15 research outputs found
Zierikzee Nieuwe Brandweerpost Zierikzee Nieuwe Brandweerpost. Gemeente Schouwen-Duiveland. Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen
De opdrachtgever heeft het voornemen om in een plangebied tussen de N59 en de Boerenweg te Zierikzee (gemeente Schouwen-Duiveland) een nieuwe brandweerpost en natuur met waterpartijen te realiseren.
In het kader van de hiertoe benodigde Buitenplanse OmgevingsPlanActiviteit (BOPA)-omgevingsvergunning heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek door middel van verkennende boringen uitgevoerd.
In het kader van het bureauonderzoek werd een groot aantal bronnen bestudeerd, hetgeen heeft geleid tot een gespecificeerd verwachtingsmodel voor het plangebied. Dit model is vervolgens getoetst door het uitvoeren van een verkennend booronderzoek. Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan het volgende gesteld worden: - In vrijwel het hele plangebied is het Laagpakket van Wormer intact aanwezig in de vorm van geulafzettingen, op diepten variërend van 2 tot 3 m -NAP.
- In het grootste deel van het plangebied is het Hollandveen Laagpakket intact of goeddeels intact aanwezig; plaatselijk is het niet meer intact als gevolg van veenwinning en (zeer plaatselijk) erosie. In de top van het Hollandveen is een vondst gedaan, namelijk een fragment dierlijk bot.
- In een klein, zuidwestelijk deel van het plangebied is onder de moderne bouwvoor en op een opgevulde veenextractiekuil een afwijkende laag met indicatoren aangetroffen waarvan niet valt uit te sluiten dat dit een laatmiddeleeuwse cultuurlaag betreft.
- Het Laagpakket van Walcheren is vermoedelijk nergens meer intact als gevolg van ontgravingen en egalisaties. Ook is sprake van opgebrachte grond met hierin veel indicatoren.
Op basis hiervan gelden in delen van het plangebied (middel)hoge verwachtingen voor het Neolithicum, Late Ijzertijd en Romeinse tijd en Late Middeleeuwen
Sint-Maartensdijk Hogeweg Sint-Maartensdijk Hogeweg (MTD03M1674, 1694, 1696 en 1697). Gemeente Tholen. Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen
Het voornemen is om aan de Hogeweg te Sint-Maartensdijk (gemeente Tholen) tijdelijke huisvesting te realiseren, die op termijn mogelijk plaatsmaakt voor reguliere woonontwikkeling. In het kader van de benodigde omgevingsvergunning voor een Buitenplanse OmgevingsPlanActiviteit (BOPA) heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek door middel van verkennende boringen uitgevoerd.
In het kader van het bureauonderzoek werd een groot aantal bronnen bestudeerd, hetgeen heeft geleid tot een gespecificeerd verwachtingsmodel voor het plangebied. Dit model is vervolgens getoetst door het uitvoeren van een verkennend booronderzoek. Op basis van de resultaten van beide onderzoeken kan het volgende gesteld worden: - In het plangebied is het Laagpakket van Wormer vanaf 1,93 m -mv/ circa 3 m -NAP intact aanwezig in de vorm van wadafzettingen met rietresten in de top. Hier wordt de archeologische verwachting voor het Neolithicum laag geacht.
- In het plangebied is het Hollandveen Laagpakket, of restanten ervan, aanwezig. Binnen het Hollandveen Laagpakket is plaatselijk veraard rietveen en/of een kleiig niveautje van de Kreekrak Formatie aangetroffen. Hier geldt vanaf 1,65 m -mv/ 2,70 m -NAP een middelhoge archeologische verwachting voor de periode Bronstijd t/m Midden-IJzertijd.
- Plaatselijk is het Hollandveen Laagpakket intact of goeddeels intact aanwezig vanaf 0,70 m -mv/ 1,73 m -NAP, en/of wordt het afgedekt door afzettingen van de Kreekrak Formatie vanaf 0,80 m -mv/ circa 2 m -NAP. Binnen laatstgenoemde is in twee boringen een cultuurlaag aangetroffen; dit is een aanwijzing voor een vindplaats. Daar waar het Hollandveen Laagpakket (goeddeels) intact is en/of wordt afgedekt door de Kreekrak Formatie, geldt een hoge verwachting voor de Late IJzertijd en Romeinse tijd voor diepten vanaf 0,70 m -mv/ 1,73 m -NAP.
