Tekst als resultaat van een afstudeertraject aan de opleiding Communicatie - Een meervoudige casestudy vanuit genre-analytisch perspectief

Abstract

Samenvatting In het hoger beroepsonderwijs is het te doen gebruikelijk dat veel studenten een onderzoek verrichten bij een opdrachtgever en dat dat onderzoek uitmondt in een onderzoeks- en/of adviesrapport voor een opdrachtgever. Een schrijver van een dergelijke tekst heeft niet alleen te maken met de opdrachtgever als lezer, maar ook met de opleiding als lezerspubliek. Russel (1997, p. 534) geeft aan dat dergelijke teksten problematisch kunnen zijn voor de student als schrijver: hij heeft rekening te houden met verschillende lezers die ieder een andere verwachting ten aanzien van dezelfde tekst (kunnen) hebben. De opleiding verwacht een doortimmerd, theoretische en methodische verantwoording; de opdrachtgever heeft liever een compact rapport, gericht op concrete adviezen. De tekst die studenten aan de opleiding Communicatie (CO) van het Instituut voor Communicatie & Media (SICM) opleveren is vanwege die meerdere functies en doelen een complexe schrijfopdracht. Doelstelling van dit onderzoek was deze tekst te analyseren en aan de hand van de resultaten de tekst nader te omschrijven. De onderzoeksvraag was vierledig: Wat zijn de formele eisen en verwachtingen ten aanzien van tekstkenmerken van de afstudeertekst bij de opleiding Communicatie bij het SICM(1), wat zijn de eisen en verwachtingen ten aanzien van de afstudeerteksten vanuit de opleiding vanuit de schrijver (2), opdrachtgever (3) en de afstudeerbegeleider (4). Vier teksten van vier studenten van de opleiding CO aan het SICM zijn daarbij object van onderzoek geweest. Ik heb deze afstudeerteksten op globale wijze tekstueel geanalyseerd en de resultaten van de tekstanalyse waren input voor de interviews die ik heb gehouden met de schrijvers, opdrachtgevers en afstudeerbegeleiders. Genre-analyse is daarbij uitgangspunt van onderzoek geweest: op basis van het Systematic Functional Linguistics (Martin en Rose, 2008) en het Multidimensional Perspective Framework van Bhatia (2004) heb ik mijn eigen methode van onderzoek ontworpen waarbij ik doel en functie heb beschreven, tekstcomponenten in kaart heb gebracht, bronnen en de wijze van bronverwerking heb onderzocht, heb gekeken naar de relatie tussen de verschillende tekstgebruikers en waarbij ik uiteindelijk heb geprobeerd de teksten als tekstsoort te typeren. Zo komt uit de onderzoeksresultaten naar voren dat opvattingen over doel en functie van de tekst verschillen. Het SICM verwoordt twee doelen: enerzijds moet een opdrachtgever tevreden gesteld worden met een advies-of onderzoeksrapport, anderzijds moet de student aantonen te voldoen aan competenties. Daarmee is de afstudeertekst een myriad genre, ook te vertalen als een hybride tekst, wat betekent dat teksten meerdere doelen en functies hebben (Russel, 2011). Dit roept tegenstellingen in de tekst op die spanningen veroorzaken (Bhatia, 2004). Dat blijkt ook uit dit onderzoek: tekstgebruikers zien de eerste doelstelling, de opdrachtgever adviseren, als voornaamste doel van de tekst, de tweede doelstelling als functie van de tekst. In de uitwerking van de tekst lijkt de functie echter belangrijker te zijn: de schrijvers volgen de criteria van het SICM en daarmee lijken de schrijvers meer waarde te (moeten) hechten aan de functie van de tekst dan aan het doel van de tekst. Daarmee prevaleert de afstudeerbegeleider als lezer boven de opdrachtgever. Twee schrijvers geven aan daarmee moeite te hebben gehad: één schrijver heeft duidelijk de keuze gemaakt om de afstudeerbegeleider als eerste lezer te zien en de adviezen die relevant waren voor de opdrachtgever opzij te zetten; een andere schrijver had in eerste instantie twee teksten opgeleverd om zo zowel aan de eisen en verwachtingen van de ene als de andere lezer te kunnen voldoen. De andere twee schrijvers gaven aan de richtlijnen van het instituut te volgen en waren zich niet direct bewust van de twee verschillende lezers, wel lieten ze de afstudeerbegeleiders prevaleren als lezer. De tekstcomponenten zoals geformuleerd door het SICM in de beoordelingscriteria voor de tekst komen voor een groot deel overeen met de componenten die Swales(1990) en Martin en Rose (2008) aandragen voor een onderzoeksartikel- of verslag. Daarmee lijkt de tekst op een onderzoeksverslag. Er is echter een opmerkelijk verschil. Zowel Swales (1990) en Martin en Rose (2008) geven aan dat een methodische discussie een belangrijke component is bij een onderzoeksverslag; bij de teksteisen geformuleerd door het SICM ontbreekt de methodische discussie. In plaats daarvan wordt het onderzoek afgesloten met een vertaalslag naar het advies. Daarnaast formuleren Martin en Rose (2008, p.207) kenmerken van de introduction die niet in de teksten van het onderzoek voorkomen. Volgens hen heeft de inleiding drie functies: de tekst lokaliseren in het werkveld ten opzichte van vorig onderzoek; het identificeren van een probleem waar voorgaand onderzoek nog niet in geslaagd is; het uiteenzetten van de doelen van het huidige onderzoek. In de afstudeerteksten in dit