Disposition-content congruency in adolescents' alcohol-related social media (self-) effects : the role of the five-factor model

Objective: Accumulating evidence indicates that social networking sites play an increasingly important role in young people's drinking behavior. The present study adds to this research by assessing the conditionality of the relationships between exposure to and self-sharing of alcohol-related content on social media and adolescents' drinking behavior. Specifically, the moderating role of the five-factor model of personality is determined. Method: A cross-sectional survey study was conducted among 866 mid-adolescents (Msubsample = 14.85 years, SD = 0.71, 57.5% girls). Polynomial regression analysis with response surface modeling was used to test the interactions. Results: Exposure, but not self-sharing, was directly associated with more alcohol consumption. However, it appeared that the act of sharing was more important than the frequency of sharing. Next, the relationship between exposure and consumption was not found to be moderated by personality. In contrast, there were significant linear and nonlinear interactions between self-sharing and all five personality traits. Individuals who are predisposed to engage in more alcohol consumption experience a stronger association between self-sharing and their drinking behavior. Conclusions: Social media can play a role in adolescents' drinking behavior, but this role is partially dependent on temperamental predispositions

Disentangling Associations Between Frequency of Specific Social Networking Site Platform Use, Normative Discrepancies, and Alcohol Use Among Adolescents and Underage Young Adults

Although there is a robust literature examining normative discrepancies for drinking, less is known related to normative discrepancies related to alcohol-posting behavior on social networking sites (SNS). Given that SNS are posited to be an important risk factor for adolescent and young adult alcohol use, the aims of the present study were to: (1) document descriptive and injunctive normative discrepancies for number of alcohol-related posts on SNS, (2) examine associations between frequency of using SNS platforms (Facebook, Instagram, Snapchat) and descriptive and injunctive normative discrepancies, and (3) to examine whether descriptive and injunctive normative discrepancies are associated with willingness to use alcohol and drinking among adolescents and young adults. Data were drawn from the baseline assessment of a larger longitudinal experimental study (N= 306, age 15-20). Overall, participants perceived that their peers are more approving of and post about alcohol use more often than they do themselves, thus indicating significant descriptive and injunctive normative discrepancies. More frequent use of Facebook was associated with having greater descriptive normative discrepancies, whereas frequency of both Facebook and Instagram use were associated with greater injunctive normative discrepancies. Results further indicated that controlling for frequency of SNS use, descriptive normative discrepancies, but not injunctive, were associated with greater willingness to drink and drinks per week. Results provide evidence that in particular, descriptive normative discrepancies for SNS use may be important to target when planning intervention programs to reduce the impact of SNS use on adolescent and young adult alcohol use

Organisatie van geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren : literatuurstudie en internationaal overzicht

