47 research outputs found
Combining economic and social goals in the design of production systems by using ergonomics standards
In designing of production systems, economic and social goals can be combined, if ergonomics is integrated into the design process. More than 50 years of ergonomics research and practice have resulted in a large number of ergonomics standards for designing physical and organizational work environments. This paper gives an overview of the 174 international ISO and European CEN standards in this field, and discusses their applicability in design processes. The available standards include general recommendations for integrating ergonomics into the design process, as well as specific requirements for manual handling, mental load, task design, human-computer-interaction, noise, heat, body measurements, and other topics. The standards can be used in different phases of the design process: allocation of system functions between humans and machines, design of the work organization, work tasks and jobs, design of work environment, design of work equipment, hardware and software, and design of workspace and workstation. The paper is meant to inform engineers and managers involved in the design of production systems about the existence of a large number of ISO and CEN standards on ergonomics, which can be used to optimize human well-being and overall system performance.review;standard;standardization;ergonomics;CEN;ISO;human factors;production engineering;production planning
Uptake and distribution of iodine in cucumber, sweet pepper, round, and cherry tomato
Eénderde van de wereldbevolking lijdt aan een tekort aan het essentiële voedingselement jodium. De verrijking van groenten met jodium (biofortificatie) kan dit jodiumtekort helpen voorkomen. Daarom werd het effect bestudeerd van toediening van jodium-verrijkte meststoffen op de jodiumgehalten in komkommer, ronde - en kerstomaten en paprikavruchten, opgekweekt in steenwol met hergebruik van het drainwater
Watervraag glastuinbouw West Nederland en klimaatverandering: Verkenning naar de effecten van klimaatverandering op de watervraag en de watervoorziening voor de glastuinbouw in Midden-West Nederland: een quick scan
Samenvatting In opdracht van de provincie Zuid-Holland is als quick scan de watervraag voan de glastuinbouw in het gebied Midden West-Nederland berekend. Dit is gedaan aan de hand van de areaalgegevens van de landbouwtelling 2009. Het gebied is onderverdeeld in 12 subgebieden die qua structuur, aard van de bedrijven of als geografische eenheid logischerwijze bij elkaar horen. Van deze gebieden is een karakterisering gegeven van de type bedrijven en teelten die daar plaatsvinden. De verschillen in watervraag tussen gewassen is groot , bovendien is er een groot aantal parameters van belang. Om overzicht te krijgen zijn de gewassen ingedeeld in waterverbruiksklassen, die qua teeltwijze, watervraag en met name zoutgevoeligheid bij elkaar horen. Voor de watervraag is in ieder geval van belang onderscheid te maken tussen substraatteelt en grondgebonden teelt. Aangezien de CBS cijfers hierover geen informatie geven is per teelt of teeltcategorie van de CBS data op basis van expert judgement aangemerkt of het substraat- of grondgebonden teelt betreft. Uiteindelijk zijn de waterverbruiksklassen nog weer samengenomen in vier groepen: substraatteelt groenten, substraatteelt bloemen, grondgebonden bloemen en grondgebonden groenten. Uit elke groep is één vertegenwoordiger genomen, waarvoor berekeningen zijn uitgevoerd van de waterbehoefte met het model WATERSTROMEN. De berekeningen zijn gedaan met drie weerjaren: 1967 als een normaal jaar, en twee extreem droge jaren 1976 en 2003, voor drie klimaat scenario’s: de werkelijke situatie (huidig klimaat), het W scenario (warm en nat klimaat) en het W+ scenario (warm en droog). De datasets waren gedeeltelijk afkomstig van de meetstations van het KNMI (Scheveningen, Hoofddorp, De Bilt) en van WUR-glastuinbouw (Naaldwijk). Om de afhankelijkheid van de kwaliteit van het gietwater ook in beeld te brengen zijn alle modelruns gedaan met twee varianten, namelijk met aanvullend water via omgekeerde osmose en suppletie via oppervlaktwater. Er zijn kenmerkende verschillen tussen de regio’s. Afgezien van de verschillen in totale oppervlakte glas komen bepaalde teelten of teeltwijzen in sommige regios sterker voor dan anderen. Ook het verschil in gemiddelde bedrijfoppervlakte is evident. Op deze manier is elke gebied enigszins te karakteriseren. De resultaten geven aan dat in het huidige klimaat, met een weersitiuatie als in 1967, de