618 research outputs found

    Verontreiniging rode aal Nederlandse binnenwateren : monitoring voor sportvisserij 2004-2008

    Get PDF
    Rode aal, ook bekend als Europese paling (Anguilla anguilla) werd gebruikt als bioindicator binnen het monitoringsprogramma 'verontreiniging in vis uit de Nederlandse binnenwateren'. In de afgelopen 5 jaar zijn 65 mengmonsters rode aal met een lengte van 30-40 cm onderzocht op de aanwezigheid van dioxines en dioxineachtige PCB's. Deze alen zijn afkomstig van 38 locaties uit de nederlandse binnenwateren. In 54% van de onderzochte alen zijn normoverschrijdende gehaltes dioxines en / of dioxine-achtige PCB's aangetoond. Aal uit de Roer, Dordsche Biesbosch, Amer, Hollands Diep en verschillende locaties in de grote rivieren is sterk vervuild. In 2007 werd specifiek gekeken naar 40 individuele schieralen gevangen in het Haringvliet. In dit stadium trekt deze relatief oude aal naar zee om zich voort te planten in de Sagossozee

    Contaminanten in vis en schaaldieren uit de Noordzee

    Get PDF
    Het Productschap Vis verzorgt de hygiënecode voor de visafslagen. In deze code moeten mogelijke risico’s van chemische contaminanten in Noordzeevis opgenomen worden, en hoe deze gecontroleerd kunnen worden (HACCP plan). Als basis voor deze hygiënecode is in de huidige studie een evaluatie uitgevoerd van contaminanten in vis en garnalen uit de Noordzee om in kaart te brengen in hoeverre gehalten van contaminanten de van toepassing zijnde productnormen zullen overstijgen. Wanneer dit optreedt, dan mag het product niet verhandeld worden. Hiervoor zijn gehalten van contaminanten in Noordzeevis en garnalen geëvalueerd op basis van monitoringsgegevens uit de periode 2004-2011 die verkregen zijn uit een jaarlijks monitoringsprogramma uitgevoerd door RIKIL

    Schatting percentage schone wolhandkrab in de gesloten gebieden

    Get PDF
    In dit rapport wordt het percentage geschat van de wolhandkrabvangst van beroepsvissers in het gesloten gebied die onder de waarde van 8 pg/g ligt en wel voor consumptie geschikt zou zijn. Het ministerie van EL&I wil daarbij dat voor het gehele gesloten gebied één percentage van wolhandkrab onder de 8 pg som-TEQ/g wordt berekend

    Monitoring perfluor- en organotinverbindingen in kabeljauw- en heeklever 2003 - 2010

    Get PDF
    In 2010 heeft de werkgroep Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRMS) geadviseerd trends van perfluor- en organotinverbindingen te volgen in zeevis in afwachting van officiële normen. De gehalten aan PFOS in kabeljauwlevers, afkomstig uit de Noordzee, bevinden zich in de periode 2003-2009 boven de MKN voor PFOS in biota van 9.1 μg/kg nat gewicht. Bovendien is vanaf 2007 een stijgende lijn waarneembaar voor de gehalten PFOS in kabeljauwlever uit de Noordzee. De monitoring voortzetten voor deze component lijkt daarom zinvol. Voor heeklevers, afkomstig van Zuid-West Ierland, liggen de gehalten voor PFOS in de periode 2003-2010 tevens boven de MKN op één waarde, gemeten in 2008, na

    Onderzoek naar dioxines, dioxine achtige PCB's en indicator-PCB's in paling uit Nederlandse binnenwateren

    Get PDF
    In deze inventariserende studie werden 62 monsters paling uit open water onderzocht op dioxines en PCB’s, afkomstig van 22 verschillende locaties en in meerderheid gebieden waar hoge gehaltes verwacht werden

    Bepaling percentage aal onder de totaal-TEQ limiet in de voor aalvangst gesloten gebieden

    Get PDF
    In de voor aalvangst gesloten gebieden is het gemiddelde gehalte van totaal-TEQ (ToxicEQuivalents; een maat voor de dioxine-achtige toxiciteit) in aal, gemeten in de jaarlijkse monitoring, normoverschrijdend. Op basis hiervan heeft de Staatsecretaris van EL&I, in afstemming met het ministerie van VWS, de vangst van aal in die gebieden verboden. Door de natuurlijke variatie zal een percentage van de aal mogelijk totaal-TEQ gehalten beneden de wettelijke consumptienorm van 12 picogram TEQ/gram versgewicht bevatten. Deze aal is voor consumptie geschikt, maar door het vangstverbod kan deze niet worden gevangen. Het ministerie van EL&I wil deze gederfde inkomsten compenseren. Hiervoor moet worden vastgesteld welk percentage van de vangst van de aalvissers uit deze voor consumptie geschikte aal bestaat. De doelstelling van dit onderzoek is om met behulp van verschillende datasets te schatten welk deel van de potentiele commerciële aalvangst in de gesloten gebieden totaal-TEQ-gehalten bevat beneden de gestelde totaal-TEQ limiet van 12 pg/g vis. Drie datasets zijn al beschikbaar, één dataset is in dit onderzoek verkregen; totaal-TEQ gehalten in 100 individuele alen. Hiermee kan de variabiliteit in het TEQ-gehalte binnen een mengmonster aal worden berekend

    Heritability of the shape of subcortical brain structures in the general population

    Get PDF
    The volumes of subcortical brain structures are highly heritable, but genetic underpinnings of their shape remain relatively obscure. Here we determine the relative contribution of genetic factors to individual variation in the shape of seven bilateral subcortical structures: the nucleus accumbens, amygdala, caudate, hippocampus, pallidum, putamen and thalamus. In 3,686 unrelated individuals aged between 45 and 98 years, brain magnetic resonance imaging and genotyping was performed. The maximal heritability of shape varies from 32.7 to 53.3% across the subcortical structures. Genetic contributions to shape extend beyond influences on intracranial volume and the gross volume of the respective structure. The regional variance in heritability was related to the reliability of the measurements, but could not be accounted for by technical factors only. These findings could be replicated in an independent sample of 1,040 twins. Differences in genetic contributions within a single region reveal the value of refined brain maps to appreciate the genetic complexity of brain structures

    A priori collaboration in population imaging: The Uniform Neuro-Imaging of Virchow-Robin Spaces Enlargement consortium

    Get PDF
    Introduction: Virchow-Robin spaces (VRS), or perivascular spaces, are compartments of interstitial fluid enclosing cerebral blood vessels and are potential imaging markers of various underlying brain pathologies. Despite a growing interest in the study of enlarged VRS, the heterogeneity in rating and quantification methods combined with small sample sizes have so far hampered advancement in the field. Methods: The Uniform Neuro-Imaging of Virchow-Robin Spaces Enlargement (UNIVRSE) consortium was established with primary aims to harmonize rating and analysis (www.uconsortium.org). The UNIVRSE consortium brings together 13 (sub)cohorts from five countries, totaling 16,000 subjects and over 25,000 scans. Eight different magnetic resonance imaging protocols were used in the consortium. Results: VRS rating was harmonized using a validated protocol that was developed by the two founding members, with high reliability independent of scanner type, rater experience, or concomitant brain pathology. Initial analyses revealed risk factors for enlarged VRS including increased age, sex, high blood pressure, brain infarcts, and white matter lesions, but this varied by brain region. Discussion: Early collaborative efforts between cohort studies with respect to data harmonization and joint analyses can advance the field of population (neuro)imaging. The UNIVRSE consortium will focus efforts on other potential correlates of enlarged VRS, including genetics, cognition, stroke, and dementia
    • …
    corecore