25 research outputs found

    Steenmeel in droge bossen

    Get PDF
    Op grote schaal treedt op de hogere zandgronden verminderde vitaliteit van bomen en zelfs sterfte van eiken op. Dit komt vooral door droogte en verzuring. Het gebruik van steenmeel in droge bossen zou een oplossing kunnen zijn voor de nadelige effecten van verzuring. In een driejarig OBN-onderzoek is een literatuurstudie gedaan en zijn experimenten uitgevoerd in Het Nationale Park De Hoge Veluwe en in het Mastbos (Breda). In deze veldwerkplaats zijn de resultaten gepresenteerd van dit onderzoek naar het effect van steenmeel op de vitaliteit, groei en vegetatie van eiken, op de bodem- en de bladchemie en op het bodemleven in eikenbossen. Het toepassen van steenmeel lijkt veelbelovend na drie jaar experimenteren, maar meer onderzoek is gewenst. Aan een Plan van Aanpak voor de toediening van steenmeel in de praktijk wordt gewerkt. In het Nationale Park De Hoge Veluwe zijn de experimenten en andere eikenpercelen in de praktijk bekeken en bediscussieerd

    高効率なメモリ順序違反検出機構に関する研究

    Get PDF
    学位の種別: 課程博士審査委員会委員 : (主査)東京大学教授 浅見 徹, 東京大学教授 坂井 修一, 東京大学准教授 田浦 健次朗, 東京大学准教授 豊田 正史, 国立情報学研究所教授 五島 正裕University of Tokyo(東京大学

    Initial soil community drives heathland fungal community trajectory over multiple years through altered plant-soil interactions

    Get PDF
    •Dispersal limitation, biotic interactions and environmental filters interact to drive plant and fungal community assembly, but their combined effects are rarely investigated. •This study examines how different heathland plant and fungal colonization scenarios realized via three biotic treatments ‐ addition of mature heathland derived sod, addition of hay and no additions ‐ affect soil fungal community development over six years along a manipulated pH gradient in a large‐scale experiment starting from an agricultural, topsoil removed state. •Our results show that both biotic and abiotic (pH) treatments had a persistent influence on the development of fungal communities, but that sod additions diminished the effect of abiotic treatments through time. Analysis of correlation networks between soil fungi and plants suggests that the reduced effect of pH in the sod treatment, where both soil and plant propagules were added, might be due to plant‐fungal interactions since the sod additions caused stronger, more specific, and more consistent connections compared to no addition treatment. •Based on these results, we suggest that the initial availability of heathland fungal and plant taxa, that reinforce each other, can significantly steer further fungal community development to an alternative configuration, overriding otherwise prominent effect of abiotic (pH) conditions

    Steenmeel en natuurherstel: een gelukkige relatie of een risicovolle combinatie?

    Get PDF
    Sinds het midden van de vorige eeuw heeft de Nederlandsenatuur te lijden gehad van overmatige zuur- en stikstofdepositie. Maatregelen om de effecten hiervan te bestrijden, leidden niet altijd tot het gewenste resultaat en hadden soms dermate sterke neveneffecten dat ze eerder ongewenst waren. Sinds kort is steenmeel in beeld als middel dat mogelijk wel de positieve effecten maar niet de neveneffecten heeft. Kennis over de effecten vansteenmeel op gedegradeerde natuur en bos is echter nog lang geen gemeengoed. Op 18 februari 2019 organiseerden de VBNE en het OBN Deskundigen team Droog zandlandschap een discussiedag voor onderzoekers en andere direct betrokkenen rond het onderwerp “Steenmeel als herstelmaatregel” om kennis, inzichten en onzekerheden rond dit thema uit te wisselen en mogelijke richtlijnen te bespreken voor een eventuele toepassing van steenmeel als herstelmaatregel in natuurgebieden

    Na het zuur geen zoet? : Bodemverzuring in droog zandlandschap blijvend probleem

    No full text
    Dit artikel vat de huidige stand van de kennis samen over de gevolgen van hoge stikstofdepositie op de bodem van het droog zandlandschap en beschrijft mogelijke of nog te ontwikkelen herstelmaatregelen.Daarvoor worden eerst de processen van bodembuffering en -verzuring beschreven, aangezien begrip daarvan essentieel is om tot duurzaam herstel van kenmerkende biodiversiteit te kome

    Groen in de ouderenzorg : verkennend onderzoek naar activiteiten gericht op natuurbeleving bij ouderen

