De regionale economie 2009
- Publication date
- 2010
- Publisher
Abstract
De Nederlandse economie kromp in 2009 met 3,9 procent. In 2008 lag de groei nog op
1,9 procent. Alle provincies hadden te maken met een krimp, welke uiteenliep van ruim
5 procent in Noord-Brabant tot nog geen 3 procent in Zeeland. Naast Noord-Brabant
hadden
ook Overijssel en Limburg het moeilijk. Op COROP-niveau varieerde de krimp van
ruim 8 procent krimp in IJmond tot nog geen 2 procent in Leiden en Den Haag. Deze
verschillen
werden vooral veroorzaakt door verschillen in productiestructuur. Sectoren met
de meeste krimp waren de transportmiddelen- en de basismetaalindustrie. Deze krompen
met respectievelijk 31 procent en 24 procent. Dit werkte vooral door in de regio’s IJmond
en Zuidoost-Noord-Brabant. Ook de bouw deed het, met uitzondering van de GWW, niet
al te best. Dit werkte nadelig voor onder andere Twente. Groeiende sectoren in 2009
waren
de overheid, de zorg, de aardolie-industrie en de GWW. Hier profiteerden Den
Haag, Rotterdam, de Drechtsteden en overig Zeeland van.
Al deze veranderingen hadden gevolgen voor de bijdragen van de provincies aan de
economische
krimp in 2009. Het aandeel van Noord-Brabant verdubbelde ten opzichte
van 2008, terwijl Utrecht en vooral Noord-Holland relatief juist minder gingen bijdragen.
De regionale rekeningen leveren regionale cijfers over de economische groei, het bruto
binnenlands product (bbp), het bbp per hoofd van de bevolking, de werkgelegenheid, de
verdeling van de toegevoegde waarde over de bedrijfstakken en de bijdrage van iedere
bedrijfstak aan het bbp. Daarnaast bieden de regionale rekeningen gegevens over de
investeringen
in vaste activa per regio en de regionale inkomensvorming en -verdeling. De
regionale gegevens zijn uitsluitend beschikbaar op jaarbasis en sluiten aan op de jaarcijfers
van de nationale rekeningen. De gegevens over 2009 hebben, evenals die
over 2008, een voorlopig karakter. Cijfers over het verslagjaar 2007 en voorgaande jaren
zijn definitief.