6,664 research outputs found

    Evaluation of the South Yorkshire Restorative Justice programme (SYRJP)

    Get PDF
    The SYRJP was developed in partnership between South Yorkshire Police and the Local Criminal Justice Board (LCJB) with the aim of implementing a county wide model of Restorative Justice (RJ) for use in neighbourhood policing and other community applications. It is aimed at tackling low level crime and anti-social behaviour in neighbourhoods and gives police officers the discretion to use Youth and Adult Restorative disposals as an alternative to prosecution for low level offending behaviour where offenders have no previous convictions, make an admission of guilt and where both offender and victim consent to the RJ process

    Organisatie van geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren : literatuurstudie en internationaal overzicht

    Get PDF
    INTRODUCTIE: In de laatste decennia van de vorige eeuw werden er in de Westerse landen belangrijke hervormingen ingezet in de sector van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). In de GGZ voor volwassenen kwam er geleidelijk een model van “balanced care” (“gebalanceerde zorg”) op de voorgrond: een diversiteit aan diensten biedt de zorg zo kort mogelijk bij de eigen leefwereld van de patiĂ«nt aan, en enkel indien nodig in een instelling. Tegelijkertijd moet men ook een vlotte en naadloze overgang van de ene dienst naar de andere garanderen. Geestelijke gezondheidsproblemen bij kinderen en jongeren zijn niet onfrequent. De WGO (Wereldgezondheidsorganisatie) schat de prevalentie in Westerse landen op ongeveer 20%. Ongeveer 5% zou een klinische tussenkomst nodig hebben. De sector van GGZ voor kinderen en jongeren is pas veel later ontstaan dan deze van de volwassenen, en kent een andere zorgstructuur. Toch dringen de hierboven geschetste hervormingsprincipes ook hier door. Bovendien dient zorg voor kinderen en jongeren vaak over de grenzen van de GGZ sector heen te gebeuren, bijvoorbeeld door de huisarts of kinderarts, en komen veel problemen bij kinderen en jongeren voor het eerst aan het licht buiten de zorgsector, zoals op school. GGZ voor kinderen en jongeren dient dan ook deze zogenaamde “belendende sectoren” mee te betrekken: welzijnswerk, justitie, gehandicaptenzorg, onderwijs. DOELSTELLING: De doelstelling van dit rapport is om kennis bijeen te brengen over organisatorische en financieringsaspecten van GGZ voor kinderen en jongeren, en dit in het licht van de hierboven geschetste context. De specifieke therapie-inhoud blijft buiten beschouwing. Het rapport bestaat uit twee delen: een overzicht van de literatuur en van de organisatie van GGZ voor kinderen en jongeren in BelgiĂ« en drie andere landen. Dit rapport formuleert nog geen voorstellen voor de zorgorganisatie in BelgiĂ«. Voor dit proces zullen Belgische stakeholders betrokken worden. Het resultaat hiervan zal beschreven worden in een afzonderlijk rapport. METHODE: Zowel voor het literatuuronderzoek als voor het internationale overzicht werd gezocht in databases met peer-reviewed publicaties en in de grijze literatuur. In het literatuuronderzoek werden naast vergelijkend onderzoek ook descriptieve studies en kwalitatief onderzoek geĂŻncludeerd. Voor het internationaal overzicht werd de beschikbare literatuur aangevuld met gegevens van lokale informanten. MODELLEN VAN ZORGORGANISATIE: Dit rapport legt de focus op de meest geciteerde modellen, en die modellen waarvoor er vergelijkend onderzoek gebeurde. De twee meest geciteerde modellen in de literatuur zijn het WGO-model en het Systems of care model. Beide zijn vrij algemeen en vragen verdere uitwerking door het land of de regio die GGZ voor kinderen en jongeren wil implementeren. De meeste vergelijkende studies zijn wel gekenmerkt door talrijke methodologische beperkingen zoals onduidelijke inclusiecriteria, onduidelijke uitkomstmaten of kleine steekproeven. INTERNATIONAAL OVERZICHT: Om redenen van haalbaarheid werd gekozen om dit deel te beperken tot BelgiĂ«, Nederland, Canada (British Columbia) en Engeland. De selectie vertrok van een long-list waarop vervolgens een aantal selectiecriteria werden toegepast. CONCLUSIE: Het belang van een nationaal/regionaal beleid voor kinder- en jeugd GGZ, geconcretiseerd in een duidelijk plan, is al langer bekend. Toch is de literatuur over organisatiemodellen binnen kinder- en jeugd GGZ weinig richtinggevend voor beleidsmakers. De twee belangrijkste modellen die in de literatuur aangetroffen werden geven enkel grote beleidslijnen van algemene aard aan. Bovendien zijn de wetenschappelijke studies in dit domein van beperkte kwaliteit en blijft een groot deel van de beleidsvraagstukken niet of onvoldoende onderzocht. Wel kan men uit het onderzoek ivm. het Systems of care besluiten dat de overheid niet enkel een betere zorgorganisatie en –coordinatie dient te stimuleren. Zij dient ook het ontwikkelen en verspreiden van doelmatige therapeutische concepten te bevorderen. Het onderzoek ivm. preventie en behandeling van angststoornissen via scholen toont aan dat men moet durven zoeken naar oplossingen in samenwerking met andere sectoren buiten de gezondheidszorg. In de bestudeerde landen gaan de hervormingen uit van theoretische denkkaders die gebaseerd zijn op belangrijke ethische principes en waarden; deze overlappen in belangrijke mate tussen de verschillende landen. Echter, bij het praktisch realiseren van dit denkkader ondervindt men talrijke moeilijkheden, en in een aantal gevallen mislukt men in de vooropgestelde doelstellingen. Over het daadwerkelijke resultaat van de gevoerde hervormingen zijn er meestal weinig harde gegevens. Wellicht kan men pas tot een positief resultaat komen als zowel klinische, organisatorische, als financiĂ«le aspecten alle tegelijk aangepakt worden; en als ook de eigenheid van elk van de betrokken sectoren daarbij niet uit het oog verloren wordt. In de volgende faze van deze studie zullen samen met de Belgische stakeholders voorstellen voor hervormingen geformuleerd worden. De resultaten hiervan worden afzonderlijk gepubliceerd