- In andere delen van het plangebied is middeleeuwse veenwinning vastgesteld.
- Het Laagpakket van Walcheren vormt vrijwel overal de bovenzijde van de natuurlijke ondergrond; dit betreft relatief jonge kwelderafzettingen op plaatselijk nog aanwezige oudere afzettingen. Aanwijzingen voor middeleeuwse vindplaatsen zijn niet aangetroffen, waardoor de verwachting voor deze perioden op basis van het booronderzoek naar laag is bijgesteld.
- Voor de Nieuwe Tijd geldt voor het hele plangebied een lage verwachting op basis van de bestudeerde historische gegevens; het booronderzoek gaf geen aanleiding om deze verwachting bij te stellen.
In een deel van het plangebied kon geen booronderzoek plaatsvinden wegens dichte begroeiing en ontoegankelijkheid. Zolang hier geen verder onderzoek is gepleegd, wordt hier vooralsnog uitgegaan van (middel)hoge verwachtingen voor het Neolithicum t/m Late Middeleeuwen
Schoondijke Lange Heerenstraat 85 Schoondijke Lange Heerenstraat 85. Gemeente Sluis. Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen
De opdrachtgever heeft het voornemen om een waterberging te realiseren op een akkerperceel naast het adres Lange Heerenstraat 85 te Schoondijke (gemeente Sluis). In het kader van de hiertoe benodigde omgevingsvergunning voor een Buitenplanse OmgevingsPlanActiviteit (BOPA) heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed een Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen uitgevoerd.
Eerder is door Artefact reeds een Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen uitgevoerd in een plangebied op een naastgelegen perceel. Het verwachtingsmodel uit dit onderzoek kon, met enkele kleine aanpassingen, op onderhavig plangebied worden toegepast. Dit model is vervolgens getoetst door het uitvoeren van voorliggend Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen. Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan het volgende gesteld worden: - In het plangebied zijn diep reikende geulafzettingen van het Laagpakket van Walcheren aanwezig.
- Nergens in het plangebied zijn restanten van een middeleeuws maaiveld aangetroffen. Dit is niet meer aanwezig, waarschijnlijk als gevolg van erosie en/of ontgravingen.
- Er zijn geen aanwijzingen voor vindplaatsen aangetroffen.
- Er valt in het plangebied enkel nog van lage archeologische verwachtingen uit te gaan
Schoondijke Tragel Oost Schoondijke Tragel Oost. Gemeente Sluis. Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen
De opdrachtgever heeft het voornemen om een waterbassin aan te leggen in een plangebied aan de Tragel Oost te Schoondijke (gemeente Sluis). In het kader van de hiertoe benodigde aanvraag omgevingsvergunning voor een Buitenplanse OmgevingsPlanActiviteit (BOPA) heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek door middel van verkennende boringen uitgevoerd.
In het kader van het bureauonderzoek werd een groot aantal bronnen bestudeerd, hetgeen heeft geleid tot een gespecificeerd verwachtingsmodel voor het plangebied. Dit model is vervolgens getoetst door het uitvoeren van een verkennend booronderzoek. Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan het volgende worden gesteld: - In het grootste deel van het plangebied is dekzand van het Laagpakket van Wierden intact aanwezig. In een oostelijk en zuidelijk deel van het plangebied is dit niet meer intact als gevolg van erosie.
- Centraal in het plangebied is veen van de Formatie van Nieuwkoop plaatselijk intact aanwezig. Elders is dit veen niet meer intact als gevolg van erosie en moernering.
- Binnen het Laagpakket van Walcheren is in de meeste boringen een restant van een ouder niveau aangetroffen. Dit dateert waarschijnlijk uit de Middeleeuwen en is als gevolg van erosie niet meer intact.
- Afgezien van restanten van moernering zijn in het plangebied geen aanwijzingen gezien voor vindplaatsen.
