Effecten van een voorgestelde regionale inkomstenbelasting op de regionale ontvangsten

Abstract

We gebruiken een rekenmodel voor de personenbelasting om de gevolgen uit te rekenen van het voorstel voor een geregionaliseerde personenbelasting in de nota De Wever. Het rekenmodel verschilt van alle tot nu toe geproduceerde berekeningen omdat het de belasting uitrekent voor elk Vlaams, Waals en Brussels gezin in een representatieve steekproef. Dat laat toe de effecten van progressiviteit echt in kaart te brengen. Macrocijfers doen dit niet. De berekeningen bevestigen de kritiek dat er een fundamentele tegenstrijdigheid zit in de berekeningen van de gevolgen van de voorgestelde regionale inkomstenbelasting. De tegenstrijdigheid heeft te maken met de voorstelling van de regionale inkomstenbelasting als een split-rate model. Dat komt erop neer dat de regionale tarieven ‘afgesplitst’ worden van de federale tarieven, en de progressiviteit ervan overnemen. Als de regionale inkomstenbelasting de progressiviteit van de federale tarieven overneemt, dan zijn de berekeningen fout. Als we de berekeningen aanvaarden, dan is de voorgestelde regionale inkomstenbelasting, in tegenstelling tot wat men beweert, niet deze van een gesplitst tarief op basis van de huidige tarieven, maar wel op basis van een forse belastingverhoging voor Wallonië en Brussel, en een belastingverlaging voor Vlaanderen. Het verschil in uitkomst heeft niet te maken met andere ‘politieke’ uitgangspunten zoals bijvoorbeeld de vraag of men voor of tegen meer fiscale autonomie of pro of contra responsabilisering zou zijn. De cijferdiscussie gaat simpelweg echt wel over de berekening van het voorstel van regionale inkomstenbelasting in de nota zelf. Daarvoor gebruiken we allemaal dezelfde rekenkunde. Het verschil heeft ook niet te maken met een andere manier om de solidariteitscomponent in de Financieringswet vast te leggen (bijvoorbeeld op basis van verschillen in belastbaar inkomen, of op basis van verschillen in belastingopbrengsten). Dit lijkt een technische discussie, maar de gevolgen lopen in de honderden miljoenen voor zowel Wallonië, als Brussel. De orde van grootte van opsmuk van regionale inkomsten voor Wallonië bedraagt in onze berekeningen 311 miljoen. De regionale inkomsten van Vlaanderen daarentegen worden meer dan 600 miljoen minder gunstig voorgesteld dan ze in werkelijkheid zullen zijn. Los van de eigen doelstellingen, is geen enkel politiek of maatschappelijk debat gebaat met het verkeerd voorstellen van gevolgen van bepaalde keuzes. Wel integendeel. Alleen als er met open vizier over de gevolgen van eventuele beslissingen gecommuniceerd wordt, is er een kans op een vergelijk waarbij niemand zich later bedrogen voelt. De berekeningen dienen zeker verder verfijnd om een split-rate model in al zijn finesses (en moeilijkheden) door te rekenen. Maar het voordeel van ons model is dat we tot op het niveau van het individu of het gezin kunnen in kaart brengen hoe het belastbaar inkomen, en dus ook het beschikbaar inkomen verandert ten gevolge van het voorstel. De politieke haalbaarheid van een voorstel hangt ons inziens cruciaal af van deze verdelingseffecten.status: publishe

    Similar works

    Full text

    thumbnail-image

    Available Versions