Determining the optimal policy for a home delivery milk retailing: A simulation approach

A food retailing firm operates in a complex situation where its economic result is influenced by a large number of variables: own marketing variables, characteristics of customers and area of location and the nature of competition. This paper demonstrates how all these influences can be integrated into a model and how this model subsequently can be used to find the optimal policy of the retailing firm under various conditions. The specific application in the paper is home delivery milk retailing in the Netherlands

Een onderzoek naar het toekomstperspectief van de melkman in Nederland

In de periode augustus 1975-mei 1976 is door de vakgroep Marktkunde en Marktonderzoek van de Landbouwhogeschool een onderzoek ingesteld naar de toekomstmogelijkheden van de bezorgende melkdetailhandel in Nederland. Dit perspectief-onderzoek geschiedde in opdracht van het Bedrijfschap Detailhandel in Melk en Melk- en Zuivelprodukten en werd gesubsidieerd door het Ministerie van Economische Zaken. Zoals te doen gebruikelijk bij dergelijke onderzoekingen, werd het onderzoek begeleid door een beleidscommissie van deskundigen uit het bedrijfsleven. Het onderzoek vloeide voort uit behoefte aan meer inzicht in de thans bestaande structurele problemen in de bezorgende melkdetailhandel. Deze problemen komen onder meer tot uiting in de afname van het aantal melkslijters van 8.297 in 19i1 tot 5.883 in 1976 en in het teruglopend marktaandeel van de bezorgende melkdetailhandel in de totale detailhandelsomzet aan melk en melkprodukten van 85% in maart 1968 tot 40% in oktober 1976. Het onderzoek had tot doel op basis van inzicht in de huidige toestand en in de toekomstige ontwikkelingen tot aanbevelingen te komen voor het beleid van de ambulante melkdetailhandel

Onderzoek naar de mogelijkheden van de bezorgende melkdetailhandel

De onbevredigende ontwikkelingen in de bezorgende melkdetailhande1 hebben ertoe geleid dat het Bedrijfschap Detai1handel in Me1k, Me1k- en Zuive1produkten een onderzoek heeft doen instel1en naar de omvang en de oorzaken van de problemen, die zich in deze bedrijfstak voordoen. In het Kader van het structuuronderzoek nieuwe stijl zou ernaar moeten worden gestreefd om op zo kort mogelijke termijn tot een inzicht in de situatie van de branche en tot zo concreet mogelijke aanbevelingen te komen. Bij de uitvoering van het onderzoek kon worden beschikt over aankoopgegevens uit het nationaal consumentenpane1 van het Nederlands Instituut voor Agrarisch Marktonderzoek over de peri ode 18 mei 1975 - 14 juni 1975. Het Produktschap voor Zuive1 ste1de de gegevens van een enquete onder de bezorgende detailhandel in melk en melkprodukten uit 1974 ter beschikking voor nadere analyse. Door het Economisch Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf werd het basismateriaal van een enquete onder honderd melkslijters uit 1973 voor verdere bewerking beschikbaar gesteld. Het onderzoek werd begeleid door een Beleidscommissie waarin zitting hadden: vertegenwoordigers van het Bedrijfschap Detailhandel in Melk, Melk- en Zuivelprodukten, van het Produktschap voor Zuivel, van particuliere organisaties uit diverse schakels van de bedrijfskolom van melk en melkprodukten, en van de Ministeries van Economische Zaken en van Landbouw en Visserij. Deze commissie stond onder voorzitterschap van Ir. B. van Dam. (zie bijlage 1 voor de samenste1ling van de Beleidscommissie)

Supersymmetry in the shadow of photini

Additional neutral gauge fermions -- "photini" -- arise in string compactifications as superpartners of U(1) gauge fields. Unlike their vector counterparts, the photini can acquire weak-scale masses from soft SUSY breaking and lead to observable signatures at the LHC through mass mixing with the bino. In this work we investigate the collider consequences of adding photini to the neutralino sector of the MSSM. Relatively large mixing of one or more photini with the bino can lead to prompt decays of the lightest ordinary supersymmetric particle; these extra cascades transfer most of the energy of SUSY decay chains into Standard Model particles, diminishing the power of missing energy as an experimental handle for signal discrimination. We demonstrate that the missing energy in SUSY events with photini is reduced dramatically for supersymmetric spectra with MSSM neutralinos near the weak scale, and study the effects on limits set by the leading hadronic SUSY searches at ATLAS and CMS. We find that in the presence of even one light photino the limits on squark masses from hadronic searches can be reduced by 400 GeV, with comparable (though more modest) reduction of gluino mass limits. We also consider potential discovery channels such as dilepton and multilepton searches, which remain sensitive to SUSY spectra with photini and can provide an unexpected route to the discovery of supersymmetry. Although presented in the context of photini, our results apply in general to theories in which additional light neutral fermions mix with MSSM gauginos.Comment: 23 pages, 8 figures, references adde

