Samenvatting
Belanghebbende, woonachtig in Nederland, is sporter van beroep en in dienstbetrekking bij sportclub X.
In het jaar 2002 heeft belanghebbende een aantal perioden in het buitenland doorgebracht en daar wedstrijden
gespeeld, waarvan enkele toegankelijk waren voor het publiek. In geschil is het antwoord op de
vraag voor welk gedeelte van het basissalaris belanghebbende recht heeft op aftrek ter voorkoming van
dubbele belasting. Het standpunt van belanghebbende dat hij ook recht heeft op aftrek ter voorkoming
van dubbele belasting voor de dagen dat hij in het buitenland op trainingskamp was, wordt onder verwijzing
naar HR 9 februari 2007, 40.604, NTFR 2007/304, door de rechtbank verworpen. Naar het oordeel
van de rechtbank kan in het genoemde arrest niet de door belanghebbende gegeven uitleg worden begrepen.
Trainingskampen staan immers niet in direct verband met een publieksoptreden, ook al zijn
tijdens de trainingskampen wedstrijden gespeeld en was publiek aanwezig. Nu de inspecteur gelet op
voornoemd arrest een onhoudbaar standpunt had ingenomen, ziet de rechtbank aanleiding de inspecteur
te veroordelen in vergoeding van de werkelijke proceskosten van belanghebbende. Voorts dient de inspecteur,
gelet op de termijnoverschrijding van de bezwaartermijn, aan belanghebbende een vergoeding
voor immateriële schade te betalen