303 research outputs found

    Archeologische evaluatie en waardering van het Bovenveld (Riemst,provincie Limburg)

    Get PDF
    In opdracht van de Vlaamse Overheid, agentschap Onroerend Erfgoed, heeft RAAP Archeologisch Advies bureau in 2013 een bureauonderzoek en veldwerk uitgevoerd in het kader van een archeologische evaluatie en waardering van het Bovenveld (gemeente Riemst, provincie Limburg). Doel was het formuleren van aanbevelingen ten aanzien van archeologische bescherming van de site, met vondsten uit de Romeinse tijd, maar ook uit de ijzertijd, de middeleeuwen en de nieuwe tijd. Uit die laatste periode zijn resten (musketkogels) gevonden die samenhangen met de enorme slag bij Lafelt uit 1747. Het onderzoeksgebied is circa 36,2 ha groot en bestaat voornamelijk uit grasland en akkerland nabij Lafelt. Het bureauonderzoek bestond uit een ordening en beschrijving van landschappelijke, archeologische en historische gegevens: literatuur- en bronnenonderzoek, alsmede een inventarisatie van archeolo gische vindplaatsen en amateurcollecties. Het veldwerk omvatte verschillende technieken: oppervlaktekartering (fieldwalking), booronderzoek, geofysisch onderzoek (weerstandsonderzoek, elektromagnetisch onderzoek, magnetometrisch onderzoek) en proefsleuven. Op een locatie waar op basis van de oppervlaktekartering en het geofysisch onderzoek sporen uit de Romeinse tijd werden verwacht, is een 180 m lange proefsleuf van circa 2 m breed gegraven. De antropogene sporen concentreren zich in twee zones: een gebied in de zuidelijke helft en een cluster in de noordelijke helft. Op basis van het vondstmateriaal (vooral dakpanresten) dateren vrijwel alle sporen uit de Romeinse tijd. Uitzondering is de weg, die op historische kaarten vanaf 1849 voorkomt. Mogelijk dat de oudste fase van de weg Romeins is, maar dit kan niet worden vastgesteld. De typen sporen, dat wil zeggen greppels, kuilen, paalkuilen, een haardkuil, twee ovens, resten van een muur, een landweg en een grote waterput, duiden op een nederzettingscontext. Er werd gewoond, er werden ovens gebruikt er werd ter plaatse water gewonnen en (uiteindelijk) kwam afval in kuilen terecht. De aanwezigheid van vier parallelle greppels in het zuidelijk deel, de doorsnijding van over 35 door de waterput en de verschillende fasen van de weg duiden op verschillende fasen van de nederzetting. De greppels in het zuiden hebben waarschijnlijk als afbakening gediend. In het noorden zijn dergelijke begrenzingen niet vastgesteld. De aanwezigheid van een stenen gebouw in het zuidelijke deel van de sleuf, de vele dakpanfragmenten uit de sporen, maar ook aan het oppervlak (zie hoofdstuk 7) en de vondst van vijf muntjes op een relatief beperkt oppervlak (zie verder) kunnen duiden op een Romeins villacomplex, gelegen langs de Romeinse weg tussen Maastricht en Tongeren. Dit complex was gelegen op een flauwe zuidelijke helling. Een dergelijke, enigszins beschutte ligging van villas kwam vaker voor in de Romeinse tijd. Het kan echter ook om een kleine vicus gaan. Met een vicus wordt in dit geval een landelijke nederzetting met centrumfuncties met betrekking tot economie, administratie en/of religie bedoeld, dat wil zeggen een urbane component buiten de stad. Op basis van de oppervlaktekartering, het geofysisch onderzoek en de proefsleuf wordt geschat dat de nederzetting dit complex een omvang van circa 480x330 m (144.000 m²) had. Op basis van de vondsten, dateert de vindplaats uit de midden- tot laat-Romeinse tijd. Het is duidelijk dat het deel van het onderzoeksgebied met resten van een Romeinse nederzetting (wellicht villa of kleine vicus) volgens de beschermingscriteria, gehanteerd door de Vlaamse overheid, in aanmerking komt voor een bescherming als archeologische site

    Een archeologische evaluatie en waardering van het Hoogboschveld (Riemst, provincie Limburg)