    Promoting Systemic Change in Industrial Relations: Creating the Conditions of Effective Workplace Participation

    Get PDF
    Report Presented to International Evidence: Worker-Management Institutions and Economic Performance Conference, U.S. Commission on the Future of Worker-Management Relations.Report_Streeck.pdf: 889 downloads, before Oct. 1, 2020

    The roles of NVQ internal verifiers

    Get PDF

    E-Learning for Teachers and Trainers : Innovative Practices, Skills and Competences

    Get PDF
    Reproduction is authorised provided the source is acknowledged.Final Published versio

    Targeted Youth Support Pathfinders evaluation : final report

    Get PDF

    Workplace and organisational learning in development aid: a case study of a Belgian development agency

    Get PDF
    This thesis investigates workplace and organisational learning over the period 2000-2010 in a Belgian development agency (VVOB), involved in the implementation of educational development projects. It explores some of the structural causes of the perceived learning deficit at the project and the agency-wide level, and links it with similar findings in other development agencies. For the project level, two case studies in Zimbabwe (ZimPATH and St2eep) were selected in which the project’s management invested significantly in team learning. These practices were put against the learning support activities that the head office was catering for. The study follows a qualitative case-study design inspired by phronetic-based research (Flyvbjerg, 2001), and utilises a mixed method approach to data collection involving a variety of research instruments. The author of the thesis worked in different positions in the field and in the head office (1997-2007). An improved version of the concept of learning patterns (Sterck, 2004) is introduced to gain insights in the tenacity of learning practices. It is derived from an in-depth analysis of the underlying characteristics of the formal and informal learning activities. Important drivers of the observed learning patterns are argued to be axiological in nature. These result in strongly diverging views about why learning should happen, what should be learned, and how learning should be organised. These views are captured and analysed through a newly constructed concept, the learning support framework. The findings for project level learning are multiple and point at the importance of both intra-organisational and external factors. The working environment of the two case study projects was characterised by internal (micro-political) and external (institutional and socio-economic) sources of pressure that seriously complicated learning processes. However, evidence is provided that both project teams managed to develop powerful learning processes. The ‘situated’ learning patterns of ZimPATH and St2eep shared a view of learning as a strategy to deal with the complexity of work. Knowledge was regarded as a process, with a focus on knowledge creation and the use of local knowledge. Both projects integrated learning in their daily practice via the extensive use of social learning practices and by creating conducive conditions for implicit learning. The bulk of these practices was going under the radar in the head office. It treated implicit learning rather passively and it hardly addressed the structural factors hindering such learning. As a consequence, teams without skills and insights into workplace learning were largely left on their own. The analysis of agency-wide learning in VVOB confirms research that indicates that ‘tacit knowledge does not travel easily’ (Gertler, 2003, p.84). The strong bias towards vertical learning processes, ICT-solutions and the codification of knowledge created a bureaucratic learning pattern. It did not stop VVOB from entering into a profound crisis. A severe institutional emergency, triggered by external pressure of back donors and institutional partners in the years 2005 and 2006, together with changes in the management brought the momentum for change. The resulting improvements in learning at the field level were, however, not replicated for agency-wide learning. This is linked in the thesis with a lack of ‘institutional proximity’ (Gertler, 2003). Initiatives introducing changes in existing learning practices are deemed to face fierce resistance unless they take into account crucial internal factors (such as the configuration of views, interests and history with regard to knowledge and learning), and various external causes of pressure. An alternative 3 step approach is proposed. In conclusion, unless development agencies and back-donors become more responsive towards the challenges of sharing tacit knowledge across organisational, institutional, cultural and power divides, projects like ZimPATH and St2eep are likely to remain pockets of innovation
    • 

    corecore