Healthy lifestyle of people with intellectual disabilities

A healthy lifestyle is important in several ways, however living healthy is difficult. It is even more difficult for people with intellectual disabilities to achieve and maintain a healthy lifestyle. In the Netherlands these people often live or work within healthcare organizations. Promoting and supporting a healthy lifestyle is an important part of healthcare support. However, it has proved very difficult in practice to consistently introduce developed programs into daily support. The aim of this research was to contribute to the implementation of healthy lifestyle within healthcare organizations. Scientifically substantiated points for improvement and a set of questionnaires were provided for this.The developed set of questionnaires consists of a checklist with the essential criteria for implementation of lifestyle interventions, the supplemented Measuring Instrument to measure Determinants of Innovations (MIDI) for evaluation of lifestyle interventions aimed at people with intellectual disabilities and a short, practical questionnaire to measure the attitude about supporting healthy exercise of direct support persons. All aspects and the set of measuring instruments were integrated in a Plan-Do-Check-Act cycle.The questionnaires can be used to gain insight into the improvement points of the lifestyle approach of organizations. The MIDI can support in the development and evaluation of interventions. And with the attitude questionnaire, courses for direct support persons can be used and developed in a more targeted manner. It is recommended to use the set of questionnaires in a process of recurring attention within a network approach. This can continuously improve the quality of healthy lifestyle support

School in Bos, een ervaring voor het leven? : Invloed van de natuurwerkweek in Wilhelminaoord op de korte en lange termijn

School in Bos, het buitencentrum van de Gemeente Den Haag, organiseert al meer dan veertig jaar natuurwerkweken voor kinderen van groep 7 en 8 van ruim honderd Haagse basisscholen. Sinds 1974 hebben ongeveer 80.000 kinderen een natuurwerkweek beleefd op het buitencentrum in Wilhelminaoord, Drenthe. De kern van het programma bestaat uit de hoofdthema’s veldbiologie, prehistorie en landschappen en is sinds de oprichting van het buitencentrum in grote lijnen hetzelfde gebleven. Medewerkers van School in Bos ervaren enthousiasme bij de kinderen tijdens de natuurwerkweek. Om meer inzicht te krijgen in de invloed van de natuurwerkweek op de deelnemers, op zowel de korte als de lange termijn, heeft de Stichting Vrienden van School in Bos een onderzoek aangevraagd bij de Wetenschapswinkel van Wageningen University & Research. Opzet onderzoek: In het onderzoek op de korte termijn is nagegaan wat de invloed van de natuurwerkweek is op houding, gedrag en kennis van de basisschoolleerlingen, de huidige deelnemers, op het gebied van natuur en milieu. In het onderzoek op de lange termijn is onderzocht wat de invloed van de natuurwerkweek is op natuurverbondenheid en verantwoordelijkheid voor natuur en milieu van oud-deelnemers. Er is voor een combinatie van onderzoek op zowel de korte als de lange termijn gekozen om zicht te krijgen op de effecten die zich direct manifesteren en effecten die zich later manifesteren en om deze vervolgens te kunnen vergelijken. Dit onderzoek biedt een waardevolle aanvulling op bestaand onderzoek, omdat er weinig (Nederlands) onderzoek is gedaan naar de effecten van meerdaagse buitenprogramma’s op de korte en de lange termijn

Underdiagnosis of foodborne hepatitis a, the Netherlands, 2008-2010

Outbreaks of foodborne hepatitis A are rarely recognized as such. Detection of these infections is challenging because of the infection's long incubation period and patients' recall bias. Nevertheless, the complex food market might lead to reemergence of hepatitis A virus outside of disease-endemic areas. To assess the role of food as a source of infection, we combined routine surveillance with real-time strain sequencing in the Netherlands during 2008-2010. Virus RNA from serum of 248 (59%) of 421 reported case-patients could be sequenced. Without typing, foodborne transmission was suspected for only 4% of reported case-patients. With typing, foodborne transmission increased to being the most probable source of infection for 16%. We recommend routine implementation of an enhanced surveillance system that includes prompt forwarding and typing of hepatitis A virus RNA isolated from serum, standard use of questionnaires, data sharing, and centralized interpretation of data

Supporting a healthy lifestyle of people with intellectual disabilities: the improvement of supportive environments

Symposium within the conferenc

Workshop: Gezond leven voor mensen met een verstandelijke beperking

Inhoud workshop: Samen met de deelnemers van de workshop gaan we ontdekken op welke manier mensen met een verstandelijke beperking gezond kunnen leven. Wat is daarin de rol van de professional? En hoe kunnen we mensen met een verstandelijke beperking hierin voldoende ondersteunen? Welke manieren lijken te werken? En wat doe jij zelf al in de dagelijkse praktijk? Kunnen er ook dingen worden geleerd van andere kwetsbare doelgroepen, geldt voor hen hetzelfde en op dezelfde manier?Indeling van de workshop: We gaan gebruik maken van interactieve methodes om eerst te onderzoeken welk beeld er onder deelnemers heerst, over het ondersteunen van een gezonde leefstijl. Vervolgens zal er kort worden besproken wat er uit onderzoek komt: welke manieren werken om mensen met een verstandelijke beperking gezond te laten leven? Daarna wordt er kennis gemaakt met praktische methoden (technieken) om gezond leven te stimuleren. Met deze technieken gaan deelnemers zelf praktisch aan de slag: welke techniek gebruik je al in de dagelijkse praktijk? Welke lijkt je geschikt om te gaan gebruiken? En hoe ga je daar morgen mee aan de slag