onderzoek verwijzen de schrijvers in het voorwoord naar de onderwijscontext en de opdracht van de opdrachtgever. Ze verwoorden allen dat de tekst is geschreven in het kader van het afstudeertraject. Ze verwijzen echter niet naar het werkveld en/of andere onderzoeken waar de tekst ingebed kan worden. Ook in de inleiding van de afstudeerteksten komen de drie functies van Martin en Rose (2008) niet aan de orde. Aan andere componenten zoals de organisatie-analyse en het theoretisch kader kennen de opdrachtgevers en de schrijvers weinig waarde toe. Een organisatie-analyse is wel logisch, omdat een student zich moet verdiepen in de context van de opdrachtgever en daarmee onderstreept dit tekstdeel de functie van de tekst en niet het doel. De student moet laten zien dat hij verslag doet van alle stappen die hij heeft doorlopen om te komen tot een advies voor de opdrachtgever en een organisatie-analyse is daar onderdeel van. Het theoretisch kader neemt in de vier teksten eveneens een bijzondere positie in. De wijze waarop het SICM de criteria voor het theoretisch kader formuleert komt overeen met generic activity wat betekent dat schrijvers gebruik maken van voorgaande teksten en zo hun kennis uitbouwen (Hyland, 2004, p.6). Ik heb dit nader omschreven als het reproductief schrijven van Jakobs (2003, p.894) die bronvermelding beschouwt als een deel van een complex tekstproductieproces: schrijvers maken gebruik van teksten uit bronnen en gebruiken die teksten bij de ontwikkeling van hun eigen gedachten en expertise. Als het goed is, leidt het reproductief schrijven volgens Jakobs tot een dialoguestrategie waarbij de schrijver laat zien dat er groei is van theoretische concepten en noties en waarbij de schrijver komt tot een gekwalificeerd afgewogen begrip van ideeën dat in relatie staat tot het onderzoeksobject. Uit dit onderzoek blijkt dat één van de vier studenten groei laat zien van theoretische concepten en noties en dat de teksten nagenoeg geen generic activity onthullen. De tekst die studenten moeten opleveren volgens de criteria van het SICM (Instituut voor Communicatie & Media, 2011b) bestaat uit drie hoofdcomponenten: een verantwoording van onderzoek, uitvoering van onderzoek en een advies. In een document over opbouw van de tekst wordt aangegeven dat de student een onderzoeks- of adviesrapport mag schrijven (Dekker, 2009). Uit de criteria van het beoordelingsformulier valt echter op te maken dat dat niet het geval is en dat de studenten een combinatie van beide soorten tekst moeten maken. In de beoordelingscriteria worden twintig punten toegekend aan het formuleren van een advies op basis van het onderzoek dat heeft plaatsgehad. Van een schrijver wordt dus wel verwacht een advies te formuleren. Aan de verantwoording van onderzoek en het uitvoeren van het onderzoek worden zestig punten toegekend. Daarmee lijkt het instituut meer betekenis toe te kennen aan het onderzoek dan aan het advies. Het advies lijkt daarmee van ondergeschikt belang te zijn en dat terwijl het advies voor de schrijvers en de opdrachtgevers als doel het meest centraal staat. In dit onderzoek heb ik ook gekeken hoe de relatie tussen de verschillende tekstgebruikers tot uiting komt in de tekst en wat de verschillende tekstgebruikers daar zelf over zeggen. In de tekst zelf geven de schrijvers in voorwoord en inleiding aan dat ze allen het doel nastreven om een advies uit te brengen aan de opdrachtgever. Daarmee lijken de schrijvers zich te profileren als junior-adviseurs. In de interviews geven afstudeerders, opdrachtgevers en afstudeerbegeleiders echter aan de afstudeerder niet zozeer als junior-adviseur te zien, maar als student in een afstudeerfase. Dit beeld wordt bevestigd door de tekstpresentatie in de vier cases die meer de kenmerken van een afstudeerverslag in zich draagt dan bijvoorbeeld een adviesrapport. Opdrachtgevers geven in de interviews aan dat ze liever een tekst hadden gezien waar het advies op uitgebreidere wijze naar voren wordt gebracht dan nu het geval is. Als echter gekeken wordt naar de schrijver in de discourse community van een ‘lerende omgeving’ dan is de wijze waarop de tekst is opgebouwd een logisch verhaal. De vier teksten zijn op basis van resultaten uit tekst- en contextanalyse te typeren als afstudeerverslagen met conclusies en aanbevelingen waarbij de student in de tekst verslag doet van de stappen in het onderzoeksproces die hij nodig heeft om tot een advies te komen en waarbij onderzoek gekenmerkt kan worden als een praktijk- en literatuuronderzoek waarbij de meeste waarde wordt toegekend aan het praktijkonderzoek. De wens van tekstgebruikers is echter wel om het literatuuronderzoek meer in te bedden in de tekst en dat schrijvers meer blijk geven van generic activity.

    Similar works

    Full text

    thumbnail-image

    University of Groningen Digital Archive

    redirect
    Last time updated on 06/08/2013

    This paper was published in University of Groningen Digital Archive.

    Having an issue?

    Is data on this page outdated, violates copyrights or anything else? Report the problem now and we will take corresponding actions after reviewing your request.