    No full text
    Dit rapport gaat in op de vraag of natuurbeleving een heilzame werking op ouderen heeft. Daarbij is geïnventariseerd wat voor 'groene' activiteiten nu georganiseerd worden binnen de intramurale zorg. Opdrachtgever voor dit onderzoek is de Stichting Natuurlijk Genieten (SNG). Deze stichting zet zich in voor natuurbeleving bij ouderen in de intramurale zorg, onder andere door het geven van cursussen voor activiteitenbegeleiders en vrijwilligers. De stichting wil daarom graag weten of de waarde van natuurbeleving bij ouderen wetenschappelijk onderbouwd kan worden. Daarnaast wil zij zicht krijgen op wat voor natuur- of groenactiviteiten er tot nog toe in Nederland georganiseerd zijn of worden. Het onderzoek is daarom ook opgedeeld in twee delen. Het eerste deel gaat in op de meerwaarde van natuurbeleving bij ouderen (75+ in de intramurale zorg). Of deze meerwaarde op een wetenschappelijke manier te onderbouwen is, is onderzocht met behulp van een bronnenonderzoek. Het tweede deel omvat een inventarisatie van de huidige initiatieven op het gebied van natuuractiviteiten in zorginstellingen. Deze inventarisatie is gemaakt op basis van de resultaten uit telefonische vraaggesprekken met activiteitenbegeleiders van veertig intramurale zorginstellingen (verzorgings- en verpleeghuizen), verspreid over Nederland. Uit de literatuurstudie komt naar voren dat oudere mensen over het algemeen gevoeliger zijn voor hun omgeving dan jongeren, en vaker te maken krijgen met eenzaamheid, depressie of dementie. Daarom hebben juist zij baat bij natuuractiviteiten, zoals een groenkamer, tuintherapie en / of contact met dieren. Het blijkt dat de positieve effecten van natuuractiviteiten op te delen zijn in zes categorieën: Herinneringen, vervulling sociale behoeften, gevoel van eigenwaarde, stimulering zintuigen, genezing en opdoen van kennis. Deze categorieën zijn gebruikt om de resultaten van de telefonische vraaggesprekken te structureren. Het blijkt dat 88% van de ondervraagde instellingen natuuractiviteiten organiseert. De meest voorkomende activiteiten zijn bloemschikken (95%), natuurfilms bekijken (70%), wandelen (68%) en seizoenstafels maken (60%). Door zulke activiteiten te rangschikken binnen de zes genoemde categorieën, valt op dat niet alle mogelijke positieve effecten van natuuractiviteiten benut worden. Zo worden er maar weinig activiteiten georganiseerd die vallen onder de categorieën 'Opdoen van kennis ' en 'Stimulering zintuigen'. Uit de gegevens die met het bronnenonderzoek en de telefonische vraaggesprekken verzameld zijn, wordt geconcludeerd dat natuuractiviteiten zeker belangrijke positieve effecten hebben op de deelnemende ouderen. Of natuuractiviteiten een meerwaarde hebben ten opzichte van andere activiteiten is echter sterk persoonsafhankelijk. Daarom wordt aan intramurale zorginstellingen aangeraden om zowel natuuractiviteiten als andersoortige activiteiten aan te bieden

    Kansen voor heischraal grasland in het Heuvelland : overzicht van kansrijke uitbreidingslocaties en herstelexperimenten

    No full text
    In het kader van Natura 2000 worden in Europees perspectief zeldzame soorten en vegetatietypen in Nederland beschermd. De heischrale graslanden van het Limburgse Heuvelland zijn daar een goed voorbeeld van. Dit habitattype biedt onderdak aan tal van bijzondere planten en diersoorten, die voor hun voortbestaan afhankelijk zijn van een veerkrachtig systeem. Daarom is het alarmerend dat het areaal heischraal grasland de afgelopen decennia sterk is afgenomen. Uitbreiding is brood nodig. In dit onderzoek is gezocht naar geschikte gebieden voor de uitbreiding van het areaal heischraal grasland. Het goede nieuws is dat er verschillende kansrijke locaties zijn gevonden. Ook de proeven met het afgraven van de fosfaatrijke bodem en het inzaaien van specifieke zaadmengsels geven een hoopvol beeld. In de toekomst moet blijken of de het nieuwe heischrale grasland zich duurzaam zal handhaven

    Steenmeel in droge bossen

    No full text
    Op grote schaal treedt op de hogere zandgronden verminderde vitaliteit van bomen en zelfs sterfte van eiken op. Dit komt vooral door droogte en verzuring. Het gebruik van steenmeel in droge bossen zou een oplossing kunnen zijn voor de nadelige effecten van verzuring. In een driejarig OBN-onderzoek is een literatuurstudie gedaan en zijn experimenten uitgevoerd in Het Nationale Park De Hoge Veluwe en in het Mastbos (Breda). In deze veldwerkplaats zijn de resultaten gepresenteerd van dit onderzoek naar het effect van steenmeel op de vitaliteit, groei en vegetatie van eiken, op de bodem- en de bladchemie en op het bodemleven in eikenbossen. Het toepassen van steenmeel lijkt veelbelovend na drie jaar experimenteren, maar meer onderzoek is gewenst. Aan een Plan van Aanpak voor de toediening van steenmeel in de praktijk wordt gewerkt. In het Nationale Park De Hoge Veluwe zijn de experimenten en andere eikenpercelen in de praktijk bekeken en bediscussieerd
    corecore