glastuinbouw nagenoeg volledig zelfvoorzienend is, met uitzondering van de grondgebonden teelten, waar voor een deel (de groenteteelt) bewust oppervlaktewater wordt gebruikt. In extreem droge jaren zoals in 1976 en 2003 neemt de afhankelijkheid van externe bronnen echter sterk toe. Uit hemelwater is dan niet meer dan 65 a 70% dekking mogelijk. De invloed van de klimaatscenarios is veel kleiner dan het efffect van droge of natte jaren. Door de verschillen in (geschat) stralingsniveau is er soms minder water vraag (W) soms iets meer (W+) , maar vooral de verschillen in neerslag werken uit in verschillen in dekkingsgraad. In het W scenario is de situatie soms iets gunstiger dan het huidig scenario, gemiddeld is de uitkomst van dit scenario dat de glastuinbouw iets minder afhankelijk is van aanvullend water dan in het huidig klimaat. In het W+ scenario is er ook voor een normaal jaar onvoldoende dekking (92 – 94%) maar in de extreem droge jaren neemt het af tot <60%
Combining economic and social goals in the design of production systems by using ergonomics standards
In designing of production systems, economic and social goals can be combined, if ergonomics is integrated into the design process. More than 50 years of ergonomics research and practice have resulted in a large number of ergonomics standards for designing physical and organizational work environments. This paper gives an overview of the 174 international ISO and European CEN standards in this field, and discusses their applicability in design proces
LED belichting en Het Nieuwe Telen bj tomaat: Proof of Principle
In dit Proof of Principle project is een belichte tomatenteelt geteeld met als doel 30% energiebesparing bij een gelijke productie. De LEDs hingen in 2 rijen: op ca. 40 cm boven de onderste bladeren en de tweede streng op 40 of op 70 cm hoogte daarboven. Bij de start van de teelt is zoveel licht gebruikt als het gewas aankon, en omdat het gewas zich goed ontwikkelde, is er al relatief vroeg besloten tot het verhogen van de stengeldichtheid. Dit heeft geleid tot een té hoge plantbelasting relatief vroeg in de teelt, terwijl er eigenlijk onvoldoende licht beschikbaar was om het aan te kunnen in de winter met weinig zonlicht. In het 192 cm rijafstanden systeem zijn de planten té dicht bij elkaar komen te staan. In vergelijking met een referentieteelt met 79 kg m-2 tomaten, is er onder productie LEDs 75 kg m-2 tomaten geproduceerd, en 80 kg m-2 bij de interlighting LEDs, vnl. omdat laatst genoemde LEDs langer brandde in de zomer
Associations between depressive symptoms and disease progression in older patients with chronic kidney disease:Results of the EQUAL study
Background: Depressive symptoms are associated with adverse clinical outcomes in patients with end-stage kidney disease; however, few small studies have examined this association in patients with earlier phases of chronic kidney disease (CKD). We studied associations between baseline depressive symptoms and clinical outcomes in older patients with advanced CKD and examined whether these associations differed depending on sex. Methods: CKD patients (≥65 years; estimated glomerular filtration rate ≤20 mL/min/1.73 m2) were included from a European multicentre prospective cohort between 2012 and 2019. Depressive symptoms were measured by the five-item Mental Health Inventory (cut-off ≤70; 0-100 scale). Cox proportional hazard analysis was used to study associations between depressive symptoms and time to dialysis initiation, all-cause mortality and these outcomes combined. A joint model was used to study the association between depressive symptoms and kidney function over time. Analyses were adjusted for potential baseline confounders. Results: Overall kidney function decline in 1326 patients was -0.12 mL/min/1.73 m2/month. A total of 515 patients showed depressive symptoms. No significant association was found between depressive symptoms and kidney function over time (P = 0.08). Unlike women, men with depressive symptoms had an increased mortality rate compared with those without symptoms [adjusted hazard ratio 1.41 (95% confidence interval 1.03-1.93)]. Depressive symptoms were not significantly associated with a higher hazard of dialysis initiation, or with the combined outcome (i.e. dialysis initiation and all-cause mortality). Conclusions: There was no significant association between depressive symptoms at baseline and decline in kidney function over time in older patients with advanced CKD. Depressive symptoms at baseline were associated with a higher mortality rate in men.</p
