101 research outputs found

    Goederen voor diplomatieke betrekkingen; voorwaarde accijnsvrijstelling ongeoorloofd

    Get PDF
    De vennootschap SIA MONO heeft bij de Douane van Letland onder toepassing van de vrijstelling van accijnzen accijnsgoederen (alcohol en sigaretten) aangegeven die door haar bij een Britse vennootschap en het Letse filiaal daarvan waren gekocht voor gebruik in het kader van diplomatieke of consulaire betrekkingen.Na een belastingonderzoek door de Letse belastingdienst is SIA MONO verplicht om accijnzen te betalen voor het in het vrije verkeer brengen van de betrokken goederen omdat niet is voldaan aan de voorwaarde dat de werkelijke ontvanger van de goederen deze rechtstreeks aan de leverancier heeft betaald met niet-contante middelen.De verwijzende rechter heeft aan het HvJ gevraagd of artikel 12 Richtlijn 2008/118 zich tegen denationale regeling verzet. Volgens A-G Rantos is dat het geval. Artikel 12, lid 1, Richtlijn 2008/118 verzet zich tegen een nationale regeling op grond waarvan accijnsvrijstelling wordt geweigerd indien de koperde accijnsgoederen niet daadwerkelijk heeft betaald met niet-contante middelen, zonder dat, met name aan de hand van het certificaat van vrijstelling, kan worden aangetoond dat aan de in artikel 12, lid 1, van deze richtlijn gestelde voorwaarden voor vrijstelling is voldaan.<br/

    Wetvoorstel implementatie richtlijnen accijns 2022

    Get PDF
    De Europese Raad heeft in 2019 en 2020 twee richtlijnen vastgesteld die relevant zijn voor de accijns:• Horizontale accijnsrichtlijn 2020 – Richtlijn 2020/262. Deze richtlijn is vastgesteld op 19 december2019 en betreft een algemene regeling inzake accijns. Het is een herschikking van de huidigehorizontale accijnsrichtlijn 2008/118 uit 2008 (Horizontale accijnsrichtlijn 2008).• Herziene alcoholaccijnsrichtlijn – Richtlijn 2020/1151. Deze richtlijn is vastgesteld op 29 juli 2020 enbetreft een wijziging van de Alcoholaccijnsrichtlijn (Richtlijn 92/83).Tevens heeft de Europese Raad in 2019 een richtlijn vastgesteld die relevant is voor zowel de accijns alsde omzetbelasting:• Richtlijn defensie-inspanningen binnen het Uniekader – Richtlijn 2019/2235. Deze richtlijn isvastgesteld op 16 december 2019 en wijzigt de Btw-richtlijn en de Horizontale accijnsrichtlijn voor watbetreft defensie-inspanningen binnen het Uniekader.Dit wetsvoorstel implementeert deze drie richtlijnen in de nationale wetgeving. Het gaat omimplementatie van bindende EU-rechtshandelingen waarbij weinig tot geen beleidsruimte is. Bij enkeleonderdelen van de Herziene alcoholaccijnsrichtlijn is bij de implementatie sprake van een beperktebeleidsruimte aangezien het facultatieve richtlijnbepalingen betreft. Het gaat om de wijziging van deheffingsgrondslag van de accijns op bier en het al dan niet toepassen van een verlaagd tarief voor (alle)kleine producenten van alcoholische dranken.In deze memorie is toegelicht hoe de beleidsruimte bij die bepalingen is ingevuld. Van de gelegenheidis gebruikgemaakt om de Wet Accijns aan te passen naar de geldende spelling. In de bijlage bijdeze memorie zijn transponeringstabellen opgenomen. Deze geven aan hoe de wijzigingen zijngeïmplementeerd in de Wet Accijns en de Wet OB 1968.Dit wetsvoorstel treedt in werking met ingang van 1 januari 2022. Voor een aantal wijzigingen is in eeninwerkingtreding met een latere datum voorzien

    Can the hunger for new consumption taxes be satisfied?