Measurement of charged particle multiplicities in pppp collisions at s=7{\sqrt{s} =7}TeV in the forward region

The charged particle production in proton-proton collisions is studied with the LHCb detector at a centre-of-mass energy of ${\sqrt{s} =7}$TeV in different intervals of pseudorapidity $\eta$. The charged particles are reconstructed close to the interaction region in the vertex detector, which provides high reconstruction efficiency in the $\eta$ ranges $-2.5<\eta<-2.0$ and $2.0<\eta<4.5$. The data were taken with a minimum bias trigger, only requiring one or more reconstructed tracks in the vertex detector. By selecting an event sample with at least one track with a transverse momentum greater than 1 GeV/c a hard QCD subsample is investigated. Several event generators are compared with the data; none are able to describe fully the multiplicity distributions or the charged particle density distribution as a function of $\eta$. In general, the models underestimate the charged particle production

Measurement of the forward energy flow in pp collisions at &#8730;<span style="text-decoration:overline">s</span>=7 TeV

The energy flow created in pp collisions at s√=7 TeV is studied within the pseudorapidity range 1.9&#60;η&#60;4.9 with data collected by the LHCb experiment. The measurements are performed for inclusive minimum-bias interactions, hard scattering processes and events with an enhanced or suppressed diffractive contribution. The results are compared to predictions given by Pythia-based and cosmic-ray event generators, which provide different models of soft hadronic interactions

Measurement of prompt hadron production ratios in pppp collisions at s=\sqrt{s} = 0.9 and 7 TeV

The charged-particle production ratios $\bar{p}/p$, $K^-/K^+$, $\pi^-/\pi^+$, $(p + \bar{p})/(\pi^+ + \pi^-)$, $(K^+ + K^-)/(\pi^+ + \pi^-)$ and $(p + \bar{p})/(K^+ + K^-)$ are measured with the LHCb detector using $0.3 {\rm nb^{-1}}$ of $pp$ collisions delivered by the LHC at $\sqrt{s} = 0.9$ TeV and $1.8 {\rm nb^{-1}}$ at $\sqrt{s} = 7$ TeV. The measurements are performed as a function of transverse momentum $p_{\rm T}$ and pseudorapidity $\eta$. The production ratios are compared to the predictions of several Monte Carlo generator settings, none of which are able to describe adequately all observables. The ratio $\bar{p}/p$ is also considered as a function of rapidity loss, $\Delta y \equiv y_{\rm beam} - y$, and is used to constrain models of baryon transport.Comment: Incorrect entries in Table 2 corrected. No consequences for rest of pape

Measurement of the inelastic pp cross-section at a centre-of-mass energy of root s=7 TeV

The cross-section for inelastic proton-proton collisions, with at least one prompt long-lived charged particle of transverse momentum $p_{\rm T}>0.2$ GeV/$c$ in the pseudorapidity range $2.0<\eta<4.5$, is measured by the LHCb experiment at a centre-of-mass energy of $\sqrt{s}=7$ TeV. The cross-section in this kinematic range is determined to be $\sigma_{\rm inel}^{\rm acc} = 55.0 \pm 2.4$ mb within the spectrometer acceptance with an experimental uncertainty that is dominated by systematic contributions. Extrapolation to the full phase space, using PYTHIA 6, yields $\sigma_{\rm inel} = 66.9 \pm 2.9 \pm 4.4$ mb, where the first uncertainty is experimental and the second is due to the extrapolation.Comment: 15 pages, 2 figure

First observation of forward Z→bbˉZ \rightarrow b \bar{b} production in pppp collisions at s=8\sqrt{s}=8 TeV

The decay Z→bb¯ is reconstructed in pp collision data, corresponding to 2 fb −1 of integrated luminosity, collected by the LHCb experiment at a centre-of-mass energy of s=8 TeV. The product of the Z production cross-section and the Z→bb¯ branching fraction is measured for candidates in the fiducial region defined by two particle-level b -quark jets with pseudorapidities in the range 2.220 GeV and dijet invariant mass in the range 4520$GeV and dijet invariant mass in the range$45 < m_{jj} < 165$GeV. From a signal yield of$5462 \pm 763$$Z \rightarrow b \bar{b}$events, where the uncertainty is statistical, a production cross-section times branching fraction of$332 \pm 46 \pm 59$pb is obtained, where the first uncertainty is statistical and the second systematic. The measured significance of the signal yield is 6.0 standard deviations. This measurement represents the first observation of the$Z \rightarrow b \bar{b}$production in the forward region of$pp$ collisions

Onderzoek naar de mogelijkheden van de bezorgende melkdetailhandel. Deel 2: Bijlagen

Zie http://hdl.handle.net/1765/1839