- Eventueel aanwezige archeologische resten zijn te verwachten vanaf 2,05 m beneden maaiveld en/of dieper, en worden door de onderhavige planvorming (ontgravingen tot 0,7 m beneden maaiveld) niet bedreigd
Zierikzee Grevelingenstraat Zierikzee Grevelingenstraat. Gemeente Schouwen-Duiveland. Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek door middel van verkennende boringen
De initiatiefnemer heeft het voornemen om in een plangebied ten noorden van de Grevelingenstraat te Zierikzee (gemeente Schouwen-Duiveland) een tijdelijke noodopvang te realiseren. In het kader van de hiertoe benodigde Buitenplanse OmgevingsPlanActiviteit (BOPA)-omgevingsvergunning heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek door middel van verkennende boringen uitgevoerd.
In het kader van het bureauonderzoek werd een groot aantal bronnen bestudeerd, hetgeen heeft geleid tot een gespecificeerd verwachtingsmodel voor het plangebied. Dit model is vervolgens getoetst door het uitvoeren van een verkennend booronderzoek. Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan het volgende gesteld worden: - Nagenoeg overal is het Laagpakket van Wormer intact aanwezig; plaatselijk in het westen van het plangebied ligt dit relatief hoog. Hier geldt een middelhoge verwachting voor het Neolithicum. Daar waar de top relatief laag ligt, geldt een lage verwachting voor deze periode; - In delen van het plangebied is het Hollandveen Laagpakket intact, of nagenoeg intact aanwezig. Hier geldt een hoge verwachting voor de Late IJzertijd en Romeinse tijd. In andere delen heeft veenwinning en erosie plaatsgevonden en geldt een lage verwachting voor deze perioden; - Daar waar het veen intact is, zijn hierboven doorgaans poelafzettingen van het Laagpakket van Walcheren aanwezig. Plaatselijk worden deze poelafzettingen alsook de veenwinningskuilen afgedekt door jongere plaatafzettingen van het Laagpakket van Walcheren. Deze zandige plaatafzettingen lijken op enig moment deels te zijn ontgraven, waarna de gaten zijn opgevuld met kleiige grond met hierin archeologische indicatoren.
- Er zijn geen aanwijzingen gezien voor vindplaatsen.
- Voor de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd wordt de verwachting laag geacht
Oostburg Bakkersdam - Appelstraat - Sint Pietersdijk Oostburg Bakkersdam-Appelstraat-Sint Pietersdijk. Gemeente Sluis. Archeologisch Bureauonderzoek
Het voornemen is om langs een circa 6 km lang tracé ter plaatse van de Bakkersdam, Appelstraat, Sint Pietersdijk en Molenweg in respectievelijk Oostburg en Sint Kruis (gemeente Sluis) het midden- en laagspanningsnetwerk te vernieuwen. De werkzaamheden omvatten het graven van aanlegsleuven van 1 m diepte, het opgraven en verwijderen van bestaande kabels en het uitvoeren van een aantal gestuurde boringen dan wel persingen. In het kader van de aanvraag omgevingsvergunning voor een Binnenplanse OmgevingsPlanActiviteit (OPA) heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed voorliggend archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd.
In het kader van het bureauonderzoek werd een groot aantal bronnen bestudeerd, hetgeen heeft geleid tot een gespecificeerd verwachtingsmodel voor het plangebied. Op basis hiervan kan het volgende gesteld worden: - Het hele plangebied maakt deel uit van infrastructuur (dijken, dam, weg) die dateert uit de Midden-Nieuwe Tijd. Voor archeologische resten hiervan geldt voor nagenoeg het hele plangebied een hoge verwachting.
