1,705 research outputs found

    The organisation of sociality: a manifesto for a new science of multi-agent systems

    No full text
    In this paper, we pose and motivate a challenge, namely the need for a new science of multi-agent systems. We propose that this new science should be grounded, theoretically on a richer conception of sociality, and methodologically on the extensive use of computational modelling for real-world applications and social simulations. Here, the steps we set forth towards meeting that challenge are mainly theoretical. In this respect, we provide a new model of multi-agent systems that reflects a fully explicated conception of cognition, both at the individual and the collective level. Finally, the mechanisms and principles underpinning the model will be examined with particular emphasis on the contributions provided by contemporary organisation theory

    Modal logics for rational agents

    Get PDF
    In een zin samengevat gaat dit proefschrift over formele technieken die gebruikt kunnen worden bij het modelleren van menselijk gedrag. Met behulp van zo'n modellering kan niet alleen precies gekeken worden waardoor bepaald gedrag veroorzaakt wordt, maar ook kan gewenst gedrag formeel beschreven worden. Dit formeel beschrijven, of formeel speciceren, kan belangrijk zijn om het gedrag van entiteiten die geacht worden zich min of meer menselijk te gedragen precies vast te leggen. Voorbeelden van dit soort entiteiten zijn robots als Archie (de man van staal), maar ook software die computerprogramma's een menselijk interface geeft en de levensechte karakters die optreden in een virtual reality omgeving. Entiteiten die een menselijk gedrag (dienen te) vertonen worden vaak aangeduid met de Engelse term agent, afkomstig uit het Latijn, hetgeen in essentie niets meer betekent dan `handelende entiteit'. Aangezien een pakkende Nederlandse vertaling van deze term ontbreekt (het Van Dale Groot Woordenboek Engels-Nederlands suggereert `handelend persoon' en het in de Nederlandse vertaling van de titel gebruikte `actoren' is het ook niet helemaal) zullen we in de rest van deze samenvatting de Engelse termen `agent' en `agents' gebruiken, waarbij voor het gemak aangenomen wordt dat agents mannelijk zijn. De laatste jaren wordt er zeer veel onderzoek gedaan naar agents, zowel op theoretisch als op praktisch niveau. Ondanks het feit dat er veel mensen bezig zijn met agents (of misschien juist wel doordat er zoveel mensen mee bezig zijn), bestaat er geen overeen- stemming over wat nu precies onder een agent verstaan moet worden. Soms wordt een algorithme beschouwd als een agent, bij object-geori?enteerd programmeren wordt een object wel eens gezien als een agent, terwijl agents vaak ook gezien worden als robots die zich als mensen gedragen. In dit proefschrift verstaan we onder een agent iedere entiteit die de mogelijkheid heeft bepaalde acties uit te voeren, de beschikking heeft over bepaalde informatie en redenen heeft om zich op een bepaalde manier te gedragen. Vaak zullen agents ook nog rationeel zijn in hun gedragingen, tot op zekere hoogte autonoom 195?196 Samenvatting zijn, en in staat zijn informatie te verwerven en die te gebruiken om hun gedrag aan te passen. De modellering van dit soort agents vormt het onderwerp van dit proefschrift. Zoals reeds eerder opgemerkt zijn modelleertechnieken op tenminste twee manieren nuttig en bruikbaar. Enerzijds kunnen ze gebruikt worden om geconstateerd gedrag te analyseren, anderzijds zijn ze te gebruiken om gewenst gedrag vast te leggen. Beide aspecten zijn belangrijk bij de toepassing van formele technieken voor agents. Zo zijn er gevallen bekend waar met behulp van formele technieken de oorzaak is opgespoord die er voor zorgde dat bepaalde software agents zich afwijkend en ongewenst gedroegen. Daar- naast worden agents vaak toegepast in omgevingen waar het noodzakelijk is zekerheid omtrent hun gedrag te verkrijgen. Voorbeelden hiervan zijn toepassingen van agents in systemen die luchtverkeersleiders assisteren. Het gebruik van formele technieken in de specicatie van deze agents kan zorgen voor absolute zekerheid omtrent hun gedrag in alle mogelijke omstandigheden. De formele systemen die in dit proefschrift gebruikt worden zijn gebaseerd op mo- dale