School in Bos, een ervaring voor het leven? : Invloed van de natuurwerkweek in Wilhelminaoord op de korte en lange termijn

School in Bos, het buitencentrum van de Gemeente Den Haag, organiseert al meer dan veertig jaar natuurwerkweken voor kinderen van groep 7 en 8 van ruim honderd Haagse basisscholen. Sinds 1974 hebben ongeveer 80.000 kinderen een natuurwerkweek beleefd op het buitencentrum in Wilhelminaoord, Drenthe. De kern van het programma bestaat uit de hoofdthema’s veldbiologie, prehistorie en landschappen en is sinds de oprichting van het buitencentrum in grote lijnen hetzelfde gebleven. Medewerkers van School in Bos ervaren enthousiasme bij de kinderen tijdens de natuurwerkweek. Om meer inzicht te krijgen in de invloed van de natuurwerkweek op de deelnemers, op zowel de korte als de lange termijn, heeft de Stichting Vrienden van School in Bos een onderzoek aangevraagd bij de Wetenschapswinkel van Wageningen University & Research. Opzet onderzoek: In het onderzoek op de korte termijn is nagegaan wat de invloed van de natuurwerkweek is op houding, gedrag en kennis van de basisschoolleerlingen, de huidige deelnemers, op het gebied van natuur en milieu. In het onderzoek op de lange termijn is onderzocht wat de invloed van de natuurwerkweek is op natuurverbondenheid en verantwoordelijkheid voor natuur en milieu van oud-deelnemers. Er is voor een combinatie van onderzoek op zowel de korte als de lange termijn gekozen om zicht te krijgen op de effecten die zich direct manifesteren en effecten die zich later manifesteren en om deze vervolgens te kunnen vergelijken. Dit onderzoek biedt een waardevolle aanvulling op bestaand onderzoek, omdat er weinig (Nederlands) onderzoek is gedaan naar de effecten van meerdaagse buitenprogramma’s op de korte en de lange termijn

Examining determinants of lifestyle interventions targeting persons with intellectual disabilities supported by health care organizations: usability of the MIDI

Background: Due to complex processes of implementation of innovations aimed at persons with intellectual disabilities in healthcare organizations, lifestyle interventions are not used as intended or not used at all. In order to provide insight into determinants influencing this implementation, this study aims to ascertain if the Measurement Instrument for Determinants of Innovations (MIDI) is useful for objectively evaluating implementation. Method: With semi‐structured interviews, data concerning determinants of implementation of lifestyle interventions were aggregated. These data were compared to the determinants questioned in the MIDI. Adaptations to the MIDI were made in consultation with the author of the MIDI. Results: All determinants of the MIDI, except for that concerning legislation and regulations, were represented in the interview data. Determinants not represented in the MIDI were the level of intellectual disabilities, suitability of materials and physical environment, multi‐levelness of interventions and several persons who could be involved in the intervention, such as direct support persons (DSPs), a therapist or family, and the communication between these involved persons. Conclusion: The present authors suggested making adjustments to existing questions of the MIDI in order to improve usability for deployment in organizations that provide care to persons with intellectual disabilities. The adjustments need to be tested with other interventions

Examining determinants of lifestyle interventions targeting persons with intellectual disabilities supported by health care organizations: usability of the MIDI

Background: Due to complex processes of implementation of innovations aimed at persons with intellectual disabilities in healthcare organizations, lifestyle interventions are not used as intended or not used at all. In order to provide insight into determinants influencing this implementation, this study aims to ascertain if the Measurement Instrument for Determinants of Innovations (MIDI) is useful for objectively evaluating implementation. Method: With semi‐structured interviews, data concerning determinants of implementation of lifestyle interventions were aggregated. These data were compared to the determinants questioned in the MIDI. Adaptations to the MIDI were made in consultation with the author of the MIDI. Results: All determinants of the MIDI, except for that concerning legislation and regulations, were represented in the interview data. Determinants not represented in the MIDI were the level of intellectual disabilities, suitability of materials and physical environment, multi‐levelness of interventions and several persons who could be involved in the intervention, such as direct support persons (DSPs), a therapist or family, and the communication between these involved persons. Conclusion: The present authors suggested making adjustments to existing questions of the MIDI in order to improve usability for deployment in organizations that provide care to persons with intellectual disabilities. The adjustments need to be tested with other interventions