- Het valt te verwachten dat de voorgenomen werkzaamheden onder antropogene ophooglagen in veel gevallen tot in de natuurlijke ondergrond zullen reiken. Op grond van de geologische variatie is het plangebied opgedeeld in vier verschillende verwachtingszones: A, B, C en D: o A: een noordelijk gelegen zone waar sprake is van jongere op oudere afzettingen van het Laagpakket van Walcheren, op het Hollandveen Laagpakket, op het Laagpakket van Wierden; hier geldt tot 1 m -mv een hoge verwachting op de Late Middeleeuwen – Vroege Nieuwe Tijd binnen het Laagpakket van Walcheren.
o B: een centraal gelegen zone waar sprake is van jongere afzettingen van het Laagpakket van Walcheren op het Hollandveen Laagpakket (voor zover aanwezig), op het Laagpakket van Wierden; hier geldt tot 1 m -mv een hoge verwachting op de periode vanaf het Mesolithicum tot en met de Vroege Nieuwe Tijd op het Laagpakket van Wierden en (plaatselijk) het Hollandveen Laagpakket.
o C: een zuidelijk deel van het plangebied dat langs de noordzijde van de dekzandrug ligt die van Aardenburg naar Sint Kruis loopt; hier geldt tot 1 m -mv een hoge verwachting op de periode vanaf het Mesolithicum tot en met de Vroege Nieuwe Tijd op het Laagpakket van Wierden.
o D: enkele delen van het plangebied waar sprake is van diep reikende, relatief jonge kreekafzettingen van het Laagpakket van Walcheren; hier geldt voor alle perioden een lage verwachting
Schore Boomweidelaan Schore Boomweidelaan. Gemeente Kapelle. Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen
Een initiatiefnemer heeft het voornemen om in een plangebied aan de Boomweidelaan te Schore (gemeente Kapelle) een aantal woningen en natuur / landgoed te realiseren. In het kader van de aanvraag omgevingsvergunning heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed in opdracht van de Gemeente Kapelle een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek door middel van verkennende boringen in het plangebied uitgevoerd. In het kader van het bureauonderzoek werd een groot aantal bronnen bestudeerd, hetgeen heeft geleid tot een gespecificeerd verwachtingsmodel voor het plangebied. Dit model werd vervolgens getoetst door het uitvoeren van een verkennend booronderzoek in de zes beoogde bouwvlakken. Op basis van de resultaten dit onderzoek kan het volgende gesteld worden: - In het plangebied is aan de basis het Laagpakket van Wormer aanwezig; dit is meestal intact en bestaat aan de top uit wadafzettingen met rietresten.
- Het Hollandveen Laagpakket is op meer plaatsen dan verwacht intact of goeddeels intact aangetroffen, namelijk in delen van de bouwvlakken 1 t/m 4 en 6. In het zuiden van het plangebied (bouwvlak 6) werden in het veen witte spikkels aangetroffen. Plaatselijk is het veen niet meer intact als gevolg van moernering dan wel erosie. In enkele boringen in bouwvlak 5 viel niet met zekerheid vast te stellen of het veen door moernering of door erosie was aangetast.
- Het Laagpakket van Walcheren bestaat plaatselijk in het noorden van het plangebied (in bouwvlakken 1 en 3) uit geul- dan wel kreekoeverafzettingen die te relateren zijn aan de inversierug ter hoogte van de Langstraat/Zandweg. Voor het overige bestaat het Laagpakket van Walcheren uit poel- dan wel overgangsafzettingen. Bovenin het Laagpakket van Walcheren zijn in het noorden (bouwvlak 3) en in het zuiden (bouwvlak 6) van het plangebied indicatoren aangetroffen die kunnen duiden op een laatmiddeleeuwse vindplaats.
- Het valt niet uit te sluiten dat zich omstreeks 1750 bebouwing in het uiterste noorden van het plangebied bevond die voorkomt op een kaart van Hattinga.
- Op basis van dit alles gelden (middel)hoge archeologische verwachtingen: o voor de Late Ijzertijd en Romeinse tijd in delen van bouwvlakken 1 t/m 4 en 6; o voor de Middeleeuwen in delen van bouwvlakken 1, 3 en 6; o voor de Nieuwe Tijd in een deel van bouwvlak 1
Burgh-Haamstede Ring - Noordstraat Burgh-Haamstede Ring - Noordstraat. Gemeente Schouwen-Duiveland. Archeologisch Bureauonderzoek
De opdrachtgever heeft het voornemen om de kern van Haamstede opnieuw in te richten en een deel van de riolering te vernieuwen. In het kader van de hiertoe benodigde omgevingsvergunning heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd.