logica's. Oorspronkelijk zijn deze logica's door Leibniz voorgesteld om lososche begrippen als `noodzakelijkheid' en `mogelijkheid' te representeren. Met name na de introductie van de mogelijke-werelden semantiek door Kripke worden modale logica's gebruikt om een breed scala van begrippen, zowel uit de losoe als uit de informa- tica, te modelleren. In dit proefschrift worden bestaande modale logica's op een nieuwe wijze gecombineerd, en worden daarnaast verscheidene uitbreidingen van deze logica's voorgesteld. In hoofdstuk 3 deni?eren we het eerste, meest eenvoudige, formele systeem. In dit systeem is het mogelijk de kennis en vaardigheden van agents te modelleren, de resultaten van de acties die ze mogelijk uitvoeren, en het al dan niet hebben van de gelegenheid om een actie uit te voeren. Hierbij zien we kennis als ware informatie, die verder zo is dat een agent zich zowel bewust is van de dingen die hij weet als van de dingen die hij niet weet. Als een agent bijvoorbeeld weet dat 174306 even is maar niet weet of het deelbaar is door 417, dan is 174306 niet alleen inderdaad even maar weet de agent ook dat hij dit weet terwijl hij ook weet dat hij niet weet of het deelbaar is door 417. Alles wat veroorzaakt wordt door het uitvoeren van een actie wordt beschouwd als een deel van het resultaat van die actie. Het is bijvoorbeeld zo dat een resultaat van het verbranden van een brief is dat er rook ontstaat, maar ook dat er papier omgezet wordt in as. De combinatie van vaardigheid en gelegenheid bepaalt welke acties voor een agent praktisch (on)mogelijk zijn. De vaardigheden van een agent bepalen welke acties binnen zijn capaciteiten liggen; of de agent de gelegenheid heeft om die acties ook uit te voeren is afhankelijk van externe omstandigheden. Een voorbeeld dat het verschil en het verband tussen vaardigheid en gelegenheid duidelijk maakt betreft een leeuw in een dierentuin. Deze leeuw heeft zeer waarschijnlijk wel de vaardigheid een zebra te verscheuren, maar zal (zo is te hopen voor de zebra) niet de gelegenheid daarvoor krijgen. Om kennis, vaardigheden, gelegenheden?197 en resultaten te modelleren, combineren we epistemische logica, de modale logica van kennis, met dynamische logica, de modale logica van actie, waaraan een extra component toegevoegd is welke de vaardigheden van agents representeert. In hoofdstuk 4 breiden we het basissysteem zo uit dat het mogelijk wordt acties te modelleren waarvan voor uitvoering nog niet vaststaat waar ze precies uit zullen bestaan. Dit soort acties wordt niet-deterministisch genoemd. Een standaard voorbeeld van een niet-deterministische actie is `post de brief of verbrand hem'. Als alleen maar bekend is dat een agent deze actie gaat uitvoeren is nog niet duidelijk of de brief gepost of verbrand gaat worden. Hierbij is het van belang waardoor bepaald wordt hoe een niet- deterministische actie uitgevoerd dient teworden, en met name of de agent die de actie uitvoert enige invloed op deze keuze uit kan oefenen. In hoofdstuk 4 onderscheiden we twee soorten niet-deterministische acties die verschillen met betrekking tot degene die de keuze maakt: in het ene geval wordt de keuze door de agent gemaakt, in het andere geval wordt de keuze toegeschreven aan een externe omgeving waarop de agent geen invloed heeft. Voor een software interface agent zou deze externe omgeving een gebruiker kunnen zijn: het is mogelijk dat bepaalde acties die de agent dient uit te voeren vanuit het oogpunt van de agent niet-deterministisch zijn, waarbij de keuze bij de gebruiker ligt. Het blijkt dat standaard benaderingen die voorgesteld zijn voor het representeren van niet-determinisme niet bruikbaar zijn voor onze doeleinden; als gevolg hiervan zijn de benaderingen die wij voorstellen dan ook niet erg standaard. In hoofdstuk 5 beschouwen we agents die zich bezighouden met allerlei aspecten van informatie en informatie-beheer. Deze agents kunnen bijvoorbeeld de elektronische post van een gebruiker beheren, of hem/haar begeleiden bij zoektochten op het internet. De informatie-beherende agents die wij beschouwen, beschikken naast kennis nog over zwakkere vormen van informatie. Ook hebben ze de mogelijkheid bepaalde acties uit te voeren die gericht zijn op het verwerven of overdragen van informatie. Zo