Associations between depressive symptoms and disease progression in older patients with chronic kidney disease:Results of the EQUAL study
Background: Depressive symptoms are associated with adverse clinical outcomes in patients with end-stage kidney disease; however, few small studies have examined this association in patients with earlier phases of chronic kidney disease (CKD). We studied associations between baseline depressive symptoms and clinical outcomes in older patients with advanced CKD and examined whether these associations differed depending on sex. Methods: CKD patients (≥65 years; estimated glomerular filtration rate ≤20 mL/min/1.73 m2) were included from a European multicentre prospective cohort between 2012 and 2019. Depressive symptoms were measured by the five-item Mental Health Inventory (cut-off ≤70; 0-100 scale). Cox proportional hazard analysis was used to study associations between depressive symptoms and time to dialysis initiation, all-cause mortality and these outcomes combined. A joint model was used to study the association between depressive symptoms and kidney function over time. Analyses were adjusted for potential baseline confounders. Results: Overall kidney function decline in 1326 patients was -0.12 mL/min/1.73 m2/month. A total of 515 patients showed depressive symptoms. No significant association was found between depressive symptoms and kidney function over time (P = 0.08). Unlike women, men with depressive symptoms had an increased mortality rate compared with those without symptoms [adjusted hazard ratio 1.41 (95% confidence interval 1.03-1.93)]. Depressive symptoms were not significantly associated with a higher hazard of dialysis initiation, or with the combined outcome (i.e. dialysis initiation and all-cause mortality). Conclusions: There was no significant association between depressive symptoms at baseline and decline in kidney function over time in older patients with advanced CKD. Depressive symptoms at baseline were associated with a higher mortality rate in men.</p
Weerbaar substraat: praktijkproeven : ontwikkeling toets methodiek en eerste toetsing op gewasschade van tien concepten bij tomaat, komkommer en gerbera
De sector is op zoek naar nieuwe gewas bescherming zoals “weerbaar telen”. Hierbij wordt gestuurd op een ziekte- en plaag onderdrukking via het substraat en op een sterke- en productie verhogende plant. Er werden een tiental concepten onderzocht op fytotoxicit eit. De keuze van de concepten werd gebaseerd op beschikbaarheid van bouwstenen, gebruik in de praktijk, het aanschake len van meerdere mechanismen en experimentele meerwaarde. Het aanschakelen van meerdere mechanismen is belangrijk omdat dit de kans op weerbaarheid verhoogt tegen diverse ziekten en plagen. Ook werden meetmethoden verder uitgewerkt om weerbaarheid van substraat en plant in de praktijk te kunnen meten
University–industry collaboration: using meta-rules to overcome barriers to knowledge transfer
This is the final version of the article. Available from Springer Verlag via the DOI in this record.University–industry knowledge transfer is an important source wealth of creation for all partners; however, the practical management of this activity within universities is often hampered by procedural rigidity either through the absence of decision-making protocols to reconcile conflicting priorities or through the inconsistent implementation of existing policies. This is problematic, since it can impede operational effectiveness, prevent inter-organisational knowledge-creation and hamper organisational learning. This paper addresses this issue by adopting a cross-discipline approach and presenting meta-rules as a solution to aid organisational decision making. It is proposed that meta-rules can help resolve tensions arising from conflicting priorities between academics, knowledge transfer offices and industry and help facilitate strategic alignment of processes and policies within and between organisations. This research contributes to the growing debate on the strategic challenges of managing knowledge transfer and presents meta-rules as a practical solution to facilitate strategic alignment of internal and external stakeholder tensions. Meta-rules has previously only been applied in a computer intelligence context however, this research proves the efficacy of meta rules in a university–industry knowledge transfer context. This research also has practical implications for knowledge transfer office managers who can use meta-rules to help overcome resource limitations, conflicting priorities and goals of diverse internal and external stakeholders