INTRODUCTIE: In de laatste decennia van de vorige eeuw werden er in de Westerse landen belangrijke hervormingen ingezet in de sector van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). In de GGZ voor volwassenen kwam er geleidelijk een model van “balanced care” (“gebalanceerde zorg”) op de voorgrond: een diversiteit aan diensten biedt de zorg zo kort mogelijk bij de eigen leefwereld van de patiënt aan, en enkel indien nodig in een instelling. Tegelijkertijd moet men ook een vlotte en naadloze overgang van de ene dienst naar de andere garanderen. Geestelijke gezondheidsproblemen bij kinderen en jongeren zijn niet onfrequent. De WGO (Wereldgezondheidsorganisatie) schat de prevalentie in Westerse landen op ongeveer 20%. Ongeveer 5% zou een klinische tussenkomst nodig hebben. De sector van GGZ voor kinderen en jongeren is pas veel later ontstaan dan deze van de volwassenen, en kent een andere zorgstructuur. Toch dringen de hierboven geschetste hervormingsprincipes ook hier door. Bovendien dient zorg voor kinderen en jongeren vaak over de grenzen van de GGZ sector heen te gebeuren, bijvoorbeeld door de huisarts of kinderarts, en komen veel problemen bij kinderen en jongeren voor het eerst aan het licht buiten de zorgsector, zoals op school. GGZ voor kinderen en jongeren dient dan ook deze zogenaamde “belendende sectoren” mee te betrekken: welzijnswerk, justitie, gehandicaptenzorg, onderwijs. DOELSTELLING: De doelstelling van dit rapport is om kennis bijeen te brengen over organisatorische en financieringsaspecten van GGZ voor kinderen en jongeren, en dit in het licht van de hierboven geschetste context. De specifieke therapie-inhoud blijft buiten beschouwing. Het rapport bestaat uit twee delen: een overzicht van de literatuur en van de organisatie van GGZ voor kinderen en jongeren in België en drie andere landen. Dit rapport formuleert nog geen voorstellen voor de zorgorganisatie in België. Voor dit proces zullen Belgische stakeholders betrokken worden. Het resultaat hiervan zal beschreven worden in een afzonderlijk rapport. METHODE: Zowel voor het literatuuronderzoek als voor het internationale overzicht werd gezocht in databases met peer-reviewed publicaties en in de grijze literatuur. In het literatuuronderzoek werden naast vergelijkend onderzoek ook descriptieve studies en kwalitatief onderzoek geïncludeerd. Voor het internationaal overzicht werd de beschikbare literatuur aangevuld met gegevens van lokale informanten. MODELLEN VAN ZORGORGANISATIE: Dit rapport legt de focus op de meest geciteerde modellen, en die modellen waarvoor er vergelijkend onderzoek gebeurde. De twee meest geciteerde modellen in de literatuur zijn het WGO-model en het Systems of care model. Beide zijn vrij algemeen en vragen verdere uitwerking door het land of de regio die GGZ voor kinderen en jongeren wil implementeren. De meeste vergelijkende studies zijn wel gekenmerkt door talrijke methodologische beperkingen zoals onduidelijke inclusiecriteria, onduidelijke uitkomstmaten of kleine steekproeven. INTERNATIONAAL OVERZICHT: Om redenen van haalbaarheid werd gekozen om dit deel te beperken tot België, Nederland, Canada (British Columbia) en Engeland. De selectie vertrok van een long-list waarop vervolgens een aantal selectiecriteria werden toegepast. CONCLUSIE: Het belang van een nationaal/regionaal beleid voor kinder- en jeugd GGZ, geconcretiseerd in een duidelijk plan, is al langer bekend. Toch is de literatuur over organisatiemodellen binnen kinder- en jeugd GGZ weinig richtinggevend voor beleidsmakers. De twee belangrijkste modellen die in de literatuur aangetroffen werden geven enkel grote beleidslijnen van algemene aard aan. Bovendien zijn de wetenschappelijke studies in dit domein van beperkte kwaliteit en blijft een groot deel van de beleidsvraagstukken niet of onvoldoende onderzocht. Wel kan men uit het onderzoek ivm. het Systems of care besluiten dat de overheid niet enkel een betere zorgorganisatie en –coordinatie dient te stimuleren. Zij dient ook het ontwikkelen en verspreiden van doelmatige therapeutische concepten te bevorderen. Het onderzoek ivm. preventie en behandeling van angststoornissen via scholen toont aan dat men moet durven zoeken naar oplossingen in samenwerking met andere sectoren buiten de gezondheidszorg. In de bestudeerde landen gaan de hervormingen uit van theoretische denkkaders die gebaseerd zijn op belangrijke ethische principes en waarden; deze overlappen in belangrijke mate tussen de verschillende landen. Echter, bij het praktisch realiseren van dit denkkader ondervindt men talrijke moeilijkheden, en in een aantal gevallen mislukt men in de vooropgestelde doelstellingen. Over het daadwerkelijke resultaat van de gevoerde hervormingen zijn er meestal weinig harde gegevens. Wellicht kan men pas tot een positief resultaat komen als zowel klinische, organisatorische, als financiële aspecten alle tegelijk aangepakt worden; en als ook de eigenheid van elk van de betrokken sectoren daarbij niet uit het oog verloren wordt. In de volgende faze van deze studie zullen samen met de Belgische stakeholders voorstellen voor hervormingen geformuleerd worden. De resultaten hiervan worden afzonderlijk gepubliceerd