In het kader van het bureauonderzoek werd een groot aantal bronnen bestudeerd, hetgeen heeft geleid tot een gespecificeerd verwachtingsmodel voor het plangebied. Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan worden gesteld dat het plangebied deel uitmaakt van een archeologisch bijzonder rijk gebied. In het plangebied en directe omgeving zijn veel archeologische resten aangetroffen uit de Late Middeleeuwen, maar ook de Vroege Middeleeuwen, de Romeinse tijd en mogelijk de IJzertijd. De zuidelijke helft van het plangebied maakt deel uit van twee AMK-terreinen (13397: oude dorpskern en 13758: laatmiddeleeuws poortgebouw en laatmiddeleeuwse huisplattegrond). Ter weerszijden van het plangebied bevinden zich de resten van een motte (AMK-terrein 11264) en kasteel Haamstede (AMK-terrein 11282).
Wat betreft de natuurlijke ondergrond is de kans vrij groot dat de werkzaamheden enkel tot in het Laagpakket van Schoorl zullen reiken. De bodemopbouw kan echter plaatselijk uiteenlopen. Ongeacht welke geologische niveaus er zullen worden aangesneden, is het hoe dan ook te verwachten dat dáár waar de voorgenomen ingrepen dieper dan, of buiten verstoringen reiken, archeologische waarden bedreigd worden uit perioden vanaf de IJzertijd tot en met de Middeleeuwen en plaatselijk (kerkhof) ook de Nieuwe Tijd.
De werkzaamheden waarvoor in elk geval vervolgonderzoek wordt aanbevolen, omvatten het graven van een rioolsleuf en twee fonteinputten in de Noordstraat, de aanleg van de funderingssleuf voor de nieuwe ommuring van de kerktuin en de ontgravingen ten behoeve van bomen (plant-, bodemverbeterings- en uitgraafkuilen). Ook indien er wordt besloten ondergrondse afvalcontainers te plaatsen, wordt hiervoor vervolgonderzoek noodzakelijk geacht. Planaanpassing wordt geadviseerd ten aanzien van de bestaande riolering (volschuimen i.p.v. verwijderen), de bestaande ommuring van de kerktuin (fundering in situ behouden i.p.v. verwijderen); indien planaanpassing hier niet mogelijk of niet wenselijk blijkt te zijn, wordt ook voor het verwijderen van de bestaande riolering vervolgonderzoek noodzakelijk geacht. Voor het verwijderen van de bestaande muurfundering rond de kerktuin wordt geadviseerd niet buiten de bestaande verstoring te graven en eventuele oudere puin- of muurresten niet te verwijderen
Zierikzee Riolering Binnenstad Zierikzee Riolering Binnenstad. Gemeente Schouwen-Duiveland. Archeologisch Bureauonderzoek
Het voornemen is om de riolering in de binnenstad van Zierikzee te vernieuwen. De planvorming beslaat 22 tracédelen, verspreid over de binnenstad (= het plangebied). In een aantal hiervan zal bestaande riolering worden vervangen middels het graven van een sleuf (namelijk ter plaatse van de Slabberswerf, Zevenhuisstraat, Meelstraat, Zevengetijstraat, D’Aillystraat, Steiltjesstraat, Korte Nobelstraat, Raveslootstraat, Hem, Rodedorp en Vrije). In een ander aantal hiervan zullen bestaande zijtakken van de riolering mogelijk worden verwijderd (dit betreft zijtakken van de straten Zuidwellestraat, Karnemelksvaart, Gat van West Noord Westen, Nieuwe Bogerdstraat, Paternosterstraat, Hoge Molenstraat, Marisstraat en Gravenstraat). In het kader van de aanvraag omgevingsvergunning voor een Binnenplanse OmgevingsPlanActiviteit (OPA) heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed een archeologisch bureauonderzoek naar het plangebied uitgevoerd.
