RNA-Synthese in hanelever

Abstract

SAMENVATTING Fosvitine, een dooiereiwit, wordt gesynthetiseerd in de lever van leggende hennen; onder invloed van oestradiol wordt het echter ook gemaakt door niet-leggende kippen en door hanen, die dit onder normale omstandigheden nooit doen. In verband met een parallel onderzoek van de synthese van fosvitine onder invloed van oestradiol werd de RNA-synthese in hanelever in vivo bestudeerd. RNA werd uit de lever geëxtraheerd door homogeniseren in een mengsel van fenol en isotone zoutoplossing met EDTA. Wanneer dit bij lage temperatuur geschiedde ging de cytoplasmatische RNA in oplossing, terwijl de celkernen zich verzamelden in de interfase tussen water- en fenollaag. Uit deze "fenolkernen" werd RNA geëxtraheerd door met hetzelfde mengselachtereenvolgens tot 45O en 65O te verwarmen, en tenslotte door verwarmen tot 65O met hetzelfde mengsel met toevoeging van bentoniet en 1% natriumdodecylsulfaat. Alleen in de laatste fractie was ook DNA aanwezig, maar deze kon worden verwijderd door behandeling met DNase. Zodoende werden vier verschillende RNA-fracties verkregen; deze werden bestudeerd door sedimentatieanalyse in suikergradiënten, basenanalyse, merking met radioactief fosfaat in vivo, en door hun invloed op de aminozuurincorporatie in een celvrij systeem. De cytoplasmatische RNA-fractie bevat slechts ribosomale en transfer-RNA: andere soorten RNA konden met de genoemde methoden niet in deze fractie worden aangetoond. De incorporatie van radioactief fosfaat in cyt~~lasmatische ribosomale RNA was na merking gedurende korte tijd veel lager dan de incorporatie in de andere drie fracties. De 45O -fractie bestaat kennelijk uit ribosomale en transfer-RNA uit de kernen; na merking gedurende 30 minuten was radioactief fosfaat geïncorporeerd in twee duidelijke zware _pieken die voorstadia van ribosomale RNA zouden kunnen zijn. De 65 O-fractie is een mengsel van 18s-RNA die ribosomaal zou kunnen zijn, en polydisperse RNA met sedimentatieconstanten van 5 tot 50s. De RNA geëxtraheerd met SDS is waarschijnlijk niet principieel verschillend van de 65O-fractie. In deze beide laatste fracties was meer snelgemerkte RNA aanwezig dan in de 45O -fractie. Na merking gedurende 30 minuten in vivo hadden de subfracties van de 65' - en de SDS-RNA-fractie met de hoogste radioactiviteit een basensamenstelling met veel A en U; deze verliep echter in de loop van enkele uren naar de normale samenstelling. met veel G en C. De 65' -fractie stimuleerde de aminozuurincorporatie in ribosomale systemen zowel uit E. coli als uit rattelever. De RNA-fracties die bij de lagere temperaturen werden geëxtraheerd stimuleerden veel minder sterk; de SDSRNA- fractie werd op dit punt niet onderzocht. Het is op het ogenblik nog onmogelijk de aanwezigheid van messenger-RNA in een fractie met zekerheid vast te stellen; volgens de gebruikelijke - onvoldoende - criteria komt hij voornamelijk in de 65'- en de SDS-RNA-fractie terecht. Na behandeling van hanen gedurende 20 uur met oestradiol en incorporatie van radioactief fosfaat in vivo, waren alle RNA-fracties sterker gemerkt dan de overeenkomstige fracties uit de contrale-hanen; er werden echter geen effecten waargenomen op sedimentatie-eigenschappen, hoeveelheden of basensamenstellingen. Verder onderzoek zal nodig zijn om de effecten van oestradiol op de RNA-stofwisseling duidelijker vast te kunnen stellen en te verklaren. ... Zie: Samenvatting

Similar works

Full text

thumbnail-image

University of Groningen Digital Archive

redirect
Last time updated on 06/08/2013

This paper was published in University of Groningen Digital Archive.

Having an issue?

Is data on this page outdated, violates copyrights or anything else? Report the problem now and we will take corresponding actions after reviewing your request.