25 research outputs found
Whitepaper Lerarentekorten: Over oorzaken, beleid en oplossingen
In dit whitepaper richten we ons op de oplopende lerarentekorten die een steeds groter maatschappelijk probleem vormen. In diverse adviezen is aangedrongen op meer landelijke regie op de maatregelen om deze tekorten terug te dringen, rekening houdend met verschillen in regionale situaties. Recent hebben de ministers van OCW hiertoe beleid ontwikkeld. Daarbij wordt niet alleen ingezet op meer regie, maar ook op meer uitgewerkte kaders voor HRM-beleid in het onderwijs, meer tijd voor leraren door het beter benutten van de kaders voor het organiseren van de onderwijstijd, en meer ruimte voor professionele ontwikkeling van leraren. In onze bijdrage aan de discussie formuleren we een aantal aangrijpingspunten om het beleid gericht op het terugdringen van de lerarentekorten verder te ontwikkelen. Analyses van de oorzaken van het lerarentekort vormen daarbij het startpunt
Ontwikkelgesprekken voor een integrale begeleidings- en beoordelingspraktijk van leraren-in-opleiding
Het Opleidingshuis is een leergemeenschap op de werkplek waar betrokkenen vanuit lerarenopleidingen en school actief zijn. Er wordt bewust gekozen voor een integrale aanpak van begeleiden en beoordelen van leraren-in-opleiding. Deze aanpak wordt concreet in ontwikkelgesprekken die halfjaarlijks met leraren-in-opleiding gevoerd worden. In dit artikel wordt zichtbaar gemaakt in welke context deze ontwikkelgesprekken gevoerd worden en onder welke voorwaarden deze integrale benadering van begeleiden en beoordelen vorm krijgt in de gesprekken. Het bestuderen van de gesprekken maakt duidelijk dat er verschillende mediërende factoren zijn in het hanteren van de spanning tussen begeleiden en beoordelen. Deze moeten in samenhang worden beschouwd. De bekwaamheden van opleiders als ‘boundary crossers’ zijn direct van toepassing voor het afwegen van opleidingseisen en verschillende andere referentiekaders. En de gelijkwaardigheid van betrokkenen in het ontwikkelgesprek heeft een wisselwerking met de school als lerende gemeenschap. Onze analyse biedt inzichten aan partnerschappen waarin het integraal begeleiden en beoordelen van leraren-in-opleiding beoogd wordt
Utilising previous professional expertise by second-career teachers: Analysing case studies using the lens of transfer and adaptive expertise
Second-career teachers (SCTs) may contribute to quality of education by utilising their previous professional expertise (PPE). However, case studies show contradictory examples of beneficial and hindering influence of apparently similar PPE while SCTs become proficient in their new teaching job. Aiming to understand beneficial or hindering utilisation of PPE, this qualitative literature study applies concepts of transfer and adaptive expertise as lens to analyse 41 case studies reporting on utilisation of PPE by SCTs. Results suggest that adaptive expertise developed during previous career impacts beneficial utilisation of PPE, while support for utilising PPE is often perceived as insufficient
Rolmodellen versterken adaptieve expertise ontwikkeling van studenten
In deze bijdrage van de Universiteit Utrecht wordt beschreven hoe docenten van de lerarenopleiding adaptieve expertise voorleven om de ontwikkeling van adaptieve expertise van studenten te ondersteune
AE World Café: Ontwikkelen van adaptieve expertise door werkplekleren in het hoger onderwijs.
In het Adaptieve Expertise World café geven we deelnemers inzicht in de manieren waarop studenten in het hoger onderwijs middels werkplekleren adaptieve expertise ontwikkelen. Adaptieve expertise (AE) is het vermogen van professionals om om te kunnen gaan met veranderingen en vernieuwingen. Het is een uitdaging voor het hoger onderwijsinstellingen en de beroepspraktijk het onderwijs te (her-)ontwerpen met het oog op AE. In een groot project over adaptieve expertise hebben we een initiële programma theorie ontwikkeld dat gaat over: (1) de relatie tussen studentkenmerken en AE, (2) de invloed van de authenticiteit en complexiteit van taken en AE, (3) interactie met anderen en AE en (4) het leerwerkklimaat en AE. Onze volgende stap is het aanscherpen van de initiële programma theorie middels informatie uit case studies. In het Wold café stellen we een selectie van vier cases centraal en gaan we in twee rondes de cases middels een dialoog uitdiepen. Vervolgens scherpen we in een gezamenlijk gesprek onder leiding van een referent de initiële programma theorie aan. Dit vormt input voor verdere synthese en geeft deelnemers inspiratie over de ontwikkeling van AE tijdens werkplekleren en de verschillende factoren die daarin een rol spelen
AE World Café: Ontwikkelen van adaptieve expertise door werkplekleren in het hoger onderwijs.
