3,736 research outputs found

    Gemeten actuele verdamping voor twaalf locaties in Nederland

    Get PDF
    Stowa heeft Alterra de opdracht gegeven jaarreeksen van actuele dagelijkse verdamping af te leiden voor twaalf meetlocaties in Nederland. Daarbij is gebruik gemaakt van bestaande (micro)meteorologische meetgegevens. De meetgegevens zijn gecontroleerd op kwaliteit en continuïteit en ontbrekende dagtotalen zijn aangevuld met door een Artificieel Neuraal Netwerk gesimuleerde gegevens. De onzekerheid in de jaartotalen van de bepaalde actuele verdamping ligt tussen de 10 en 15%

    Anorganische en organische microverontreinigingen in mineralenconcentraten : resultaten van de eerste verkenningen

    Get PDF
    Mestverwerking wordt gezien als een van de mogelijkheden om de druk op de mestmarkt in Nederland te verlichten. Een van de mogelijkheden is dat mest wordt gescheiden en dat het mineralenconcentraat dat na ultrafiltratie uit de dunne fractie ontstaat, gebruikt wordt als kunstmestvervanger. Mineralenconcentraten zijn waterige oplossingen met stikstof en kali. Er is geen Europees toetsingkader voor de belasting met anorganische en organische microverontreinigingen voor deze stof. Getoetst aan de Meststoffenwet doorstaan mineralenconcentraten de milieueisen voor anorganische en organische microverontreinigingen. Deze stoffen kunnen als schoon en onverdacht worden aangemerkt

    Comparative measurements of air quality monitoring between RIVM, GGD Amsterdam and DCMR : Results 2010

    Get PDF
    Alleen digitaal beschikbaarIn het kader van de samenwerking tussen de luchtkwaliteits-meetnetten van het RIVM, de GGD Amsterdam en de DCMR Milieudienst Rijnmond vinden sinds enkele jaren tussen RIVM en de beide organisaties vergelijkende metingen plaats op meetlocaties in Amsterdam (RIVM-GGD) en Rotterdam (RIVM-DCMR): - Amsterdam: stikstofdioxide op locatie Overtoom - Rotterdam: stikstofdioxide en PM10 op locatie Bentinckplein/Statenweg. Deze hebben tot doel de vergelijkbaarheid van de resultaten van de verschillende meetinstanties vast te stellen; bij voldoende vergelijkbaarheid kunnen de instanties wederzijds gebruik maken van elkaars resultaten. Evaluatie van de resultaten van de vergelijkingen verricht in 2010 toont aan dat de resulterende meetonzekerheden in alle gevallen te voldoen aan de criteria gesteld in EU Richtlijn 2008/50/EC. Aangezien alle instanties een ISO 17025 accreditatie voeren voor de betreffende metingen mag ervan worden uitgegaan dat het kwaliteitsniveau en de vergelijkbaarheid zoals bepaald in deze vergelijkingen representatief zijn voor de andere meetlocaties van de netwerken. Dit impliceert dat de instanties in principe gebruik kunnen maken van elkaars meetgegevens voor de componenten waarvoor resultaten zijn vergeleken (DCMR en RIVM voor stikstofdioxide en PM10; GGD en RIVM voor stikstofdioxide).Within the frame of the cooperation between the air quality monitoring networks of RIVM, GGD Amsterdam and DCMR Environmental Protection Agency comparative measurements are performed between RIVM and both regional networks at locations in Amsterdam (RIVM-GGD) and Rotterdam (RIVM-DCMR): - Amsterdam: nitrogen dioxide at location Overtoom - Rotterdam: nitrogen dioxide and PM10 at location Bentinckplein/Statenweg. The purpose of these comparisons is demonstrating comparability of results obtained by the different networks. In case of sufficient comparability mutual use can be made of their results. All networks use the European Union reference methods for nitrogen dioxide and PM10. The evaluation involves comparison of hourly average results for nitrogen dioxide and of daily average results for PM10 by applying orthogonal regression analysis and by examination of differences between results as a function of measurement period and concentration level. Evaluation of the comparison between RIVM and DCMR for the year 2010 shows that for PM10 results agree almost on a "1 to 1" basis. The comparisons for nitrogen dioxide reveal an overall agreement of results averaged over the whole year to within ±1,6%. However, distinct differences can be observed in the relationships over the first and second half of 2010, with ratios of RIVM's results to those of the other networks increasing. Further, the relationship between results for DCMR and RIVM deviates markedly from the expected relationship y=x. Reasons for this may be differences in applied calibration procedures and handling of low measurement values. Evaluation further shows that the resulting measurement uncertainties in all cases are well within the criteria given in EU Directive 2008/50/EC. As all networks have an ISO 17025 accreditation for the measurements compared it may be assumed that the quality levels and, consequently, the comparability of the results determined in these comparisons are representative for the networks as a whole. Consequently, it should be possible for networks to make mutual use of results for the components compared (DCMR and RIVM for nitrogen dioxide and PM10; GGD and RIVM for nitrogen dioxide).Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIV

    Omgekeerde hydrologie

    Get PDF
    Naar aanleiding van de artikelen over numerieke verdroging verscheen onlangs in Stromingen een reactie over het gebruik van de drainage- en voedingsweerstand. In dat artikel geeft Kees Maas expliciet aan het niet eens te zijn met het door ondergetekenden gehanteerde voorbeeld dat een weerstandsbiedende laag in het bodemprofiel bij een freatische winning tot gevolg heeft dat de stijghoogte onder deze laag meer beïnvloed wordt door de winning dan de stijghoogte boven deze laag. Daarnaast zegt Kees Maas het niet eens te zijn met de invloed van een weerstandbiedende laag in het bodemprofiel op de spreidingslengte. In het artikel wordt het gebruik van tijdreeksanalyse voor het controleren van meetreeksen voorgesteld. In de ogen van ondergetekenden maakt de auteur enkele malen gebruik van de omgekeerde werel

    Meetgegevens strijkbuigen staal en aluminium

    Get PDF

    Validatie van het nutriënten-emissiemodel STONE met meetgegevens uit het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) en de Landelijke Steekproef Kaarteenheden (LSK)

    Get PDF
    De uitkomsten van het model STONE zijn gevalideerd op gemeten concentraties in drains en grondwater uit LMM (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid) en gemeten fosfaatophoping volgens LSK (Landelijke Steekproef Kaarteenheden). Voor de validatie is gebruik gemaakt van een in 2008 ontwikkeld protocol. Uit de validatie komt naar voren dat op nationale schaal de gemiddelde door STONE gesimuleerde nitraatconcentraties in grondwater en drainwater goed overeenkomen met de metingen. De gesimuleerde DOC-concentraties in grondwater en drainwater en de fosfaatconcentraties in het grondwater wijken sterker af van de metingen. Tevens bleek uit de validatie op LSK dat de verdeling van P over boven- en ondergrond afwijkt van de metingen. Voor deze stoffen is dus een verdere verbetering van het model en/of de parameterisatie gewenst
    • …
    corecore