Goes joachimikade 35 Goes Albert Joachimikade 35, Gemeente Goes. Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen

Abstract

In opdracht van Zandhandel Faasse BV heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed in april en mei 2019 een Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen uitgevoerd binnen een plangebied aan de Albert Joachimikade 35 te Goes. Het plangebied is gelegen in het havengebied ten noorden van de historische kern van Goes en ligt tussen het havenkanaal en de Albert Joachimikade. Het plangebied is heden in gebruikt als bedrijfsterrein. Het terrein rond de bestaande kantoren en loodsen als verhard met asfalt en beton en is in gebruik als zandcentrale. Ter plaatse van plangebied zuid wordt het bestaande kantoorgebouw en de omliggende gebouwen gesloopt en wordt de bouw van een nieuw kantoorgebouw met parkeerruimte voorzien. Binnen plangebied noord zal een nieuwe loods gebouwd worden. De totale oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 240 m² in het noordelijke deel en 700 m2 in het zuidelijke deel. De percelen waarbinnen de bouwactiviteiten zullen plaatsvinden staan kadastraal bekend onder Gemeente Goes Sectie B nrs. 3386 en 3387 (deels). De totale oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 940 m2. De percelen hebben in het vigerende bestemmingsplan Havengebied Goes (2016) een enkelbestemming Gemengd. Binnen het bestemmingsplan worden mogelijk aanwezige archeologische vindplaatsen binnen het plangebied planologisch beschermd door een dubbelbestemming waarde archeologie 1 en 2 (WA-1 en WA-2). Binnen het gebied met dubbelbestemming WA-1 geldt een verbod op het uitvoeren van (graaf)werkzaamheden die groter zijn dan 50 m2 én dieper reiken dan 0,4 m -mv. Binnen gebieden met de dubbelbestemming WA-2 betreft dit groter dan 250 m2 en dieper dan 0,4 m -mv. Dergelijke werkzaamheden zijn wel vergunbaar mits een archeologisch onderzoeksrapport wordt voorgelegd waarin wordt aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat deze door de voorgenomen werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad. Omdat met de sanering de vrijstellingsgrenzen worden overschreden dient in het kader van de benodigde omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport te worden voorgelegd. In dit geval heeft de bevoegde overheid, de gemeente Goes, beredeneerd afgeweken van deze procedure. Immers, in 2016 heeft de Gemeente Goes een uitgebreid Archeologisch Bureauonderzoek laten opstellen waar de volledige binnenstad en het havengebied in zijn opgenomen. Ook het huidige plangebied maakt deel uit van dit gebied. Dit betekent dat voor het plangebied geen nieuw bureauonderzoek moet worden opgesteld en dat kan worden volstaan met het opstellen van een verwachtingsmodel voor het plangebied, gebaseerd op het eerder uitgevoerde onderzoek, aangevuld met gebiedseigen informatie (bijv. bekende verstoringen van de bodem). Het opgestelde archeologische verwachtingsmodel wordt getoetst door het uitvoeren van een Inventariserend Veldonderzoek door middel van boringen. Op basis van de resultaten van het booronderzoek geldt er een lage verwachting voor resten uit het neolithicum op het niveau van het Laagpakket van Wormer en voor resten uit de bronstijd en de ijzertijd voor het opgaand pakket Hollandveen. Verder geldt er geen verwachting voor resten uit de late ijzertijd en Romeinse tijd op het niveau van het Hollandveen en een lage verwachting voor de vroege middeleeuwen op het niveau van het Laagpakket van Walcheren. Voor wat betreft de late middeleeuwen en nieuwe tijd geldt er een hoge verwachting. Resten uit deze perioden kunnen aangetroffen worden vanaf een diepte van 2,15 m +NAP in het noordelijke plangebied en 1,92 m +NAP in het zuidelijke. Om deze reden wordt archeologisch vervolgonderzoek dan ook noodzakelijk geacht bij grootschalige ingrepen die dieper reiken dan 1,92 m + NAP in het zuidelijke plangebied en 2,15 m +NAP in het noorden. Volgens de meest recente plannen wordt geen diepe bouwput of kruipruimte voorzien maar zullen de te realiseren gebouwen op palen gefundeerd worden. Voor de nieuwbouwloods wordt voor de funderingsbalk een sleuf ontgraven met een breedte van 1,3 m bovenaan en 0,8 m op de bodem tot een diepte van 0,87 m – peil (1,93 m +NAP), voor de aanleg van de vloer wordt de tussenliggende ruimte ontgraven tot een diepte van 0,35 m -peil (2,45 m +NAP). Voor het realiseren kantoorgebouw betreft dit een funderingssleuf tot een diepte van 0,95 m – peil (1,95 m -NAP) en tot 0,45 -peil (2,45 m +NAP) voor de vloer. Met de geplande graafwerkzaamheden wordt enkel in het noordelijke plangebied (locatie nieuwbouwloods) het archeologisch niveau bereikt, meer bepaald bij de aanleg van de funderingssleuven. Enkel voor deze werkzaamheden is een vervolgonderzoek op noodzakelijk

    Similar works

    Full text

    thumbnail-image