404 research outputs found

    State communication and public politics in the Dutch Golden Age

    Get PDF
    Funding: The British Academy has generously supported the author since 2020 as part of their Postdoctoral Fellowship scheme, which has also enabled the author to publish this work in the British Academy Monograph series.State Communication and Public Politics in the Dutch Golden Age describes the political communication practices of the authorities in the early modern Netherlands. Der Weduwen provides an in-depth study of early modern state communication: the manner in which government sought to inform its citizens, publicise its laws, and engage publicly in quarrels with political opponents. These communication strategies, including proclamations, the use of town criers, and the printing and affixing of hundreds of thousands of edicts, underpinned the political stability of the seventeenth-century Dutch Republic. Based on systematic research in thirty-two Dutch archives, this book demonstrates for the first time how the wealthiest, most literate, and most politically participatory state of early modern Europe was shaped by the communication of political information. It makes a decisive case for the importance of communication to the relationship between rulers and ruled, and the extent to which early modern authorities relied on the active consent of their subjects to legitimise their government.Publisher PD

    From Memory to Marble

    Get PDF
    The book is a rare case study of the dynamics, processes and shifts around the creation and reading of one of the world’s major monuments, through all the processes of its design and making. The frieze which represents the Great Trek and Voortrekker occupation of South Africa (1835-52) is one of the largest of its kind. The key question is how, a century later, were eighteen years of Voortrekker memory transformed into a 92-metre marble frieze