Bullying in a networked era: a literature review

This research update presents an aggregation and summary of recent academic literature on youth bullying. The purpose of this document is to “translate” scholarly research for a concerned public audience, which may include but is not limited to parents, caregivers, educators, and practitioners. This translation highlights recent findings and developments in the literature and makes them accessible to the informed but non-expert reader. The document’s two guiding questions are “What is bullying?” (Section I) and “What can be done about bullying?” (Section II). Section I begins with a brief overview of key definitions and related research conversations and then addresses bullying’s prevalence, the types of individuals involved in bullying, the characteristics of individuals involved and the consequences of their involvement, and community-level dynamics related to bullying. Section II covers four areas where action has been taken to address problems associated with bullying – school policy, curricula, school climate, and parents – and ends on a note about approaches that mix or cut across these areas. The purpose is to render lessons learned from research and assessment accessible to those interested in deepening or expanding their knowledge of bullying-related issues

Roots Reloaded. Culture, Identity and Social Development in the Digital Age

This edited volume is designed to explore different perspectives of culture, identity and social development using the impact of the digital age as a common thread, aiming at interdisciplinary audiences. Cases of communities and individuals using new technology as a tool to preserve and explore their cultural heritage alongside new media as a source for social orientation ranging from language acquisition to health-related issues will be covered. Therefore, aspects such as Art and Cultural Studies, Media and Communication, Behavioral Science, Psychology, Philosophy and innovative approaches used by creative individuals are included. From the Aboriginal tribes of Australia, to the Maoris of New Zealand, to the mystical teachings of Sufi brotherhoods, the significance of the oral and written traditions and their current relation to online activities shall be discussed in the opening article. The book continues with a closer look at obesity awareness support groups and their impact on social media, Facebook usage in language learning context, smartphone addiction and internet dependency, as well as online media reporting of controversial ethical issues. The Digital progress has already left its dominating mark as the world entered the 21st century. Without a doubt, as technology continues its ascent, society will be faced with new and altering values in an effort to catch-up with this extraordinary Digitization, adapt satisfactorily in order to utilize these strong developments in everyday life

Research on Protection of Minors: A literature Review and Interconnected Frameworks Implications for VSP Regulation and Beyond

Ofcom commissioned the Institute for Connected Communities at the University of East London (UEL) to conduct this research in order to help inform VSP guidance. The particular areas of interest identified by Ofcom were:Which risks of harm are most prevalent among minors on VSPs (considering both quantitative and qualitative evidence)? How do these harms manifest on VSPs? Are different VSP characteristics relevant to protecting users from harms

An Ethical Discussion About the Responsibility for Protection of Minors in the Digital Environment: A State-of-the-art review

Many ethical questions have been raised regarding the use of social media and the internet, mainly related to the protection of young people in the digital environment. In order to critically address the research question who is responsible for ethically protecting minors in the digital environment? , this paper will review the main literature available to understand the role of parents, the government, and companies in protecting young people within the digital environment. We employed a holistic process that covers a state-of-the-art review and desk research. The article is divided into four sessions; (1) Government Policies from the European Union (EU) Perspective; (2) Parental Control; (3) An Overview of Companies and the Private and Self-Regulation Sectors; and (4) the Ethical Dilemma. Throughout, we reviewed specific topics regarding the potentially harmful content for young people within the digital environment, questioned how ethical concerns shape content and interactions online and discussed how internet parenting styles impact risks and opportunities for young people in the digital world. Finally, we analysed the research question contrasting it with the main findings in this review and offered recommendations