Symptoms of Anxiety, Depression, and Aggression in Non-clinical Children: Relationships with Self-report and Performance-based Measures of Attention and Effortful Control

This study investigated the relation between the regulative trait of effortful control, and in particular attention control, and psychopathological symptoms in a sample of 207 non-clinical children aged 8–12 years. For this purpose, children completed self-report scales for measuring regulative traits and various types of psychopathological symptoms (i.e., anxiety, depression, and aggression) and were tested with a neuropsychological battery for measuring attention/effortful control capacity. Results indicated that self-report and performance-based measures of attention/effortful control were at best moderately correlated. Further, it was found that self-report indexes of attention/effortful control were clearly negatively related to psychopathological symptoms, which provides support for the notion that low regulation is associated with higher levels of psychopathology. Finally, the performance-based measure of attention/effortful control was not convincingly related to psychopathological symptoms

Exemplary urban practitioners' . Professionals who make the difference in urban renewal

In our research, a joint project with Tilburg University and commissioned by NICIS, a scientific knowledge centre for the Dutch cities, our aim was to investigate the qualities of selected practitioners in their working context, namely deprived urban districts. Our research will connect both in method (observation, interview and text analysis) as in chosen perspective (daily and intersubjective interactions in institutional settings) to two current and lively debates in mainly British and American research on urban policy. The first one deals with the emergence of new forms of institutional arrangements (governance) and neo-liberal strategies of urban policy. The second debate is on the use of a social constructionist paradigm in 'housing studies'. In this debate urban renewal is not seen as a neutral and value-free domain, but as an expression and result of political influence and power strategies. Professionals and residents working in community organizations (protoprofessionals) try to find ways to express their personal ambitions and qualities and to shape the space around them. In our paper we give a theoretical description of this \u91new (proto-) professional\u92 and illustrate this practice with empirical case studies of 3 of these (proto-) professionals working in deprived districts in The Hague, The Netherlands. What they have in common is their attention to everyday life (in deprived urban districts) and a holistic problem orientation. They take part in relevant governance processes of policy making, but are not detained by the systematic and logic of their organization or by bureaucratic rationality. In the actual policy of neighborhood renewal this \u91exemplary urban practitioner\u92 gets/takes a new, integrated task to solve complex problems bottom up, and finds challenges in the everyday life in urban communities

Verzorgingstehuis of een alternatief?: De mening van ouderen over een woon- en zorgvoorziening in Leiden-Noord

De realisering van het nieuw te bouwen verzorgingstehuis Zijloever in Leiden-Noord verkeert al jaren in een impasse. Eind 1986 ontstond een mogelijkheid iets aan de oplossing van dit probleem te doen. Die oplossing zou dan dienen in te spelen op nieuwe zorginhoudelijke ideeën, waardoor meer mogelijkheden voor langer zelfstandig wonen geschapen worden. Een ambtelijke werkgroep 'Alternatief Zijloever' is aan de slag gegaan en heeft modellen ontworpen voor een woon- en zorgvoorziening als alternatief voor het verzorgingstehuis. Ook heeft de werkgroep van begin af aan uitgesproken dat de wijkbewoners bij de ideeënontwikkeling moeten worden betrokken. Het RIW is benaderd om de meningen van ouderen in Leiden-Noord te peilen. Vanwege de geringe tijd die beschikbaar is, heeft het RIW het ROV bij de peiling betrokken met als taak de woon-, leef- en zorgverleningssituatie in Leiden in kaart te brengen. Om voorlichtingsbijeenkomsten en meermalige groepsgesprekken met ouderen in een zeer korte tijd goed te organiseren was de medewerking van het Gecoördineerd Bejaardenwerk in Leiden-Noord onontbeerlijk. Op deze plaats bedanken we Marian Boer en Daan Ike die met grote inzet dit werk verricht hebben. Er waren drie maanden beschikbaar voor dit onderzoek. Deze periode was net voldoende om een indicatief beeld te krijgen. Want de peiling onder ouderen betekent behalve het interviewen van individuele ouderen, het houden van meermalige groepsgesprekken. Dat vergt nogal wat van de betrokken ouderen: ze hebben er veel tijd en energie ingestoken om ons te vertellen wat ze vinden van de situatie in Leiden-Noord en van de modellen van de ambtelijke werkgroep. We hebben dan ook grote waardering voor hun inzet bij deze meningspeiling