kunnen de agents informatie verwerven door observaties en door het voor waar aannemen van be- paalde waarschijnlijke | maar net niet helemaal zekere | beweringen. Beweringen van dit soort worden defaults genoemd. Het bekendste voorbeeld van een default gaat over de vogel Tweety. Zolang er niets meer over Tweety bekend is dan dat het een vogel is, kan bij default aangenomen worden dat Tweety vliegt. Nieuwe informatie, bijvoorbeeld dat Tweety een pingu?n is, of een gebraden eend, kan ervoor zorgen dat de default-conclusie dat Tweety vliegt weer ingetrokken moet worden. Via communicatie kan informatie overgedragen worden aan andere agents. De betrouwbaarheid van informatie hangt af van de manier waarop die verkregen wordt. In het algemeen is het zo dat informatie afkomstig uit observaties als het meest betrouwbaar beschouwd wordt, dat informatie verkregen uit communicatie iets minder betrouwbaar is, en dat het aannemen bij default tot de minst betrouwbare informatie leidt. In een agent die zijn gebruiker begeleidt bij zoektochten op het internet zijn veel van deze aspecten van informatie-beheer zichtbaar.?198 Samenvatting Deze agent observeert het gedrag van de gebruiker, vult dat eventueel aan met informatie die verkregen is via communicatie met andere agents of is aangenomen bij default, en doet aan de hand daarvan bepaalde suggesties aan de gebruiker die hij begeleidt. Zo zou hij bij default kunnen concluderen dat een bepaald bericht op het internet, waarvan het bestaan hem door een andere agent is medegedeeld, interessant isvoor de gebruiker, omdat de agent eerder geconstateerd heeft dat de gebruiker in het algemeen interesse heeft voor berichten van dit soort. Mocht de agent nu expliciet te horen krijgen dat de gebruiker niet ge?nteresseerd is, dan zal hij zijn default-conclusie intrekken. Er zijn twee opmerkelijke aspecten zichtbaar in onze modellering van informatie-beherende agents. Het eerste aspect betreft een uitbreiding van de standaard mogelijke-werelden seman- tiek die ons toestaat gradaties in de betrouwbaarheid van informatie te onderscheiden. Daarnaast stellen we een uitbreiding voor van de standaard interpretatie van acties zo- als die gebruikt wordt in dynamische logica, de modale logica van actie. In onze meer algemene interpretatie kunnen we op elegante wijze de acties modelleren die observaties, communicatie en het maken van default-aannamen representeren. Hoofdstuk 6 bevat een modellering van de drijfveren of motieven van agents. Deze drijfveren maken duidelijk wat een agent beweegt om zich op een bepaalde manier te gedragen. In het algemeen stellen wij dat agents gedreven zijn om hun onvervulde wensen te vervullen, waarbij een wens een of ander primitief verlangen is. Aanhangers van Aristoteles kunnen bij dit primitief verlangen denken aan het najagen van kennis, terwijl die van Freud waarschijnlijk het Lust-prinzip voor ogen zal staan. Omdat agents rationeel zijn, zullen ze zich niet zonder meer tot doel stellen ieder onvervulde wens te vervullen maar zich beperken tot die onvervulde wensen die in principe vervulbaar zijn. Als een agent zich eenmaal een doel gesteld heeft, kan hij besluiten zich tot het ondernemen van een bepaalde actie te committeren, dat wil zeggen dat de agent met zichzelf afspreekt, of aan zichzelf belooft, dat hij de actie uit zal gaan voeren. Voorwaarde hierbij is dat de agent weet dat uitvoering van deze actie inderdaad tot vervulling van zijn doel zal leiden. Afspraken tot het ondernemen van bepaalde acties worden genoteerd in de agenda van de agent. Op ieder moment is een agent aan zichzelf verplicht de acties uit te voeren die in zijn agenda staan. Als nu op een bepaald moment een agent tot de ontdekking komt dat een actie waartoe hij zich gecommitteerd heeft niet langer meer uitvoerbaar is of geen enkel doel meer dient, kan de agent besluiten zijn aan zichzelf gedane belofte tot uitvoering van de actie te verbreken. Als gevolg hiervan worden eventueel nog resterende afspraken die op deze belofte betrekking hebben uit de agenda van de agent verwijderd. In het laatste hoofdstuk vatten we de bijdragen van dit proefschrift nog eens kort samen, geven we eenvoorbeeld van een specicatie van een software agent, en beschouwen we mogelijkheden voor vervolgonderzoek