    Get PDF
    In opdracht van agentschap Onroerend Erfgoed, heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in 2013 een bureauonderzoek en veldwerk uitgevoerd in het kader van een archeologische evaluatie en waardering van het Hoogboschveld in Herderen (gemeente Riemst, provincie Limburg). Doel was het formuleren van aanbevelingen ten aanzien van archeologische bescherming van de site, die resten uit de Romeinse tijd, maar ook uit de middeleeuwen bevat. Het onderzoeksgebied, tussen Genoelselderen en Herderen, is circa 28,4 ha groot en bestaat voornamelijk uit akkerland op de hellingen en een wijngaard en bos op de hoogste delen. Het bureauonderzoek bestond uit een ordening en beschrijving van landschappelijke, archeologische en historische gegevens: literatuur- en bronnenonderzoek, een inventarisatie van archeologische vindplaatsen en amateurcollecties en een luchtfoto onderzoek. Het veldwerk bestond uit verschillende technieken: oppervlaktekartering (fieldwalking), booronderzoek, geofysisch onderzoek (weerstands onderzoek, elektromagnetisch onderzoek, magnetometrisch onderzoek) en proefsleuven. De resultaten worden in dit rapport beschreven. Op grond van de beschermingscriteria komt het noordoostelijk deel van het onderzoeksgebied, met de zeer waarschijnlijke locatie van een hoofdgebouw van een Romeinse villa en daaraan gerelateerde structuren in aanmerking voor de status van archeologisch monument. Het gaat om het bos, een akker direct ten oosten daarvan en de wijngaard. Er is er momenteel onvoldoende informatie voorhanden om tot afdoende uitspraken te komen met betrekking tot het al of niet beschermen van de overige archeologische vindplaatsen en percelen in het onderzoeksgebied

    Een aanvullende archeologische evaluatie en waardering van de Kesselberg (gemeenten Leuven en Holsbeek, provincie Vlaams-Brabant)

    Get PDF
    In opdracht van de Vlaamse overheid, agentschap Onroerend Erfgoed, heeft RAAP Archeologisch Advies bureau in 2014 en begin 2015 een bureauonderzoek en veldwerk uitgevoerd in het kader van een archeologische evaluatie en waardering van de Kesselberg (gemeenten Leuven en Holsbeek, provincie Vlaams-Brabant). Doel was het verder evalueren en waarderen van de site, die vooral bestaat uit de resten (een wal) van een hoogteversterking uit de ijzertijd. Het onderzoek is een aanvulling van en vervolg op een onderzoek door Condor Archaeological Research. Beide rapporten dienen als uitgangspunt om de opmaak van een archeologisch beschermingsdossier te onderbouwen. Het bureauonderzoek bestond uit een screening van het Condor-rapport, de verwerking van archiefmateriaal met betrekking tot het onderzoek in de periode 1959-1984, dat is opgedoken na voltooiing van de studie van Condor en een heranalyse van aardewerk, opgegraven door Mertens en Condor. De archiefstukken zijn met name van de amateurarcheologen Boschmans en Scheys en van prof. Mertens (die in 1959 10 sleuven heeft gegraven). Het materiaal bestaat uit correspondentie, topografisch materiaal over de Kesselberg, enkele vlaktekeningen, profieltekeningen, object-tekeningen, schetsen en wat fotos. Al deze informatie is geordend, digitaal opgeslagen en geïnterpreteerd. Aan de hand van deze informatie is onder andere een overzichtskaart gemaakt van alle gegraven sleuven. Voorts heeft het bureauonderzoek bestaan uit een gedetailleerde analyse van het Digitaal Hoogtemodel (DHM) van de Kesselberg. Hierbij kon de begrenzing van de hoogteversterking uit de ijzertijd, met een omvang van ca. 9,5 ha, worden vastgesteld. Het is hiermee een middelgrote hoogteversterking, zoals die bekend zijn in Vlaanderen (de Kemmelberg: 3 ha, Kooigem: 4,5 ha, Caestert: 20 ha, en Asse/Borgstad, mogelijk 42 ha?). Bovendien is de begrenzing en structuur van de middeleeuwse fortificatie Kesselstein achterhaald. Tevens zijn enkele tot nog toe onbekende ijzertijdkuilen beschreven, en is het door Mertens en Condor opgegraven aardewerk bestudeerd. Daaruit blijkt dat het merendeel van het aardewerk in de midden en late ijzertijd dateert. Opvallend is het relatief grote aantal verbrande scherven, alsmede de vondst van een smeltkroes voor brons. Twee grote kruiken zijn gerestaureerd. Pollenonderzoek (uit 1959) heeft vooral gewezen op de lokale teelt van graan in de ijzertijd. Het veldwerk bestond uit verschillende technieken. Ten eerste uit een veldinspectie ten behoeve van de het vaststellen van de locatie van de wal uit de ijzertijd, alsmede de locatie van oude opgravingssleuven. Op basis hiervan zijn bepaalde delen van de site door middel van metaaldetectie onderzocht. Tenslotte zijn er 2 locaties opgegraven: een oude sleuf op de wal in het oosten van Mertens is heropend en opnieuw gedocumenteerd en in het westen heeft een kleinschalige opgraving plaatsgevonden op een nieuwe locatie. Het veldwerk heeft vooral geresulteerd in een beter inzicht in de opbouw van wal en gracht in het oosten van de ijzertijdversterking, en in een datering uit de gracht die wijst op gebruik in de late ijzertijd en mogelijk in de vroege middeleeuwen