    Nieuw licht op liquidaties knokploegen in Rotterdam 1944-1945

    Get PDF
    De geschiedenis van de knokploeg Rotterdam-Zuid is een verhaal geworden van heroïek, tragiek en verraad. De knokploeg hield zich in het laatste oorlogsjaar met typische knokploegactiviteiten bezig. In de eerste plaats nam zij deel aan overvallen op distributiekantoren zoals in IJsselmonde. Verder deed zij mee aan de gezamenlijke knokploegacties zoals de bevrijding van gevangenen uit het Huis van Bewaring aan de Noordsingel en uit het Hoofdbureau van Politie aan het Haagsche Veer. Bovendien hield de knokploeg zich bezig met de voor de leden moeilijkste taak: het liquideren van verraders en handlangers van de vijand. Van de 134 door het hoofdkwartier van de LKP-Rotterdam aan de knokploegen verstrekte liquidatieopdrachten die staan vermeld op de liquidatielijst werden er 18 bij de KP-Zuid neergelegd; daarvan zijn er drie voltrokken. Tragisch genoeg werd de ploeg zelf met een liquidatie in eigen gelederen geconfronteerd, te weten van de KP-leider Kees Bitter. Zijn arrestatie door de Sipo en de gebeurtenissen die daaruit voortvloeiden hebben verstrekkende gevolgen gehad. Hoe valt het gedrag van iemand als Bitter, die drie dagen na zijn deelname aan de gewaagde bevrijdingsactie op het Haagsche Veer op 24 oktober 1944 werd gearresteerd, te verklaren? Tijdens een gesprek en daarop volgende correspondentie (1989) met de verzetsdeelnemer H.J. Scheffer, die Bitter heeft gekend, kwam naar voren dat Bitter een grote angst voor de dood had.530 Een angst die wellicht groter was dan zijn angst voor de – overigens niet geringe – fysieke kwellingen waaraan hij was blootgesteld. Die doodsangst zou de sleutel kunnen zijn tot de verklaring voor de houding van Bitter die zich voortaan ten dienste van de bezetter ging inspannen. Door zijn ommezwaai vielen ongeveer dertig mensen in handen van de bezetter. Van hen werden er ten minste zeventien gefusilleerd. Bij zijn besluit om in het verzet te gaan moet Bitter zich niet geheel bewust zijn geweest van de consequenties die hieruit konden voortvloeien. Door de SD werd hij voor het menselijkerwijs onmogelijke dilemma gesteld voor de Duitsers te gaan werken of te worden doodgeschoten. Nadat hij tenslotte door knokploegleden ‘gearresteerd’ en verhoord was, vond hij uiteindelijk toch de dood, maar nu door de illegaliteit, een bijzonder moeilijke taak voor deze mensen. De beslissing die zij namen was gezien de omstandigheden nagenoeg onontkoombaar. Zo eindigde het leven van een man die in het verzet veel gepresteerd had, maar op het moment dat zijn eigen leven werd bedreigd, een keuze maakte, die wel te begrijpen is maar niet goed te keuren. Geconfronteerd met de brute methoden van verhoor door de bezetter is het te begrijpen dat men bezwijkt. Het is echter niet te vatten, waarom Bitter de SD zo actief heeft geholpen om zoveel illegale werkers op te pakken, hij kreeg immers een paar keer de vrijheid te gaan en staan waar hij wilde en daarmee de kans om de illegaliteit in te lichten. Na deze tragische gebeurtenissen moest het illegale werk voortgang vinden. De KP-Zuid kreeg een nieuwe leider in de persoon van Eduard Schilderink. Zijn motieven om in het verzet te gaan, waren, zoals vermeld, in feite dezelfde als voor de meeste leden van deze knokploeg golden. In de periode van zijn leiderschap heeft de KP-Zuid inmiddels een nieuwe taak ter hand genomen: de havensabotage. Op dit terrein heeft de knokploeg zich zeer verdienstelijk gemaakt. Zij wist de blokkade van de Nieuwe Waterweg door de bezetter te voorkomen, zodat de geallieerden na de overgave van de Duitsers de haven van Rotterdam vlot konden bereiken.Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in Nederland naar schatting vijfhonderd personen door het verzet geliquideerd. Het fenomeen liquidatie is daarmee allerminst een randverschijnsel in de bezettingsgeschiedenis. Dit geldt zeker voor Rotterdam waar circa honderd liquidaties plaatsvonden. Daar werd in de eindfase van de oorlog het gewapend verzet gedomineerd door de verzetsorganisatie Landelijke Knokploegen. Deze voerde een meedogenloze guerrillastrijd met de bezetter en raakte steeds meer verwikkeld in harde confrontaties met collaborateurs, verraders en dievenbendes. In het laatste oorlogsjaar werden tegen de richtlijnen van de top van de Binnenlandse Strijdkrachten in talrijke liquidaties uitgevoerd die niet of nauwelijks te verantwoorden waren. Herhaaldelijk zijn de knokploegen tot buitensporig geweld overgegaan. Veel liquidaties waren in het algemeen niet nuttig en hebben niet het beoogde resultaat – het redden van mensenlevens – opgeleverd. De liquidaties hebben het bezettingsregime, blijkens de bloedige represailles die er op volgden, op scherp gezet. Zelfs na de bevrijding werden beslissingen genomen die moreel gesproken niet door de beugel konden en vonden er moorden plaats waarvan het motief omstreden was. De betrokken verzetsmensen hadden onderling afgesproken om over liquidaties te zwijgen. Deze ‘richtlijn doofpot’ is door hen een leven lang in acht genomen. Nieuw licht op liquidaties nuanceert het beeld dat het Rotterdamse verzet zo correct opereerde als tot nu toe in publicaties naar voren komt. Het corrigeert de kleurrijke beeldvorming van het gewapend verzet, zowel in de geschiedschrijving als in de nationale herinnering en levert, omdat het onder meer een taak is van de historicus om mythes te ontrafelen, een bijdrage aan de discussie over de ontmythologisering van de rol en betekenis van het verzet

    Landscape Biographies

    Get PDF
    Landscape Biographies explores the long, complex histories of landscapes from personal and social perspectives. Twenty geographers, archaeologists, historians, and anthropologists investigate the diverse ways in which landscapes and monuments have been constructed, transmitted, and transformed from prehistory to the present, from Manhattan to Shanghai, Iceland to Portugal, England to Estonia

    De woonplaats van de faam : grondslagen van de stadsbeschrijving in de zeventiende-eeuwse republiek

    Get PDF
    This study examines the ‘descriptions of cities’ or ‘urban historical topographies’ that were published in the seventeenth-century Dutch Republic. Its questions are: What are the conceptual foundations of the genre? What are the underlying principles that determine the topics that the authors choose and how they approached them? In the chapter-length introduction the genre is defined and an overview is given of the urban topographies published before 1700, situating them in their political and social context. Aspects of production and reception, belonging to the field of book history, are also discussed. An answer to the study’s main questions is attempted in six chapters. Chapters 2-5 discuss the four most important disciplines that influenced the genre: chorography, encomiastic literature, travel methods, and antiquarian research. Two concluding chapters present two case studies, focussing on the cities of Delft and Leiden in the province of Holland. The first shows how these disciplines converged in urban historical topographies. The second situates them in an international context.LEI Universiteit LeidenMedieval and Early Modern Studie
    • …
    corecore