    Get PDF
    In dit artikel toetst de auteur twee doelstellingen voor een verbruiksbelasting op vlees langs het integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving. Het betreft het financieel compenseren van milieuschade door Nederlandse vleesproductie enerzijds en het ontmoedigen van Nederlandse vleesconsumptie door een financiële prikkel anderzijds. De auteur constateert in beide gevallen veel knelpunten. De meest zorgwekkende zien op de ICT-capaciteit van de Belastingdienst, in het bijzonder de benodigde voorbereidingstijd. Daarnaast de complexiteit omtrent een verbod op afwenteling, in het bijzonder op andere producten daar waar de belasting op hoort te drukken. De auteur concludeert dat een verbruiksbelasting op vlees op nationaal niveau de zogenaamde ‘HUF’-toets niet succesvol doorstaat. De aanbevelingen luiden om te kijken naar – op lange termijn - een Europese, geharmoniseerde variant. Op kortere termijn kan worden bezien of relevante betrokken partijen een zogenaamde ‘vleescode’ kunnen opstellen (naar de bestaande alcoholcode), waarin bijvoorbeeld een verbod op reclame of exorbitante kortingen kan worden geregeld

    Prejudiciële vragen over de verschuldigdheid van accijns door de persoon die betrokken is bij het vervoer van accijnsgoederen onder begeleiding van een vals (reeds voor een eerdere zending gebruikt) geleidedocument zonder dat de desbetreffende vervoerder daar wetenschap van of een juridisch of economisch belang bij heeft.

    Get PDF
    Een zelfstandige (feitelijk) vervoerder van 26 paletten bier wordt aan de grens van het Verenigd Koninkrijk gecontroleerd en uit deze controle blijkt dat het ARC-nummer onder begeleiding waarvan de goederen worden vervoerd, al voor een eerdere zending is gebruikt. Het onderhavige vervoer wordt daardoor geacht niet onder een schorsingsregeling plaats te vinden en Britse accijns is verschuldigd bij aankomst van de goederen in het Verenigd Koninkrijk. De Britse belasting- en douanedienst en de vervoerder verschillen van mening over de vraag of deze naheffingsaanslag aan de laatste kan worden opgelegd. De vervoerder heeft geen toegang tot EMCS en daarom geen mogelijkheid om het ARC-nummer op geldigheid te controleren.Bovendien heeft de vervoerder geen juridisch of economisch belang bij de accijnsgoederen. Het Hof van Justitie oordeelt echter dat de Uniewetgever een ruime omschrijving heeft willen geven van de categorie van personen die in dergelijke gevallen tot voldoening van de accijns gehouden zijn, zodat de inning van de betreffende accijns zoveel mogelijk wordt gewaarborgd. De vervoerder kan gehouden worden de accijns te betalen, ook al wist hij niet dat het om accijnsgoederen zou gaan of dat de accijns wel of niet al over de vervoerde accijnsgoederen was voldaan

    Wettelijke bevoegdheid van de MvF om de accijnstarieven jaarlijks vast te stellen op basis van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs van het voorafgaande kalenderjaar

    Get PDF
    Dit betreft een proefprocedure over de berekening van de gewijzigde (verhoogde) accijnstarieven met ingang van 1 april 2015. Op grond van artikel 36 van de Wet op de accijns (WA) is de Minister van Financiën bevoegd en gehouden omjaarlijks de accijnstarieven te toetsen. Voldoet de hoogte van de tarieven niet aan de daarvoor gestelde voorwaarden, dan worden de tarieven voor het volgende kalenderjaar aangepast. Naast deze jaarlijkse tariefswijzigingen bestaat ook eenmogelijkheid om accijnstarieven (op een ander moment) te verhogen; de zogenaamde autonome tariefswijziging. Op 1 januari 2015 heeft een dergelijke autonome tariefsverhoging plaatsgevonden. De vraag die in sprongcassatie aan de Hoge Raad wordt voorgelegd is of de berekeningsmethodiek die ten grondslag heeft gelegen aan de verhoging van de accijnstarieven met ingang van 1 april 2015, een wettelijke grondslag heeft. De Hoge Raad oordeelt dat de wetswijzigingen weliswaar duidelijkheid ontberen, maar dat deze niet hebben geleid tot te hoog vastgestelde accijnstarieven
    • …
    corecore