    Studieopdracht naar een archeologische evaluatie van het plateau van Caestert (Riemst, provincie Limburg)

    Get PDF
    In het voorjaar en de zomer van 2008 voerde RAAP een waarderend bureau- en veldonderzoek uit op het plateau van Caestert nabij Kanne in de gemeente Riemst (provincie Limburg in België). Dit plateau, spectaculair gelegen op een hoge landtong tussen de Maas in het oosten en het Albertkanaal in het westen, was reeds in gebruik in het middenpaleolithicum, maar is archeologisch vooral bekend vanwege de grote hoogteversterking uit de Late IJzertijd-Romeinse tijd (ca. 250-31 voor Chr.) die in de jaren 70 reeds werd onderzocht en nu opnieuw geëvalueerd is. Dit rapport presenteert eerst de landschappelijke context (topografie, geologie, bodem en natuur) en de ruimere archeologische context van de Late IJzertijd, Vroeg Romeinse tijd, hoogteversterkingen en oppida en de archeologie rondom het plateau van Caestert. De circa 20 ha grote versterking lag zeer strategisch op een hoge landrug tussen de Jeker en de Maas. Het verdedigingssysteem bestond uit grachten en wallen in het noorden en zuiden en een enorm talud met daarop een wal in het westen. De ongeveer 60 m hoge steilrand langs de Maas in het oosten was een natuurlijke grens. De wal in het noorden is afgebroken, waarschijnlijk in de Middeleeuwen. De versterking was toegankelijk vanuit nauwe doorgangen (door wallen) in het zuiden, noordwesten en mogelijk het noorden. De ingang in het zuiden wordt gekenmerkt door een rij palen aan de westkant. Een aanvankelijke datering van 57 voor Chr. deed vermoeden dat de versterking te identificeren was met Atuatuca, vermeld in Caesars Commentarii de bello Gallico als een vesting van de Keltische stam van de Eburonen. Een herdatering van hout leverde echter een latere datum (31 voor Chr.) op, zodat de identificatie van de versterking als Atuatuca onzeker is. Het onderzoek bracht (opnieuw) sporen en relicten van deze versterking in kaart en besluit dat de site op basis van zeldzaamheid, representativiteit, wetenschappelijk potentieel en archeologische/landschappelijke context zeker de status van archeologisch monument verdient. Vanwege de mogelijke aanwezigheid van andere archeologische resten wordt aanbevolen om niet alleen de versterking, maar het hele plateau van Caestert archeologisch te beschermen. Het rapport eindigt met een aantal aanbevelingen met betrekking tot beheer, ontsluiting en toekomstig onderzoek

    Plangebied Kunderberg te Voerendaal, gemeente Heerlen : archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek, waarderende fase (proefsleuven)

    No full text
    Lit.opg. en verklarende woordenlijst, bijl

    Plangebied Kerkebogten, gemeente Eersel : een inventariserend archeologisch onderzoek

    No full text
    Lit.opg. en verklarende woordenlijst

    Plangebied bedrijventerrein Veegtes, gemeente Venlo : een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek

    No full text
    Lit.opg., bijl. en verklarende woordenlijst

    Studieopdracht naar een archeologische evaluatie van het plateau van Caestert (Riemst, provincie Limburg)

    No full text
    Met lit. op

    Plangebied Bosstraat-Zuid, fase 3, gemeente Swalmen : een inventariserend archeologisch onderzoek (verkenning)

    No full text
    Lit.opg. en verklarende woordenlijst

    Plangebied bedrijventerrein Doornhoek, gemeente Veghel : een inventariserend archeologisch onderzoek

    No full text
    Lit.opg. en verklarende woordenlijst
    corecore