2 research outputs found
Koolstofvoorraad in de bodem van Nederland (1998-2018) : CC-NL
De 1392 locaties van de Landelijke Steekproef Kaarteenheden werden na circa 20 jaar opnieuw bezocht om onder meer het gehalte aan organische stof en de dichtheid te bepalen. Het gehalte aan organische stof in de laag van 0 tot 30 cm blijkt tussen circa 1998 en 2018 significant te zijn afgenomen: van 6,85 naar 6,43%. In de laag van 30 tot 100 cm werd een significante afname gevonden van 7,82 naar 5,11%. Ook de koolstofvoorraden in de Nederlandse bodem bleken in de periode tussen circa 1998 en 2018 significant te zijn afgenomen. Binnen 24 deelgebieden naar bodem en landgebruik kon in bijna alle gevallen geen significante verandering worden aangetoond. Voor het deel van Nederland dat op de bodemkaart als minerale grond is gekarteerd, kon ook geen significante verandering in het gehalte aan organische stof worden aangetoond. De resultaten geven aan dat een verklaring voor afname van het landelijk gemiddelde gehalte aan organische stof ligt in oxidatie van veen en moerig materiaal. Met de ervaringen van de meetcampagne in 2018 kan de toekomstige monitoring voor post-2020 LULUCF-rapportages ter hand worden genomen, waarbij aandacht nodig is voor de effecten van veranderend landgebruik, de effecten van diepe grondbewerking, veranderingen in bodemdichtheid en de hoogte van de koolstofratio (verhouding koolstof-organische stof). Bovendien geven de resultaten aan in welke gebieden een extra meetinspanning nodig is om nauwkeurige schattingen van koolstofvoorraden en veranderingen daarin te verkrijgen
Koolstofvoorraad in de bodem van Nederland (1998-2018) : CC-NL
De 1392 locaties van de Landelijke Steekproef Kaarteenheden werden na circa 20 jaar opnieuw bezocht om onder meer het gehalte aan organische stof en de dichtheid te bepalen. Het gehalte aan organische stof in de laag van 0 tot 30 cm blijkt tussen circa 1998 en 2018 significant te zijn afgenomen: van 6,85 naar 6,43%. In de laag van 30 tot 100 cm werd een significante afname gevonden van 7,82 naar 5,11%. Ook de koolstofvoorraden in de Nederlandse bodem bleken in de periode tussen circa 1998 en 2018 significant te zijn afgenomen. Binnen 24 deelgebieden naar bodem en landgebruik kon in bijna alle gevallen geen significante verandering worden aangetoond. Voor het deel van Nederland dat op de bodemkaart als minerale grond is gekarteerd, kon ook geen significante verandering in het gehalte aan organische stof worden aangetoond. De resultaten geven aan dat een verklaring voor afname van het landelijk gemiddelde gehalte aan organische stof ligt in oxidatie van veen en moerig materiaal. Met de ervaringen van de meetcampagne in 2018 kan de toekomstige monitoring voor post-2020 LULUCF-rapportages ter hand worden genomen, waarbij aandacht nodig is voor de effecten van veranderend landgebruik, de effecten van diepe grondbewerking, veranderingen in bodemdichtheid en de hoogte van de koolstofratio (verhouding koolstof-organische stof). Bovendien geven de resultaten aan in welke gebieden een extra meetinspanning nodig is om nauwkeurige schattingen van koolstofvoorraden en veranderingen daarin te verkrijgen