In het kader van het bureauonderzoek werd een groot aantal bronnen bestudeerd, hetgeen heeft geleid tot een algemeen verwachtingsmodel voor het hele plangebied en 22 gespecificeerde verwachtingsmodellen voor de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd per tracédeel. Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan in het algemeen gesteld worden dat in het hele plangebied: - een middelhoge verwachting geldt op resten uit het Neolithicum op/in het intacte Laagpakket van Wormer, op diepten vanaf 1,95 m -NAP; - wordt uitgegaan van een lage verwachting op resten uit de periode Bronstijd t/m Romeinse tijd op/in het Hollandveen Laagpakket, o.a. vanwege de historische en archeologische blijken van grootschalige veenwinning gedurende de Middeleeuwen; - een hoge verwachting geldt op resten uit de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd, waaronder resten van veenwinning op diepten vanaf 1,39 m -NAP, resten van ophogingen, bewoning en ambachtelijke activiteiten uit de ontstaansfase van Zierikzee (in de loop van de Vroege en bij aanvang van de Late Middeleeuwen; onbekende diepten) en op veel plaatsen resten van o.a. bewoning, wegen, zogenoemde stadsvronen (oude afwateringskanalen), kloosters, kerkhoven en een kasteel uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd. Het hele plangebied betreft een AMK-terrein van hoge archeologische waarde, namelijk de binnenstad van Zierikzee, daterend uit de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd
Zierikzee Mol 8 Zierikzee Mol 8. Gemeente Schouwen-Duiveland. Archeologisch Bureauonderzoek
Het voornemen is om het bestaande restaurant aan de Mol 8 te vernieuwen. In het kader van de aanvraag omgevingsvergunning voor een Binnenplanse OmgevingsPlanActiviteit (OPA) heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed een archeologisch bureauonderzoek naar het plangebied uitgevoerd.
In het kader van het bureauonderzoek werd een groot aantal bronnen bestudeerd, hetgeen heeft geleid tot een verwachtingsmodel voor het plangebied. Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan het volgende gesteld worden over het plangebied: - Het plangebied bevindt zich ter hoogte van de kreek waarlangs Zierikzee in de Middeleeuwen is ontstaan. De bovenzijde van de natuurlijke ondergrond bestaat zodoende naar verwachting uit diep reikende afzettingen van het Laagpakket van Walcheren, daterend uit de overgangsperiode tussen de Vroege en Late Middeleeuwen.
- Door de aanwezigheid van deze diep reikende Walcheren-afzettingen wordt de archeologische verwachting voor alle perioden tot en met de Vroege Middeleeuwen laag ingeschat.
- Een groot deel van het plangebied, in elk geval de oostelijke helft, bevindt zich ter plaatse van de vroegere havengeul van Zierikzee, daterend uit de Late Middeleeuwen tot en met Midden-Nieuwe Tijd. In de Late Nieuwe Tijd is deze gedempt.
- Voor de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd gelden hoge archeologische verwachtingen, namelijk op een gedempte gracht en op resten van bewoning in de vorm van bebouwing en erfelementen. Hierbij valt het plangebied in een oostelijke en een westelijke helft op te splitsen: • In de oostelijke helft van het plangebied vallen direct onder de recent geroerde bovenlaag (behalve ter plaatse van verstoringen door rioolsleuven) demplagen uit de Late Nieuwe Tijd te verwachten, met hieronder restanten van de havengeul (vondstenrijke vullingen en eventuele houten of stenen structuren) daterend uit de Late Middeleeuwen tot en met Midden-Nieuwe Tijd. De overgang tussen de demplagen en onderliggende vullingen valt op basis van naburig onderzoek rond 1 m -mv of dieper te verwachten.
• In de westelijke helft van het plangebied vallen direct onder de recent geroerde bovenlaag restanten van erven en bebouwing te verwachten uit de Midden-Nieuwe Tijd. Uit de Late Middeleeuwen en Vroege Nieuwe Tijd valt enerzijds rekening te houden met restanten van de havengeul (vondstenrijke vullingen en eventuele houten of stenen structuren) aangezien deze vermoedelijk oorspronkelijk breder is geweest; anderzijds vallen restanten van erven en bebouwing uit deze perioden evenmin geheel uit te sluiten, aangezien het relevante historische kaartmateriaal niet met volledige precisie te projecteren valt