet biologische determinanten van het krijgen van kinderen (demografen noemen dit ook wel vruchtbaarheidsgedrag) heeft tot nu toe minder aandacht besteedt aan hoe het soort werk en beroep het krijgen van kinderen beïnvloedt. De vier studies in deze dissertatie verruimen dan ook onze kennis over de invloed van opleidings- en werkkenmerken op vruchtbaarheidsgedrag door een breed spectrum van tot nu toe niet onderzochte kenmerken op te nemen. Zo wordt informatie over het hoogste opleidingsniveau gecombineerd met informatie over de richting van de opleiding. Op het gebied van werk wordt onder andere de invloed van verdienpotentieel, recente loopbaanveranderingen, onregelmatige werktijden, seksesegregatie binnen beroepen en controle over werktijden en taken op het krijgen van kinderen bestudeerd. Het in deze dissertatie gepresenteerde onderzoek laat zien dat het soort werk en het beroep van vrouwen een sterke invloed heeft op de geboorte van det eerste kind. De invloed van de onderzochte werkkenmerken op tweede en latere geboortes is minder sterk en als niet allen vrouwen maar stellen worden onderzocht blijkt het werk van de vrouwelijke partner het krijgen van kinderen sterker te beïnvloeden dan het werk van de mannelijke partner.