In het Adaptieve Expertise World café geven we deelnemers inzicht in de manieren waarop studenten in het hoger onderwijs middels werkplekleren adaptieve expertise ontwikkelen. Adaptieve expertise (AE) is het vermogen van professionals om om te kunnen gaan met veranderingen en vernieuwingen. Het is een uitdaging voor het hoger onderwijsinstellingen en de beroepspraktijk het onderwijs te (her-)ontwerpen met het oog op AE. In een groot project over adaptieve expertise hebben we een initiële programma theorie ontwikkeld dat gaat over: (1) de relatie tussen studentkenmerken en AE, (2) de invloed van de authenticiteit en complexiteit van taken en AE, (3) interactie met anderen en AE en (4) het leerwerkklimaat en AE. Onze volgende stap is het aanscherpen van de initiële programma theorie middels informatie uit case studies. In het Wold café stellen we een selectie van vier cases centraal en gaan we in twee rondes de cases middels een dialoog uitdiepen. Vervolgens scherpen we in een gezamenlijk gesprek onder leiding van een referent de initiële programma theorie aan. Dit vormt input voor verdere synthese en geeft deelnemers inspiratie over de ontwikkeling van AE tijdens werkplekleren en de verschillende factoren die daarin een rol spelen
Experiences of continuity and discontinuity in student teachers' development
The first two studies in this dissertation show that student teacher development can be characterized as idiosyncratic and unpredictable when it comes to feelings of (in)consistency in and over time. The vocational self-concepts of student teachers at the start of teacher education differ significantly in terms of which past perceptions and future expectations are considered relevant attributes for the profession. This calls for attention to individual student teachers’ sense-making and the experience of (dis)continuity when studying and designing teacher education programs. Also, vocational self-concepts of student teachers were found to change throughout teacher education, both in terms of when and how past perceptions, future expectations and associated feelings of (dis)continuity change. This calls for continued alertness towards changes in student teachers’ sense-making and efforts to customize supervision accordingly. The third and fourth study in this dissertation showed that discontinuity can have a function in developmental progress, as long as it is counterbalanced with (future) experiences of continuity in supervision conversations. Both studies illustrated how personal and complex problems are a part of student teachers’ development and, therefore, teacher educators’ supervision. This calls for acknowledging that a sense of inconsistency can have a meaningful role in developmental progress: embracing uncertainty and doubt can be a valuable ingredient of elongated development, as long as it is expected that a sense of consistency can be reestablished
Experiences of continuity and discontinuity in student teachers' development
The first two studies in this dissertation show that student teacher development can be characterized as idiosyncratic and unpredictable when it comes to feelings of (in)consistency in and over time. The vocational self-concepts of student teachers at the start of teacher education differ significantly in terms of which past perceptions and future expectations are considered relevant attributes for the profession. This calls for attention to individual student teachers’ sense-making and the experience of (dis)continuity when studying and designing teacher education programs. Also, vocational self-concepts of student teachers were found to change throughout teacher education, both in terms of when and how past perceptions, future expectations and associated feelings of (dis)continuity change. This calls for continued alertness towards changes in student teachers’ sense-making and efforts to customize supervision accordingly. The third and fourth study in this dissertation showed that discontinuity can have a function in developmental progress, as long as it is counterbalanced with (future) experiences of continuity in supervision conversations. Both studies illustrated how personal and complex problems are a part of student teachers’ development and, therefore, teacher educators’ supervision. This calls for acknowledging that a sense of inconsistency can have a meaningful role in developmental progress: embracing uncertainty and doubt can be a valuable ingredient of elongated development, as long as it is expected that a sense of consistency can be reestablished