    Reasoning about Knowledge and Belief: A Syntactical Treatment

    Get PDF
    The study of formal theories of agents has intensified over the last couple of decades, since such formalisms can be viewed as providing the specifications for building rational agents and multi-agent systems. Most of the proposed approaches are based upon the well-understood framework of modal logics and possible world semantics. Although intuitive and expressive, these approaches lack two properties that can be considered important to a rational agent's reasoning: quantification over the propositional attitudes, and self-referential statements. This paper presents an alternative framework which is different from those found in the literature in two ways: Firstly, a syntactical approach for the representation of the propositional attitudes is adopted. This involves the use of a truth predicate and syntactic modalities which are defined in terms of the truth predicate itself and corresponding modal operators. Secondly, an agent's information state includes both knowledge and beliefs. Independent modal operators for the two notions are introduced and based on them syntactic modalities are defined. Furthermore, the relation between knowledge and belief is thoroughly explored and three different connection axiomatisations for the modalities and the syntactic modalities are proposed and their properties investigated

    From Manifesta to Krypta: The Relevance of Categories for Trusting Others

    No full text
    In this paper we consider the special abilities needed by agents for assessing trust based on inference and reasoning. We analyze the case in which it is possible to infer trust towards unknown counterparts by reasoning on abstract classes or categories of agents shaped in a concrete application domain. We present a scenario of interacting agents providing a computational model implementing different strategies to assess trust. Assuming a medical domain, categories, including both competencies and dispositions of possible trustees, are exploited to infer trust towards possibly unknown counterparts. The proposed approach for the cognitive assessment of trust relies on agents' abilities to analyze heterogeneous information sources along different dimensions. Trust is inferred based on specific observable properties (Manifesta), namely explicitly readable signals indicating internal features (Krypta) regulating agents' behavior and effectiveness on specific tasks. Simulative experiments evaluate the performance of trusting agents adopting different strategies to delegate tasks to possibly unknown trustees, while experimental results show the relevance of this kind of cognitive ability in the case of open Multi Agent Systems

    Social influence, negotiation and cognition

    No full text
    To understand how personal agreements can be generated within complexly differentiated social systems, we develop an agent-based computational model of negotiation in which social influence plays a key role in the attainment of social and cognitive integration. The model reflects a view of social influence that is predicated on the interactions among such factors as the agents' cognition, their abilities to initiate and maintain social behaviour, as well as the structural patterns of social relations in which influence unfolds. Findings from a set of computer simulations of the model show that the degree to which agents are influenced depends on the network of relations in which they are located, on the order in which interactions occur, and on the type of information that these interactions convey. We also find that a fundamental role in explaining influence is played by how inclined the agents are to be concilatory with each other, how accurate their beliefs are, and how self-confident they are in dealing with their social interactions. Moreover, the model provides insights into the trade-offs typically involved in the exercise of social influence

    Transforming (but not transcending) the state system? On statist cosmopolitanism

    Get PDF
    Can states become committed and competent agents of cosmopolitan justice? The theory of ‘statist cosmopolitanism’ argues that they can: their citizens can be turned towards a commitment to cosmopolitan principles and actions by moral entrepreneurs constituting a ‘cosmopolitan avant-garde’, and can be sustained in their commitment to those principles by their pre-existing attachment to the state as a political community. Taking cosmopolitan principles as axiomatic, this paper subjects statist cosmopolitanism to critique. First, I question the scale of the transformation that a cosmopolitan avant-garde can engender given the complexity of the causal chains the avant-garde seek to elucidate, as well as the countervailing potency of the state itself which reinforces particularistic attitudes in its citizens. Second, I argue that even if, contra my preceding argument, the cosmopolitan avant-garde were to be successful, states would find it desirable to federally integrate in order to be better able to realise their cosmopolitan commitments. Such integration is compatible with statist cosmopolitanism’s motivational theory, even if not its institutional vision. Finally, I re-characterise the cosmopolitan avant-garde as agitators for the transcendence, rather than just transformation, of the state system

    Formal Modelling of Goals in Organizations

    Get PDF
    Each organization exists or is created for the achievement of one or more goals. To ensure continued success, the organization should monitor its performance with respect to the formulated goals. In practice the performance of an organization is often evaluated by estimating its performance indicators. In most existing approaches on organization modelling the relation between performance indicators and goals remains implicit. This paper proposes a formal framework for modelling goals based on performance indicators and defines mechanisms for establishing goal satisfaction, which enable evaluation of organizational performance. Methodological and analysis issues related to goals are discussed in the paper. The described framework is a part of a general framework for organization modelling and analysis
    • …
    corecore